AFPG-B-1 Stevigheid en beweging

AFPG-B-1 Stevigheid en beweging
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

AFPG-B-1 Stevigheid en beweging

Slide 1 - Tekstslide

Houding en beweging
  • Botten
  • Spieren
  • Botverbindingen

 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Functies van het skelet
  • Ondersteunen van het lichaam
  • Aanhechtingsplaats van spieren
  • Beweging mogelijk maken
  • Bescherming van kwetsbare organen
  • Vorming van bloedcellen
  • Opslag van mineralen

Slide 4 - Tekstslide

Bot
Bot bestaat uit 3 delen:
  • Botvlies
  • Compact botweefsel
  • Sponsachtig botweefsel



Slide 5 - Tekstslide

Bot
1 epifyse
2 diafyse
3 epifyse
4 gewrichtskraakbeen
5 epifysaire schijf
6 sponsachtig botweefsel
7 compact been
8 mergholte met daarin 9 geel beenmerg

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Indeling van botten
  • Pijpbeenderen: pijpvormig, slanke botten
  • Platte beenderen: breed en lang
  • Korte beenderen: vrij klein, even lang als breed
  • Onregelmatige beenderen: uiteenlopende vormen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Beenverbindingen
Bindweefselverbinding: netwerk van collagene en elastische vezels. Tussen: schedelbeenderen, bekkenhelften
Kraakbeenverbinding: botten zijn verbonden met een stuk kraakbeen. Tussen: ribben en borstbeen, wervels
Gewrichten: 2 botuiteinden die op elkaar aansluiten op de gewrichtsvlakken met een kop en kom. Bijvoorbeeld: schoudergewricht, kniegewricht, ellebooggewricht

Slide 12 - Tekstslide

Soorten gewrichten
  • Kogelgewricht: heupgewricht, schoudergewricht
  • Ellipsgewricht of ei-gewricht: pols
  • Zadelgewricht: basis van duim
  • Scharniergewricht: knie, elleboog
  • Rolgewricht: tussen spaakbeen en ellepijp
  • Vlakgewricht: tussen handwortelbeentjes
  • Strafgewricht: tussen heiligbeen en darmbeen (SI-gewricht)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wervelkolom
  • 7 halswervels
  • 12 borstwervels --> verbinding met ribben: ware, valse, zwevende
  • 5 lendewervels
  • heiligbeen (5 wervels, vergroeid)
  • staartbeenwervels (4/5 wervels, vergroeid)
Krommingen:
  • Kyfose: kromming naar achteren: bol   (-anatomie-)
  • Lordose: kromming naar voren: hol   (-anatomie-)
  • Zijwaartse kromming: Scoliose   (-pathologie-)

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Functie van spieren
  • Beweging
  • Handhaving van lichaamshouding
  • Ondersteuning
  • Bescherming
  • Verwarming van het lichaam

 

Slide 19 - Tekstslide

Bouw van spieren
Spierbuik met 2 pezen
Spier --> spierbundels
Spierbundels --> spiervezels

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Contractie: de motorische prikkel
  1. Grote hersenen
  2. Hersenstam
  3. Ruggenmerg
  4. Ruggenmergszenuw
  5. Zenuw
  6. Eindplaatje
  7. Spier

Slide 22 - Tekstslide

Eindplaatje van spier
Prikkeloverdrachtsstof:
1 Impuls / stroompje
2 Prikkeloverdrachtsstof
komt vrij (neurotransmitter)
3 Spier gaat contraheren 
(samentrekken)

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

1. mimische spieren
2. monnikskapspier
3. deltaspier
4. grote borstspier
5. biceps
6. triceps
7. brede rugspier
8. rechte buikspier
9. schuine buikspier
10. voorhoofdige dijspier
11. hamstrings
12. driehoofdige kuitspier

Slide 25 - Tekstslide

7 medische termen, even oefenen
Artritis = gewrichtsontsteking
Contusio = kneuzing
Kyfose = kromming van de wervelkolom, bol naar achteren
M. gluteus maximus = grote bilspier
Os femur = dijbeen
Periost = beenvlies
Vertebrae cervicales = nekwervels

Slide 26 - Tekstslide

7 medische termen, even oefenen
Artritis = 
Contusio = 
Kyfose = 
M. gluteus maximus = 
Os femur = 
Periost = 
Vertebrae cervicales = 

Slide 27 - Tekstslide

feedback 
Start de LWP
Maak leerdoelen
Hoe ga je het aanpakken, neem de ervaring van de vorige periode hierin mee!
Plaats dit bij Feedback in Eto!

Slide 28 - Tekstslide

Huiswerk
  1. Vragen maken uit LWP.
  2. Woorden opzoeken in Quizlet.
  3. Eind van de week: vragen nakijken met antwoordmodel.
  4. Vragen en woorden leren.
  5. Volgende week: 10-vragen-toets over de vragen en docent vraagt naar medisch termen.

Slide 29 - Tekstslide