les 5 Voeding en dieetleer

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
Lesdoelen (5 min)
Theorie (20 min)
Opdracht (30)
Afsluiting (5 min)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Energie beperkt dieet
Een energiebeperkt dieet wordt voorgeschreven bij overgewicht.
Waar let je op?
  • De voeding bevat minder calorieën.
  • Voorzichtig met suiker en vetten
  • Minder alcoholgebruik
  • Veel voedingsvezels bevatten
  • Veel water drinken
Als je gaat afvallen, wordt vet verbrand. Hierbij komen afvalstoffen vrij.
  • Hoe verlaten deze afvalstoffen onze lichaam?
Veel te bewegen zorgt dat je makkelijker lichaamsvet verbrand.
In groente, fruit, aardappelen, volkorenbrood, ontbijtgranen, peulvruchten en noten zitten veel voedingsvezels

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Energieverrijkt dieet
  • Mensen die erg mager of zwak zijn, hebben tijdelijk wat extra energie nodig, bv. na een grote operatie of bij kanker.
  • De voeding moet naast extra energie ook extra eiwit bevatten.
  • Waar let je op bij energieverrijkt dieet?



Wat is eiwit (proteïne)?
Eiwit is een voedingsstof, net als koolhydraten en vet. Eiwit levert (energie) calorieën en aminozuren. Aminozuren zijn bouwstenen voor het eiwit in lichaamscellen.

Slide 8 - Tekstslide

Voedingspatronen op basis van principes
  • Iemand kan een voedingspatroon of dieet volgen uit religieuze overwegingen maar ook andere principiële overwegingen kunnen een rol spelen.  Mensen letten op of voedsel gezond is of het milieu geen schade oploopt bij de productie en of er goed met dieren wordt omgegaan
  • Voorbeelden van voedingspatronen die rekening houden met dit soort overwegingen zijn
  1. Flexitarisch voedingspatroon / dieet
  2. Een vegetarisch voedingspatroon / dieet
  3. Een veganistisch voedingspatroon / dieet


Slide 9 - Tekstslide

Een flexitarisch voedingspatroon/ dieet
  • Bij dit voedingspatroon eet je vooral groenten, graanproducten en fruit. 
  • Je eet af en toe wel vlees vis en zuivel maar niet iedere dag en in kleine porties. Zo krijg je goede voedingsstoffen uit dierlijke producten binnen, maar niet te veel en dat is goed voor de gezondheid.

Slide 10 - Tekstslide

Een vegetarisch voedingspatroon/ dieet
  • Een vegetariër eet geen vlees, maar gebruikt wel dierlijke producten.
  • Bij een vegetarisch dieet is het belangrijk te zorgen voor vleesvervangers. Vlees levert goede voedingsstoffen als eiwitten en bepaalde vitaminen. Een vegetariër moet deze goede voedingsstof uit andere bronnen halen, bijvoorbeeld uit peulvruchten noten en zaden.
  • Welke producten zijn dat?

ei en zuivel

Slide 11 - Tekstslide

Een veganistische voedingspatroon/ dieet
  • Hierbij eet je helemaal geen vlees en vis, maar ook geen dierlijke producten als boter, melk en eieren.
  • Het risico op een tekort aan eiwitten en bepaalde vitaminen en mineralen is hier groot. Het is daarom belangrijk te zorgen voor andere bronnen, zoals peulvruchten, kant en klare vlees vervangers, sojaproducten noten en zaden.
  • Kennen jullie vlees vervangende producten?
Bonen, linzen en kikkererwten), tofu, tempé, ongezouten noten, pinda’s en pitten. Deze producten leveren voedingsstoffen die je vindt in vlees, zoals eiwit, ijzer, vitamine B1 en/of B12. 

Slide 12 - Tekstslide

Bij welk voedingspatroon past het gerecht het best? 
Vegatarisch
Flexitarisch 
Veganistisch

Slide 13 - Sleepvraag

Welke producten zijn een goede vervanging van vlees

A
Vis, tempé en brood
B
Vis, brood en tofu
C
Tofu, tempé, eieren, kaas
D
Via, tempe, eieren en brood

Slide 14 - Quizvraag

Wat is bloedsuiker of bloedglucose precies?
• Het lichaam haalt bloedsuiker vooral uit voeding.
Koolhydraten die je eet, zoals in brood, suiker en aardappelen, komen als glucose in het bloed. Deze bloedglucose (bloedsuiker) gaat het hele lichaam door en geeft alle cellen energie. Bloedsuiker is van levensbelang: je kunt niet zonder.
• Normaal gesproken houdt het lichaam het bloedsuikergehalte precies in evenwicht: niet te veel en niet te weinig.

Slide 15 - Tekstslide

Koolhydraten en bloedsuikerspiegel
  • Hoe herken je een lage bloedsuikerspiegel? --> ineens slap worden, trillen, verlies van concentratie.
  • Dat betekent dat de voorraad suikers of koolhydraten – de brandstof – op is en er te weinig glucose wordt aangemaakt. 
  • Glucose levert energie aan de lichaamscellen

Slide 16 - Tekstslide

Schommelingen in de bloedsuikerspiegel voor je door:
  • Een evenwichtig eetpatroon met 6 à 7 eetmomenten verdeeld over de dag.
  • Koek, gebak, chocolade en snoep te laten staan: de ‘snelle’ koolhydraten uit deze producten leveren snel energie, maar die is ook zo weer opgebruikt en dan moet je de voorraad weer aanvullen.
  • Vooral ‘langzame’ koolhydraten te eten uit volkorenproducten: de verbranding hiervan gaat langzamer, waardoor je langer energie houdt.
  • De verhouding tussen voedsel en activiteit goed in te schatten.

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht Canvas
  • Maak een folder over een bepaalde allergie of dieet. Je kunt dit zelf kiezen en gebruik de voorbeelden uit de les.
  • In de folder staat:
  • Informatie over de voedsel allergie of speciaal dieet
  • Plaatjes
  • Voedingstips
  • Recept wat hierbij past


Slide 18 - Tekstslide

Tips en tops

Slide 19 - Woordweb