Week 41

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire?
* Expliquer bloc I + au travail
* Répéter bloc E
* Corriger les devoirs (ex. 20)
* Rendre les interros (SO's terug)
* La fin

Slide 2 - Tekstslide

Bloc I
Titel = het bijvoeglijk naamwoord.

Wat weet je nog van vorig jaar?
Hoe zat het ook alweer met de plek van het bijv. nw?
En de vorm?

Slide 3 - Tekstslide

Stappenplan bijv. nw.
1. Plek: waar komt het bijv. nw. te staan? 
Regel = erachter (de kast rood). Uitzonderingen staan in het rijmpje, die komen ervoor. (rijmpje komt zo)

Slide 4 - Tekstslide

Stappenplan bijv. nw.
Rijmpje:
beau - bon - joli
haut - long - petit
jeune - vieux - grand
gros - mauvais - méchant
nouveau - autre - large 
Deze woorden staan allemaal VOOR het zelfstandig naamwoord (de rode kast)
Opdracht: zoek de betekenissen op van al deze woorden!

Slide 5 - Tekstslide

Stappenplan bijv.nw.
1. Plek: waar komt het bijv. nw. te staan?
Regel = erachter (de kast rood). Uitzonderingen staan in het rijmpje, die komen ervoor. (rijmpje komt zo)
2. Vorm: regel = schema met e, s of es. 
Uitzonderingen - komt zo.

Slide 6 - Tekstslide

Deze vormen krijgen niet een e, s of es
ev. man.
ev. vr.
mv. man.
mv. vr.
vertaling
beau
belle
beaux
belles
mooi
nouveau
nouvelle
nouveaux
nouvelles
nieuw
long
longue
longs
longues
lang
vieux
vieille
vieux
vieilles
oud
gros
grosse
gros
grosses
dik/groot
blanc
blanche
blancs
blanches
wit

Slide 7 - Tekstslide

Vul in: groot
la ____ ville ____

Slide 8 - Open vraag

Vul in: blauw
le ____ stylo ____

Slide 9 - Open vraag

Vul in: oud
les ____ chaussures ____
chaussures = vrouwelijk meervoud

Slide 10 - Open vraag

Vul in: mooi
la ____ fille ____

Slide 11 - Open vraag

Au travail!
* Faites ex. 31de, 32 et 33 (p.30/31 WB)
* Temps: 15 minutes
* Travail à deux ou individuel
* Prêt? Autre matière

Slide 12 - Tekstslide

Répéter bloc E
* Travail à deux
* Temps: 10 minutes
* Exercice: cherche les 10 mots français, après cherche les mots néerlandais (les traductions) SANS les livres!
Qui sont les plus vites? 
1er prix = deux stickers!
2eme/3eme prix = un sticker!
timer
1:00

Slide 13 - Tekstslide

Corriger ex. 20 (p.20 WB)
1. soif = dorst
2. délicieux = heerlijk
3. petit ami = een vriendje
4. amoureuse = verliefd
5. comment = hoe
6. lire = lezen
7. drôle = grappig
8. timide = verlegen

Slide 14 - Tekstslide

Corriger ex. 20b
1. drôle
2. sportif
3. sérieux
4. sympa
5. mignon
6. romantique

Slide 15 - Tekstslide

SO terug!

* Discussion par exercice.
* Questions? Posez-les!
* Wat ging goed? En wat kan beter?

Slide 16 - Tekstslide

La fin
Les devoirs: ex. 31de, 32 et 33.
Difficile? -> va suivre un vakflex!

Welk doel had je jezelf ook alweer gesteld? 
Kan je je daar nog aan houden? 

Slide 17 - Tekstslide