Week 23 - les 1

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Attention!

Présentations 'qui suis-je':

Donderdag 24 juni: Beyza, Inez, Joep

Vrijdag 25 juni: Jet, Aafke en Tatum

Le programme:

* Répéter bloc I

* Corriger les devoirs

* Plus d'info sur bloc I + au travail

* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je aangeven hoe je het bijvoeglijk naamwoord in de goede vorm moet zetten.

* heb je het huiswerk nagekeken.

* kan je aangeven op welke plek het bijvoeglijk naamwoord moet staan in de zin.

Le programme:

* Répéter bloc I

* Corriger les devoirs

* Plus d'info sur bloc I + au travail

* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je aangeven hoe je het bijvoeglijk naamwoord in de goede vorm moet zetten.

* heb je het huiswerk nagekeken.

* kan je aangeven op welke plek het bijvoeglijk naamwoord moet staan in de zin.

Répéter bloc I

Welke regels horen bij het vormen van het

bijvoeglijk naamwoord?

En welke uitzonderingen zijn er?

Zet in vrouwelijk enkelvoud:
petit

Zet in vrouwelijk meervoud:
canadien

Zet in mannelijk meervoud:
grand

Zet in vrouwelijk meervoud:
sportive

Zet in mannelijk meervoud:
ennuyeux

Zet in vrouwelijk meervoud:
cher

Zet in vrouwelijk meervoud:
italien

Zet in vrouwelijk enkelvoud:
premier

Le programme:

* Répéter bloc I

* Corriger les devoirs

* Plus d'info sur bloc I + au travail

* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je aangeven hoe je het bijvoeglijk naamwoord in de goede vorm moet zetten.

* heb je het huiswerk nagekeken.

* kan je aangeven op welke plek het bijvoeglijk naamwoord moet staan in de zin.

Ex. 31b (p. 28 WB)

1. grande

2. belge

3. incroyable

4. petite

5. enthousiaste

6. contente

Ex. 31c (p. 29 WB)

1. nouvelle

2. italienne

3. amoureuse

4. heureuse

5. bons

6. fière (want het slaat op Elsa = vrouwelijk enkelvoud)

Ex. 31d

1. nouvelle

2. prestigieuse

3. sportifs

4. premier

5. contentes

6. parisienne

Ex. 31f - ensemble!

1. bon
2. vieil
3. nouvel
4. belles
5. bleue
6. italiennes 

Le programme:

* Répéter bloc I

* Corriger les devoirs

* Plus d'info sur bloc I + au travail

* La fin = rendre les contrôles!

Aan het einde van de les:

* kan je aangeven hoe je het bijvoeglijk naamwoord in de goede vorm moet zetten.

* heb je het huiswerk nagekeken.

* kan je aangeven op welke plek het bijvoeglijk naamwoord moet staan in de zin.

Plus d'info sur bloc I

Laatste stuk uitleg over bloc I

Titel = de plek van het bijvoeglijk naamwoord

We hebben het net alleen maar over de vorm gehad.

Vetgedrukte tekst = verplicht over te nemen, niet vetgedrukte tekst hoeft dus niet.

Vervolg

Bekijk de volgende 2 zinnen:

Je regarde la maison bleue.

Je regarde la grande maison.

Waar staan bleue en grande in de zin? Wat valt op?

Wat weet je hier nog van?

Vervolg

Regel over de plek van het bijvoeglijk naamwoord:

het bijvoeglijk naamwoord komt achter het zelfstandig naamwoord behalve als het in het rijmpje staat.

Rijmpje komt op de volgende slide!

Rijmpje uitzonderingen plek

beau, bon, joli

haut, long, petit

jeune, vieux, grand

gros, mauvais, méchant

nouveau, autre, large

en alle rangtelwoorden (zoals premier, seconde)

Al deze woorden komen dus VOOR het zelfstandig naamwoord.

Oefen zelf, zet bijv. nw. op de juiste streep. Noteer het bijv.nw. en het zelfst. nw.

1. Je regarde la ____ fille ______ (nouvelle)

2. Il a les ______ cheveux ______ (rouges)

3. C'est mon ______ copain ______ (favori)

4. Son sac à dos est sur la ______ table ______ (grande)

5. Il a acheté un ______ livre ______ (petit) 

6. C'est une ______ femme ______ (riche)

Au travail!

* Faites ex. 32abc et 33. (p. 30/31 WB)

* Travail individuel ou à deux.

* Questions? Posez-les!

* Après: discuter les interros.

Le programme:

* Répéter bloc I

* Corriger les devoirs

* Plus d'info sur bloc I + au travail

* La fin = rendre les contrôles!

Aan het einde van de les:

* kan je aangeven hoe je het bijvoeglijk naamwoord in de goede vorm moet zetten.

* heb je het huiswerk nagekeken.

* kan je aangeven op welke plek het bijvoeglijk naamwoord moet staan in de zin.

La fin

- Pour demain: pas de devoirs (geen hw)

- Discuter les contrôles

-> wat gaat goed? Wat ging minder goed? 

Wat zou je de volgende keer anders doen?