H6.1 Soorten krachten

Hoofdstuk 6: Kracht en beweging
Paragraaf 1: Soorten krachten

Blz 52
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6: Kracht en beweging
Paragraaf 1: Soorten krachten

Blz 52

Slide 1 - Tekstslide

(Na) vandaag:
• Kun je met een voorbeeld uitleggen hoe een kracht de richting, de snelheid en de vorm van
een voorwerp kan veranderen.
• Kun je de kracht benoemen waarmee de aarde voorwerpen aantrekt.
• Kun je verschillende soorten krachten benoemen en er een voorbeeld bij geven.



Slide 2 - Tekstslide

Krachten zien (blz. 52)
Een kracht kun je niet zien. 
De uitwerking van een kracht kun je soms wel zien.
Veranderen van:
Vorm
Snelheid
Richting

Slide 3 - Tekstslide

Zwaartekracht (blz. 54)
Alles wat je laat vallen gaat naar de aarde toe.
De kracht waarmee de aarde voorwerpen aantrekt,
 noem je zwaartekracht.

Hoe zwaarder (= massa) een voorwerp,
 hoe groter de zwaartekracht (= gewicht).

Slide 4 - Tekstslide

Krachtmeter (blz. 56)
De zwaartekracht meten we in Newton (N).

De zwaartekracht kun je meten met een krachtmeter
Massa | gewicht
1 kg = 10 N
100 g = 1 N

Slide 5 - Tekstslide

Spierkracht (blz. 59)
Windkracht (blz. 59)

Slide 6 - Tekstslide

Veerkracht (blz. 59)
Waterkracht (blz. 59)

Slide 7 - Tekstslide

Magnetische kracht (blz. 60)
Mechanische kracht (blz. 60)

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak opgave 1 t/m 11
Bladzijde 53 en 54
Maak opgave 17 t/m 20
Bladzijde 58 en 61
timer
7:30

Slide 9 - Tekstslide

Antwoorden op de opgaven

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Belangrijkste begrippen van deze paragraaf:
  1. Kracht: verandering van richting, snelheid en vorm
  2. Soorten krachten (spier-, wind-, veer-, water, magnetisch-, mechanische-, en zwaartekracht)
  3. Zwaartekracht (aantrekkingskracht van de aarde)
  4. Massa (gram, kilogram) kun je meten met een weegschaal/balans
  5. Gewicht (newton, N) kun je meten met een krachtmeter

Slide 17 - Tekstslide

(Na) vandaag:
• Kun je de eenheid van kracht benoemen.
• Kun je uitleggen hoe een krachtmeter werkt.
• Kun je het verband geven tussen de zwaartekracht en de massa van een voorwerp.
• Kun je het verschil tussen de massa en het gewicht van een voorwerp uitleggen.
• Kun je vertellen hoeveel zwaartekracht er op een voorwerp van 1 kg werkt.



Slide 18 - Tekstslide

Zwaartekracht (blz. 54)
Alles wat je laat vallen gaat naar de aarde toe.
De kracht waarmee de aarde voorwerpen aantrekt,
 noem je zwaartekracht.

Hoe zwaarder (= massa) een voorwerp,
 hoe groter de zwaartekracht (= gewicht).

Slide 19 - Tekstslide

Krachtmeter (blz. 56)
De zwaartekracht meten we in Newton (N).

De zwaartekracht kun je meten met een krachtmeter
Massa | gewicht
1 kg = 10 N
100 g = 1 N

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag!

Proef 2 De eenheid newton (blz. 57-59)
  1. Maximaal 2 personen per opstelling
  2. Uitvoering stap voor stap volgen!
  3. Beantwoord alle vragen van de proef.

Maak opgave 12 t/m 16
Bladzijde 58

Slide 21 - Tekstslide

Antwoorden op de opgaven

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Belangrijkste begrippen van deze paragraaf:
  1. Kracht: verandering van richting, snelheid en vorm
  2. Soorten krachten (spier-, wind-, veer-, water, magnetisch-, mechanische-, en zwaartekracht)
  3. Zwaartekracht (aantrekkingskracht van de aarde)
  4. Massa (gram, kilogram) kun je meten met een weegschaal/balans
  5. Gewicht (newton, N) kun je meten met een krachtmeter

Slide 25 - Tekstslide