Bijles present simple

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

De tegenwoordige tijd

Ik loop elke dag naar school.

Wij eten één keer per week pasta.

The present simple = de tegenwoordige tijd

Wanneer gebruik je ps? Bij een gewoonte/  bij regelmaat/ bij een feit

Ezelsbruggetje: GiRaF (giraffe)

Bijvoorbeeld:

Germany lies east of Holland = een feit

I usually walk to school = een gewoonte

We eat pasta once a week = gebeurt regelmatig

Signaalwoorden

De present simple kan je herkennen aan de volgende signaalwoorden: sometimes, never, often, regularly, every, usually, seldom

Ezelsbruggetje : SNORfEUS

Hoe vorm je de present simple?

I/you/we/they  + hele werkwoord

She/He/It + hele werkwoord + s

Ezelsbruggetje SHIT-regel

She/He/It + hele ww + s

Bijvoorbeeld:

She walks —> Emily walks

He walks —-> Henry walks

It walks —-> the dog walks

Voorbeelden 

They always play football ——> The girls always play football

Maar:

He plays football —-> Tim plays football

PS exercise 

1. John always .... (to have) a cup of tea in the morning. 

2. Sam and I ... (to paint) the walls of my room.

3. A singer .... (to sing).

4. We often ... (to go) to the cinema.

5. He often ... go(to go) to the cinema.

6. My brothers  usually .... (to help) me with my homework. 

Invuloefening 

Ik maak altijd mijn huiswerk.

I always .........(to do) my homework.

Hij maakt altijd zijn huiswerk. 

He always ........ (to do) his homework.

I live in London. (to live)

He lives in London. (to live)

You want to be our friend. (to want)

She wants to be our friend. (to want)