tekstdoelen/boekrecensie

    Ik ga op reis en ik neem mee...

Wat doen we vandaag?

afspraken gedrag in de klas/behaviour in class

check

feit/mening/argument

fact/opinion/reason 

Rules Dutch class

-When you arrive you put your laptop, notebook and pen on the desk. Put your phone in bag or coat. I will check at the start of the class. You have 3 minutes to do this.

-Forgot stuff 3 times? -1 point off your next assessment

-you say hello at the start of the class

-When the teacher speaks you are listening

-You stay in your seat

-you sit according to the seating plan

-You follow up on tasks and activities

-If you do not listen or do not follow the rules you will get extra tasks to do outside of the classroom 

-you can't join the class again until you finished these tasks

-teacher will check if you have done it

Lesdoel/Inquiry questions

• Je weet wat een feit is. You know what a fact is.
• Je weet wat een mening is. You know what an opinion is.
• Je weet wat een argument is. You know what a reason is (to support an opinion)

Informerende tekst

Tekstdoelen	English	voorbeelden	hoe herkennen/recognize
informeren	inform	krant studieboek artikel in tijdschrift	feiten
instrueren	instruct	recept gebruiks-aanwijzing	plaatjes/images stap 1, stap 2 ...
overtuigen	convince	review beoordeling (reclame)	mening argumenten
amuseren/vermaken	entertain	roman gedicht, strip	fictief/not real humor
activeren	activate (do something)	reclame, (poster verkiezingen)	imperative: ga stemmen! Koop nu bananen!

Welke kenmerken heeft een informerende tekst?
What are the characteristics of an informing text?

1. Mening/opinion
2. Feiten/facts
3. Grapjes/jokes
4. plaatjes/images

Welke kenmerken heeft een overtuigende tekst?What are the characteristics of a convincing text?

1. Feiten/facts
2. Meningen/opinions
3. Tekst in veel kleuren
4. Ik weet het niet

Feit/mening/argument

1. Noem een feit 
2. Noem een mening
3. Noem een argument

Nederland is ....

schrijf een feit
over Nederland

Feit/mening/argument

1. Noem een feit
2. Noem een mening
   
3. Noem een argument

Ik vind .....

Ik vind dat .....

schrijf een mening over Nederland; mensen, eten, het weer, de cultuur, de taal..

Feit/mening/argument

1. Noem een feit
2. Noem een mening
3. Noem een argument 
   

Reden=a reason 

de reden waarom je iets vindt

the reason for your opinion in the previous question

Geef een argument (reason) voor je
mening bij de vorige vraag.

Staat hier een feit, mening of argument? Fact, opinion, or reason?

Nederlands is het leukste vak op school.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Staat hier een feit, mening of argument? Fact, opinion, or reason?
De verleden tijd (past tense) van het werkwoord zijn is: waren. The past tense of the verb zijn is: waren

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Staat hier een feit, mening of argument?Fact, opinion, or reason?

Ik vind de Minions een leuke film.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Staat hier een feit, mening of argument?

Morgen moet ik naar de tandarts (dentist).

1. Feit
2. Mening
3. Argument

task boek recensie 15-20 min

1. Lees je boek. Schrijf de titel op. Read your book. Write the titel.
2. Schrijf moeilijke woorden op.Write down difficult words.
3. Zoek of raad de betekenis. Search or find the meaning.
4. Schrijf 2-3 zinnen waar het boek over gaat. Write 2-3 sentence about the book (summary)

5 Geef je mening over het boek. Give your opinion about the book and give a reason for your opinion.

6 Je komt voor de klas staan om je boek recensie te geven

You stand in the front of the class to give your book review. (1-2 min)

7 Je mag een spiekbriefje maken/You can take a note with a few words

oefenen

vraagzinnen