3.1 Fictie - Spanning, start en einde

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

Werkoverzicht periode 3: lesstof, taken, toetsen, leeskring

1.3 Fictie: spanning in verhaal, 3 manieren begin, 2 soorten verhaaleindes

Slide 2 - Tekstslide

Welk boek dat niet-chronologisch is, heb jij gelezen?

Slide 3 - Open vraag

Vind je het fijn als een boek eindigt, terwijl nog niet alles duidelijk is over de afloop van het verhaal?
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quizvraag

verhaal

3 manieren

Slide 5 - Tekstslide

1. Ab ovo-begin = chronologisch vertellen vanaf de eerste gebeurtenis
2. In medias res-begin = eerst een spannende gebeurtenissen en later lees je de de gevolgen en de voorgeschiedenis
3. post rem-begin = begint met het eind

het leven van iemand
drugsverslaving, waardoor?, afkicken
moord

Slide 6 - Tekstslide

Wat betekent 'in media res-begin'?
A
Met het eind starten
B
Cliffhanger
C
Je leest later pas wat er aan de hand is
D
Chronologisch verhaal

Slide 7 - Quizvraag

Spanning in een verhaal
Een verhaal heeft spanning als je steeds verder wilt lezen.
Het verhaal roept vragen bij je op. 
Hoe nieuwsgieriger je bent naar de antwoorden, dus de ontknoping, hoe groter de spanning is.

Slide 8 - Tekstslide

Spanningsvraag bij het verhaal
Detective
Wie heeft het gedaan?
Liefdesroman
Krijgen ze elkaar?

Slide 9 - Tekstslide

Spanningsvraag bij deel van het verhaal
Die avond wachtte een grote verrassing.
Blut en hoe moest hij daar nu komen?

Slide 10 - Tekstslide

Als een hoofdstuk of aflevering van een serie op een  heel spannend moment eindigt, noem je dat een
Cliffhanger

Slide 11 - Tekstslide

Welk boek riep bij jou veel
spanning(svragen) op?

Slide 12 - Open vraag

Wat?
1.3 Fictie: 2, 3, 5, 6, 7a, 8abc, 9, 10
Hoe?
Online
Tijd?
Donderdag
Hulp?
Boek Talent, klasgenoot
Opbrengst?
Huiswerk
Klaar?
Taak 1/2

Slide 13 - Tekstslide