In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Wat levert het op?
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen vandaag?
Lesdoelen
Herhaling vorige les
Instructie
Weektaak
Lesdoelen evalueren
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van de les weet je wat de inkoopprijs.
Aan het einde van de les weet je wat de brutowinstopslag is.
Aan het einde van de les kun je de verkoopprijs berekenen.
Aan het einde van de les weet je wat afzet en omzet is.
Slide 3 - Tekstslide
Jesse zoekt een baan op de arbeidsmarkt, is dit een voorbeeld van vraag of aanbod?
A
Vraag
B
Aanbod
Slide 4 - Quizvraag
Hoe noem je alles wat bedrijven doen om hun product te verkopen?
A
Markt
B
Weekmarkt
C
Marketing
D
Woningmarkt
Slide 5 - Quizvraag
Sem haalt elke vrijdag kaas bij de kaasboer op de markt. Naar welke markt gaat Sem?
Slide 6 - Open vraag
Inkoopprijs
Voordat je goederen kunt verkopen, moet je ze eerst zelf inkopen.
Inkoopprijs: De prijs die je als winkelier betaald voor de producten
DIT IS NOG NIET DE RPIJS WAARVOOR HET
PRODUCT WORDT VERKOCHT!
Slide 7 - Tekstslide
Winst maken!
Brutowinstopslag: het bedrag dat je bij de inkoopprijs optelt
Brutowinstopslag wordt gegeven in %.
Bijvoorbeeld
je hebt een eigen meubelzaak. Je koopt een stoel in voor €300. Je wilt natuurlijk geld verdienen aan de spullen die je verkoopt, dus je telt een een brutowinstopslag van 30% bij op.
Wat is de brutowinstopslag in procenten van de inkoopprijs?
Slide 8 - Tekstslide
Verkoopprijs berekenen
Verkoopprijs: De prijs waarvoor het product wordt verkocht.
Inkoopprijs
Brutowinst +
Verkoopprijs
brutowinst brutowinstopslag
Hoeveel % is de brutowinstopslag?
€0,80
€0,40 +
€ 1,20
Slide 9 - Tekstslide
Samen maken
Slide 10 - Tekstslide
Hoeveel verdien je?
Afzet: Het aantal producten dat je verkoopt.
Omzet: Het totale bedrag dat een bedrijf ontvangt door de verkoop van producten.
Hoe bereken je de omzet?
Afzet x verkoopprijs
Slide 11 - Tekstslide
Samen maken
Slide 12 - Tekstslide
Weektaak
Wat? opdracht 21 t/m 35 (blz. 134 t/m 137)
Hoe? Zelfstandig in stilte
Hoelang? 10 minuten
Hulp? boek, rekenmachine en mevrouw van Dijk
Klaar? herhalingsopgave 5.2 blz. 150
timer
10:00
Slide 13 - Tekstslide
Weektaak
Wat? opdracht 21 t/m 35 (blz. 134 t/m 137)
Hoe? Je mag overleggen met je buurman/vrouw
Hoelang? 10 minuten
Hulp? boek, rekenmachine en mevrouw van Dijk
Klaar? herhalingsopgave 5.2 blz. 150
timer
10:00
Slide 14 - Tekstslide
De verkoopprijs bestaat uit:
A
Inkoopprijs + btw
B
Brutowinst + btw
C
brutowinst + btw opslag
D
Inkoopprijs + brutowinst
Slide 15 - Quizvraag
Simone koopt een gazelle fiets in voor €300. Haar brutowinstopslag is €150. Wat wordt haar verkoopprijs?
Slide 16 - Open vraag
Fleur besteld bij een groothandel een stoel die hij zijn winkel wilt verkopen. De inkoopprijs van de stoel is €120. Fleur berekend een brutowinstopslag van 40% van de inkoopprijs. Wat wordt de verkoopprijs?
Slide 17 - Open vraag
Fleur verkoopt vandaag 25 stoelen voor €147 per stoel. Wat is haar afzet?
Slide 18 - Open vraag
Fleur verkoopt vandaag 25 stoelen voor €147 per stoel. Wat is haar omzet?
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.