BK H2

Welkom!
Ga lekker zitten, zorg dat je snel kunt inloggen.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Ga lekker zitten, zorg dat je snel kunt inloggen.

Slide 1 - Tekstslide

Wat is chartaal geld?
A
Dat zijn schulden
B
Geld dat je net hebt uitgegeven
C
Contact geld
D
Geld op je bankrekening

Slide 2 - Quizvraag

Wat is giraal geld?
A
geld dat je kan vasthouden
B
geld dat op je bankrekening staat
C
monopoliegeld
D
speelgoedgeld

Slide 3 - Quizvraag

Chartaal geld
Giraal geld

Slide 4 - Sleepvraag

Giraal geld
Chartaal geld
Munten en bakbiljetten
Geld op je pinpas
Geld op je betaalrekening
Geld dat je niet kan aanraken

Slide 5 - Sleepvraag

Waarom zouden mensen hun geld NIET uitgeven?

Slide 6 - Open vraag

Wettige betaalmiddelen: bankbiljetten en munten.

Geld dat mensen op hun betaalrekening hebben.

Drie manieren om geld te gebruiken.

Je koopt of verkoopt goederen of diensten met geld.

Je geeft met geld de waarde van producten aan.

Je geeft een deel van je inkomen niet uit om het later te gebruiken.



Opdracht #: Sleep de begrippen naar de juiste plaats.
...................
...................
...................
...................
...................
...................
chartaal geld
giraal geld
geldfuncties
ruilmiddel
rekenmiddel
spaarmiddel

Slide 7 - Sleepvraag

Je spaart voor een doel
Je spaart uit voorzorg
Je spaart voor de rente

Slide 8 - Sleepvraag

De rente die de bank geeft, kan stijgen, maar ook dalen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Als je spaart voor een zonnige vakantie, dan spaar je ...
A
Voor een doel
B
Uit voorzorg
C
Voor de rente

Slide 10 - Quizvraag

Je hebt €300,- gespaard.
Je krijgt 4% rente.
Hoeveel rente krijg je dan?
A
€ 1,20
B
€ 12,-
C
€ 120,-
D
€ 6,-

Slide 11 - Quizvraag

Waarom zouden
mensen geld lenen?

Slide 12 - Woordweb

Leg in je eigen woorden uit wat RENTE is

Slide 13 - Open vraag

Je leent €100,- bij de bank. Je moet 7% rente betalen. Hoeveel is dat?

Slide 14 - Open vraag

Waarvoor zou je een verzekering
af kunnen sluiten?

Slide 15 - Woordweb

Verzekering
Polis
Premie
Eigen risico
Sleep de juiste omschrijving naar het juiste woord.
Het bedrag wat je betaalt voor een verzekering
Dit sluit je af als je kans hebt op schade en dit wil je laten vergoeden.
Een deel van de schade die je zelf moet betalen.
Het bewijs dat je een verzekering hebt afgesloten

Slide 16 - Sleepvraag

Ik zou mijn telefoon verzekeren
JA
NEE

Slide 17 - Poll

Een verzekeraar heeft veel geld nodig om ................ te kunnen betalen
A
Premie
B
Schadevergoeding

Slide 18 - Quizvraag

Een schriftelijk bewijs dat je een verzekering bij een verzekeringsmaatschappij hebt afgesloten.
A
Eigen risico
B
Polis
C
Premie

Slide 19 - Quizvraag

Het bedrag dat je als verzekerde betaalt aan de verzekeraar
A
Eigen risico
B
Polis
C
Premie

Slide 20 - Quizvraag

Het deel van de schade dat de verzekerde zelf moet betalen
A
Eigen risico
B
Polis
C
Premie

Slide 21 - Quizvraag