Ontwikkelingspsychologie - Wat is ontwikkelingspsychologie?

Ontwikkelingspsychologie
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
OntwikkelingspsychologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Ontwikkelingspsychologie

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
- Weten jullie aan het einde van de les wat ontwikkelingspsychologie inhoudt.....
- Gaan jullie aan de slag met een opdracht

Slide 2 - Tekstslide

Ontwikkelingspsychologie, wat weet je al?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

De geschiedenis
Het denken over sociale en geestelijke veranderingen  al heel oud (400jr v. Cr.)
17e eeuw ideeën over opvoeding en ontwikkeling van kinderen

2 richtingen:
1) Kind is ongeschreven blad, leren door straffen en belonen
2) Kinderen zijn mini-volwassenen, goed eten en drinken recept voor ontwikkeling

Slide 5 - Tekstslide

De geschiedenis
In de 18e eeuw 'ontwikkelingspsychologie' ontstaan
* Jean Piaget (1896-1980) 
* Erik Erikson (1902-1994) 

Slide 6 - Tekstslide

Jean Piaget
(1896-1980)
De eerste psycholoog die zich verdiepte in de verstandelijke ontwikkeling van kinderen

Slide 7 - Tekstslide

Erik Erikson
(1902-1994)
Beschreef verschillende stadia in de psychosociale ontwikkeling. Ieder stadium kent een 'conflict'

Slide 8 - Tekstslide

Ontwikkelingspsychologie nu: 
Ontwikkelingsfasen 

  •  Baby (0-18 maanden)
  •  Peuter (18 maanden-4 jaar)
  •  Kleuter (4-6 jaar)
  •  Schoolkind (6-12 jaar)
  •  Puber (12-17 jaar)
  •  Adolescent (17-25 jaar)
  •  Volwassene (25-67 jaar)
  •  Oudere mens (67 jaar en ouder)

Slide 9 - Tekstslide

Aspecten van de ontwikkeling

Slide 10 - Tekstslide

Voorwaarden voor ontwikkeling
  • Veilig en vertrouwd (Harlow,1958)
  • Verbaal en non- verbaal contact
  • Stimulerende omgeving (positief, zelfvertrouwen)
  • Zelf onderzoeken
  • Spelen
  • Bewegingsvrijheid
  • Veiligheid en grenzen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Factoren die je ontwikkeling bepalen
Interne factoren: Aanleg, erfelijk materiaal wat je meekrijgt van je ouders (aangeboren vermogens)

 Externe Factoren: Je omgeving en leven onder bepaalde omstandigheden zijn bepalend voor je ontwikkeling. (milieu, onderwijs, arm/rijk, ingrijpende levensgebeurtenissen, tijd waarin je opgroeit)


Zelfbepaling: Hoe ouder een kind is, hoe groter zijn vermogen kan worden om richting te geven aan zijn eigen ontwikkeling

Slide 13 - Tekstslide

Vragen?
VRAGEN?

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag (30 minuten)
Maak groepjes van 3 
Ieder groepje kiest 1 ontwikkelingsfase
Beschrijf welke ontwikkelingen zich voordoen binnen de verschillende ontwikkelingsaspecten (lichamelijk, emotioneel, sociaal, persoonlijk, seksueel) bij de gekozen ontwikkelingsfase
(bijvoorbeeld Baby- lichamelijke ontwikkeling: oog/hand coördinatie)
Tip: gebruik internet als bron!
Na 30 min vertelt ieder groepje hun bevindingen

Slide 15 - Tekstslide

Baby
Lichamelijk: veel lichamelijke groei,  van reflexen naar steeds meer grove motoriek
Cognitief: exploratiedrang, geluidjes maken
Sociaal: comm. door lichaamstaal, eenkennigheidsperiode
Persoonlijkheid: eigen temperament
Emotioneel: hechting 
Seksueel: eigen lichaam ontdekken

Slide 16 - Tekstslide

Peuter
Lichamelijk: grove motoriek lopen/klimmen/klauteren
Cognitief: leren praten, magisch en concreet denken, twee/drie woordzinnen
Sociaal: parallelspel
Persoonlijkheid: besef dat het een individu is
Emotioneel: egocentrisch, ik ben 2 en ik zeg nee
Seksuele ontwikkeling: eigen lichaam ontdekken


Slide 17 - Tekstslide

Kleuter

Lichamelijk: groei is minder hard, mollige vingertjes verdwijnen, fijne motoriek
Cognitief: veel fantasie, naar school
Sociaal: kan zich inleven in anderen
Persoonlijkheid: speelt het liefst met anderen
Emotioneel: egocentrisme verdwenen, zelfbeeld ontwikkeling, schaamtegevoelens
Seksueel: nieuwsgierig naar geslachtsdelen en -verschillen, geslachtsgebonden gedrag

Slide 18 - Tekstslide

Schoolkind
Lichamelijk: steeds meer fijnere motoriek (schrijven)
Cognitief: taakgericht, werken graag voor complimenten, realistisch denken
Sociaal: steeds meer focus op vrienden ipv gezin, conformisme
Persoonlijk: ontwikkeling zelfvertrouwen en keuzes maken
Emotioneel: ontwikkeling zelfbeeld 
Seksueel:  oudere schoolkind alleen spelen met iemand van eigen geslacht

Slide 19 - Tekstslide

Puber
Lichamelijk: grote lichamelijke veranderingen in groei (lengte/breedte) haargroei, geslachtsrijp
Cognitief: nieuwe verbindingen hersenen, kritisch denken, korte termijn denken
Sociaal: vriendengroep heel belangrijk
Persoonlijk: vormgeven identiteit
Emotioneel: achtbaan van emoties door snelle veranderingen
Seksueel: productie sperma,  groei eierstokken en mentruatie

Slide 20 - Tekstslide

Adolescent
Lichamelijk: bredere schouders/haargroei op bijv rug jongen
Cognitief: idealistisch
Sociaal: betere band met ouders, vrienden belangrijk
Persoonlijk: Eigen identiteit steeds duidelijker
Emotioneel: meer stabiliteit qua emoties
Seksueel: (eerste) seksuele contacten

Slide 21 - Tekstslide

Volwassenen
Lichamelijk: achteruitgang! overgang/menopauze
Cognitief: innerlijke stem
Sociaal: relatie, kinderen krijgen, werken
Persoonlijk: relatie ouders meer gelijkwaardig
Emotioneel: midlife crisis
Seksueel: diepere betekenis

Slide 22 - Tekstslide

Ouderen
Lichamelijk: dunnere huid, minder soepel, achteruitgang zintuigen
Cognitief: Levenswijsheid
Sociaal: verlies partner/familie/vrienden
Persoonlijkheid: hangt af van beleving, identiteit kan veranderen
Emotioneel: Eenzaamheid kan op de loer liggen
Seksueel: nog steeds actief, andere betekenis

Slide 23 - Tekstslide