Schadebedrijf Voorbewerken

Schadebedrijf Voorbewerken

Aan het einde van de les kun je...

• De voorbereidende stappen voor het voorbewerken in een schadebedrijf toepassen.
• Op een veilige manier onderdelen demonteren, schoonmaken, schuren en plamuren volgens de voorschriften van het bedrijf.
• Een werkvolgorde bespreken en deze effectief volgen tijdens het uitvoeren van de opdracht.
• Problemen tijdens het voorbewerken herkennen en hulp vragen aan de begeleider.
• Je werkplek op een correcte manier opruimen en de gebruikte materialen en middelen schoonmaken en opbergen.

Wat weet je al over voorbewerken in een schadebedrijf?

Veiligheidsvoorschriften en -maatregelen

Doornemen van opdracht en veiligheidsmaatregelen.

Voorbereiding van de werkplek en verzamelen van gereedschappen

Benodigde gereedschappen verzamelen en de werkplek inrichten.

Demonteren van onderdelen volgens bedrijfsvoorschriften

Uitvoeren van demontage volgens voorschriften.

Reinigen en schuren van onderdelen

Onderdelen reinigen en schuren voorbereiden.

Plamuren en uitharden van onderdelen

Gedemonteerde onderdelen plamuren en uitharden.

Communicatie en evaluatie met de begeleider

Communicatie met begeleider voor feedback en hulp.

Probleemherkenning en om hulp vragen

Problemen herkennen en hulp vragen aan de begeleider.

Afronding en opruimen van de werkplek

Werkplek opruimen, materialen schoonmaken en opbergen.

Voorbewerken

Het proces van voorbereiden, reinigen, schuren en plamuren van auto-onderdelen om deze klaar te maken voor verdere bewerking zoals spuiten.

Werkvolgorde

Een gestructureerde lijst van taken die in een specifieke volgorde uitgevoerd moeten worden om een opdracht succesvol te voltooien.

Plamuren

Het opvullen van oneffenheden met een speciaal vulmiddel om een glad oppervlak te creëren voor verdere behandeling zoals lakken.

Uitharden

Het proces waarbij plamuur of een ander materiaal droogt of hard wordt zodat het verder bewerkt kan worden.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.