Basisbehoeften: de behoeften aan voeding, kleding en woonruimte. Deze behoeften zijn noodzakelijk.
Overige behoeften: alle andere behoeften die je hebt om je leven beter of prettiger te maken, bijvoorbeeld een tablet. Overige behoeften zijn niet noodzakelijk.
Slide 3 - Tekstslide
basisbehoeften
overige behoeften
ook wel luxe behoeften
Slide 4 - Tekstslide
Behoeften
Basisbehoeften
Overige behoeften (wensen)
Slide 5 - Tekstslide
Consumeren
Een manier om in je behoeften te voorzien is door het kopen van goederen. Dat heet consumeren.
Een consument is iemand die in zijn behoeften voorziet door iets te kopen.
Slide 6 - Tekstslide
Goederen en diensten
Goederen zijn tastbaar
Diensten zijn niet tastbaar
Slide 7 - Tekstslide
Middelen & schaarste
Om in je behoeften te voorzien heb je middelen
nodig. De belangrijkste middelen zijn:
geld
tijd
We hebben veel behoeften, maar onze middelen zijn beperkt. Iets is schaars als er niet genoeg van is om alle behoeften te vervullen.
Slide 8 - Tekstslide
Prioriteiten stellen
De meeste mensen hebben niet genoeg middelen om al hun behoeften te vervullen. Daarom moeten ze prioriteiten stellen: ze bepalen welke behoeften het belangrijkst zijn en welke minder belangrijk.
Het is verstandig om de meeste prioriteit te geven aan de basisbehoeften. Daarna komen de overige behoeften (luxegoederen).