GS2_nabeschouwing 1B

Nabeschouwing
DTE Klas 1 GS 2
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Nabeschouwing
DTE Klas 1 GS 2

Slide 1 - Tekstslide

Verbeter de fouten
Hoeveel fouten staan in de tekst, vul het goede aantal fouten in op de volgende dia.

Het leven van jagers en verzamelaars

Voor 10.000 v.C. leefden de meeste mensen op aarde als jagers en verzamelaars. Ze leefden in groepjes van zo’n 200 mensen en woonden op een vaste plek.  De sociale verschillen waren onderling groot. De vrouwen jaagden en maakten gereedschap, terwijl de mannen voedsel verzamelden, de huiden schoon maakten, het vuur brandend hielden en op de kinderen pasten. Onderling handelden de groepen met elkaar in vuursteen, ivoor en schelpen.

Jagers-verzamelaars wisten veel van de natuur, de verschillende gesteentes en andere materialen die ze ter beschikking hadden. Daardoor was hun uitrusting (messen, bijlen, touw etc.) ook altijd goed op orde. Ze konden lezen en schrijven, maar vonden het ook leuk om grotschilderingen te maken.
DTE Klas 1 GS2

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht
Kopieer de tekst van de vorige dia in word, verbeter de fouten en lever hem weer in.

Slide 3 - Open vraag

Je doet onderzoek naar de manier waarop de mensen zo'n 30.000 jaar geleden met hun doden omgingen. Werden zij verbrand, begraven of ....?
Welke van de volgende primaire bronnen kun je dan zeker niet gebruiken?
A
beeldbronnen (bijvoorbeeld tekeningen, schilderijen, foto's)
B
interview
C
dagboek
D
gebouwen, voorwerpen

Slide 4 - Quizvraag

Je wilt graag weten hoe mensen in de 17e eeuw zich kleedden. Welke van de volgende primaire bronnen kun je dan zeker niet gebruiken?

A
dagboek
B
gebouwen, voorwerpen enz.
C
beeldbronnen (bijvoorbeeld tekeningen, schilderijen, foto's)
D
bewegende beeldbronnen (film, video)

Slide 5 - Quizvraag

Je wilt onderzoek doen naar het eerste huis waar je opa of oma (de ouders van je moeder) hebben gewoond. Als eerste stel je daarover vragen aan je moeder. Zij vertelt je van alles over dat huis; hoe het eruit zag, hoeveel kamers het had enz.. Zij vertelt je ook dat zij er niet is geboren en dat zij het huis zelf nooit heeft gezien.
Is je moeder in jouw onderzoek een primaire (directe) of een secundaire (indirecte) bron?
A
primair (directe)
B
secundair(indirecte)

Slide 6 - Quizvraag

Een boek over Egypte is een:



A
primaire (directe) bron
B
secundaire (indirecte) bron

Slide 7 - Quizvraag

Een beschrijving van de rotsgraven in Egypte uit de 18e eeuw



A
primaire (directe) bron
B
secundaire (indirecte) bron

Slide 8 - Quizvraag

een mummie uit het oude Egypte is een:



A
primaire (directe) bron
B
secundaire (indirecte) bron

Slide 9 - Quizvraag

Lezen

Slide 10 - Tekstslide

Welke ziekte komt waarschijnlijk door het neanderthaler DNA?
A
corona
B
ouderdomsdiabetes (suikerziekte)
C
griep
D
astma

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide