waardoor in Griekenland zelfstandige stadstaten ontstonden
hoe de Grieken zich verspreidden over een groter gebied
hoe de verschillende stadstaten werden bestuurd
wie de belangrijkste goden waren bij de Grieken
hoe Griekse wetenschappers gingen denken en onderzoeken
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1
In deze les zitten 43 slides, met tekstslides.
Onderdelen in deze les
Leerdoelen
waardoor in Griekenland zelfstandige stadstaten ontstonden
hoe de Grieken zich verspreidden over een groter gebied
hoe de verschillende stadstaten werden bestuurd
wie de belangrijkste goden waren bij de Grieken
hoe Griekse wetenschappers gingen denken en onderzoeken
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Hoe kon Rome uitgroeien van stadstaat tot wereldrijk?
Welke verschillende bestuursvormen Rome heeft gehad
hoe Rome een wereldrijk werd en hoe die werd bestuurd
hoe het Romeinse keizerrijk is ontstaan
hoe de samenleving van het Romeinse rijk eruit zag, met alle verschillen tussen de status van mensen
hoe de Romeinen omgingen met andere culturen en geloven
hoe het christendom is ontstaan
hoe de Romeinen omgingen met de Germanen
Slide 2 - Tekstslide
Griekse wereld
Door het landschap in Griekenland ontstonden er meerdere kleinere stadstaten
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Griekse landschap
Griekenland heeft veel bergen, en rotsachtig landschap op het vaste land
en veel kleine eilanden in de zee
Daardoor is het lastig om 1 groot rijk te maken van Griekenland
Slide 5 - Tekstslide
Griekse kolonisatie
Op een gegeven moment werden sommige steden te groot en was er niet genoeg eten
Mensen gingen vanuit hun woonplaats naar andere gebieden om daar een stad te stichten
Dat zijn kolonies
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Grieks bestuur
Er zijn meerdere manieren om een stadstaat te besturen
monarchie
democratie
tirannie
aristocratie
Slide 8 - Tekstslide
Monarchie
monos = één
archos = macht
1 persoon aan de macht
opvolger is (vaak) oudste zoon
Slide 9 - Tekstslide
Aristocratie
Aristoi = de besten
kratos = macht
de besten aan de macht
Vaak de rijkste mensen aan de macht van de belangrijkste families
Slide 10 - Tekstslide
Tirannie
Tyrannos = alleenheerser
iemand die alleen aan de macht is en aan de macht is gekomen door geweld (staatsgreep)
Tegenwoordig betekent tiran dat je een slechte en wrede heerser bent, maar bij de Grieken hoefde dat niet
Slide 11 - Tekstslide
Democratie
Demos = volk
Kratos = macht
Het volk aan de macht
Het volk beslist wat er gebeurt en mogen stemmen op alle wetten, meerderheid beslist
Slide 12 - Tekstslide
Griekse goden
Grieken waren Polytheïstisch
Poly = veel en Theos = goden
Dus ze geloofden in meerdere goden
elke god had een eigen onderdeel waar ze belangrijk voor waren
Zeus = oppergod en god van de donder
Aphrodite = godin van de liefde
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Griekse goden
De Griekse goden waren menselijk, in de mythes konden goden jaloers worden, verliefd worden en zelfs meevechten tijdens oorlogen...
Ook hoe ze werden afgebeeld is menselijk, maar dan mensen op het mooist
Slide 15 - Tekstslide
Griekse mythes
De Griekse mythes waren er om natuurverschijnselen te verklaren, zoals de wind en regen. Ook waren er verhalen over het ontstaan van eilanden en rivieren enzovoort.
Slide 16 - Tekstslide
Griekse wetenschap
Sommige mensen namen geen genoegen met de mythes en gingen zelf op onderzoek uit
deze mensen noemen wij nu filosofen
filosoof = liefhebber van wijsheid
Slide 17 - Tekstslide
Onderzoeken
Door logisch nadenken en nauwkeurig onderzoek tot de waarheid komen, dat was het doel van de filosofen
Veel van hun onderzoek is duizenden jaren lang normaal geweest
Slide 18 - Tekstslide
Hippocrates
Ziektes hadden geen goddelijke, maar een biologische oorzaak
Slide 19 - Tekstslide
Herodotus
Eerste echte geschiedenisschrijver
Feiten bepalen door bronnen te doorzoeken
Slide 20 - Tekstslide
Socrates
Filosofie is een zoektocht naar de waarheid
Helaas voor hem leidde ieder antwoord tot nieuwe vragen
en maakte hij mensen gek met zijn vragen...
Slide 21 - Tekstslide
Rome en het Romeinse rijk
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Rome
Hoe kon Rome uitgroeien van stadstaat tot wereldrijk?
Slide 24 - Tekstslide
Bestuur van Rome
Koninkrijk Rome (750 v.Chr. - 509 v.Chr.)
Republiek Rome (509 v.Chr. - 27 v.Chr. )
Keizerrijk Rome (27 v.Chr. - 476 n.Chr.)
Slide 25 - Tekstslide
Republiek Rome
Aristocratie = de besten aan de macht
De mensen uit de rijke en belangrijkste families werden gekozen in de senaat. Deze senaat bepaalde de regels.
Slide 26 - Tekstslide
Koninkrijk Rome
Monarchie = één man aan de macht, opvolger is familie
Laatste koning verjaagd uit de stad door de rijke en belangrijke mensen in de stad omdat hij arrogant zou zijn en teveel macht had
Slide 27 - Tekstslide
Keizerrijk Rome
Tirannie = 1 man aan de macht door geweld
Door een burgeroorlog komt Augustus aan de macht, hij is de eerste keizer
Slide 28 - Tekstslide
Veroveringen
In de tijd van de Republiek Rome werd er begonnen met het veroveren van nieuwe gebieden
Slide 29 - Tekstslide
Romeins leger
Het Romeinse leger was zeer sterk, goed georganiseerd en bewapend
Soldaten toonden graag hun moed en het was een eer om op het slagveld te sterven
Slide 30 - Tekstslide
Bestuur van het wereldrijk
In Rome zaten de machthebbers, maar ook in de 'provincies' zaten machthebbers
De gouverneurs
Dat waren bazen van de provincies
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Romeinse samenleving
Er waren grote verschillen tussen de mensen in Rome
Kleine bovenlaag was heel rijk
Meeste mensen arm en levend in slechte omstandigheden
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Multicultureel Rome
In de stad Rome leefden mensen met alle soorten afkomsten. Van overal in het Romeinse rijk kwamen mensen samen in de hoofdstad
Slide 35 - Tekstslide
Multicultureel Rome
Niet alleen de afkomst van de mensen was anders, ook de goden waren anders... Dat was in Rome niet erg, de Romeinen waren erg tolerant.
Sommige buitenlandse goden werden zelfs voor de echte Romeinen belangrijk
Slide 36 - Tekstslide
Multicultureel Rome
De Romeinen vonden het geloven in andere goden goed, als jij de keizer en de belangrijkste Romeinse goden maar vereerde