§ 7.2 Krachten meten

Krachten meten
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Krachten meten

Slide 1 - Tekstslide

Hoe tekenen we krachten?
Met een krachtenschaal kun je de grootte van een kracht bepalen.
Pijl is 5 cm
krachten schaal: 
1 cm = 25 N.
kracht is dan 
5 x 25 = 125 N

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de kracht benoemen, waarmee de aarde voorwerpen aantrekt. 
  • Je kunt het verband geven tussen de zwaartekracht en de massa van een voorwerp.

Slide 3 - Tekstslide

Zwaartekracht
Alles wat je laat vallen, gaat recht naar de aarde toe. Dat komt omdat alle voorwerpen door de aarde worden aangetrokken. De kracht waarmee de aarde voorwerpen aantrekt, noem je zwaartekracht.  


Slide 4 - Tekstslide

Zwaartekracht 
Hoe zwaarder het voorwerp, hoe groter de zwaartekracht. 
De zwaartekracht hangt af van de massa van het voorwerp.

Massa is de hoeveelheid materie van een voorwerp

Slide 5 - Tekstslide

Massa of gewicht of zwaartekracht 
Je koopt een kilo appels. In het dagelijks leven zeg je: “Het gewicht van de appels is 1 kilo.” Bij natuurkunde zeg je: “De massa van de appels is 1 kilogram.” 
Massa is een hoeveelheid. Massa geef je aan in gram (g) of kilogram (kg).  
 
De massa van de appels kun je voelen door de zwaartekracht. Als je de appels optilt, voel je het gewicht van de appels. Gewicht is een ander woord voor zwaartekracht

Slide 6 - Tekstslide

 De eenheid voor gewicht of zwaartekracht is Newton. Een voorwerp met een massa van 100 g heeft op aarde een zwaartekracht van 1 Newton. 
Newton kort je af met N.  
 Een voorwerp met een massa van 1 kg heeft een zwaartekracht van 10 N. 

 De eenheid Newton gebruik je ook voor alle andere krachten, bijvoorbeeld trekkracht en spierkracht.
De eenheid voor gewicht of zwaartekracht is Newton. Een voorwerp met een massa van 100 g heeft op aarde een zwaartekracht van 1 Newton.
Newton kort je af met N.
 Een massa van 1 kg heeft een zwaartekracht van 10 N.
 De eenheid Newton gebruik je ook voor alle andere krachten, bijvoorbeeld trekkracht en spierkracht.

Isaac Newton was een Engelse natuurkundige, wiskundige, astronoom, natuurfilosoof, alchemist, officieel muntmeester en theoloog.

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • Je kunt uitleggen hoe een krachtmeter werkt. 
  • Je kunt de eenheid van kracht benoemen. 
  • Je kunt de lengte van een vector uitrekenen.

Slide 8 - Tekstslide

Krachten meten
Krachten kun je meten met een krachtmeter, 
 of veerunster. 
Je leest het aantal Newton af waarmee de aarde 
aan het voorwerp trekt

Slide 9 - Tekstslide

Krachtmeter
Met een krachtmeter kun je dus krachten meten.
Het meetbereik is de grootste kracht die je met die meter kunt meten.  

Slide 10 - Tekstslide

Lengte van een vector (pijl) uitrekenen.

Slide 11 - Tekstslide

Onthouden!  
  • Massa is een hoeveelheid.  
  • De eenheid van massa is gram (g) of kilogram (kg).  
  • De kracht waarmee de aarde een voorwerp aantrekt, noem je de       zwaartekracht.  
  • De zwaartekracht hangt af van de massa van het voorwerp. 1 kg = 10 N
  • Gewicht is een ander woord voor zwaartekracht.  De eenheid van kracht   is  newton (N).   
  • Met een krachtenschaal kun je de lengte van een vector uitrekenen

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag  7.2


BBL vraag  28 t/m 34
KBL vraag 21 t/m 26

Slide 13 - Tekstslide