Les 1 grammatica

  • Lezen (10 minuten)
  • Doelen
  • Theorie
  • Opdrachten/huiswerk
  • Afsluiting
Welkom bij Nederlands!
Tekst
Mevrouw Doddema
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

  • Lezen (10 minuten)
  • Doelen
  • Theorie
  • Opdrachten/huiswerk
  • Afsluiting
Welkom bij Nederlands!
Tekst
Mevrouw Doddema

Slide 1 - Tekstslide

Welkom 
  • Telefoon op stil in de telefoontas of in je eigen tas.
  • Ga rustig zitten.
  • Pak je boek.
  • Zodra de les start luister je naar de docent en ben je stil.

Slide 2 - Tekstslide

Deze les tl
10 minuten lezen
5 minuten zinsontleding
5 minuten werkwoorden
20 minuten maken opdrachten 8, 9, 10, 11 en 12
5 minuten afsluiten

 

Doelen
  • Je weet wat werkwoorden zijn
  • je weet hoe je het persoonsvorm herkend
  • je weet wat een infitief is
  • je weet wat een voltooid deelwoord is

Slide 3 - Tekstslide

Deze les xl
10 minuten stillezen
10 minuten maken opdracht 6 en 7
5 minuten uitleg werkwoorden en werkwoordsvormen
15 minuten maken opdrachten 8, 9 en 10
5 minuten afsluiten


Doelen
  • Je weet wat werkwoorden zijn
  • je weet hoe je het persoonsvorm herkend
  • je weet wat een infitief is
  • je weet wat een voltooid deelwoord is

Slide 4 - Tekstslide

Lezen
timer
15:00

Slide 5 - Tekstslide

Zinsontleding en woordsoortbenoeming
Zinsontleding: Je knipt de zin in stukjes en gaat ze dan benoemen. Dit noemen we zinsdelen.

Wij/lopen/naar huis.

Als je de zinsdelen gaat benoemen noem je dit woordsoortbenoeming

Slide 6 - Tekstslide

Werkwoorden
Werkwoorden zijn woorden die je doet.
Het hele werkwoord noemen we een infitief, 
Een werkwoord kan verschillende vormen hebben. 
Bijvoorbeeld: loop, loopt, lopen, gelopen.
Liep, liepen.

Slide 7 - Tekstslide

Maken opdrachten 8, 9, 10, 11 en 12
maken opdrachten 8, 9, 10, 11 en 12

Slide 8 - Tekstslide

Werkwoord en werkwoordsvormen
Werkwoorden zijn de belangrijkste onderdelen in een zin.
Werkwoorden duiden wat er wordt gedaan of wat er gebeurt.

Werkwoordsvormen:
  • persoonsvorm (pv), belangrijkste, vind je door de tijd te veranderen, aantal te veranderen of door een vraagzin te maken
  • infinitief (inf), hele werkwoord, staat zo in het woordenboek
  • voltooid deelwoord (vdw) Horen bij (alle) persoonsvormen van hebben, worden en zijn.

Slide 9 - Tekstslide

Maken opdrachten 8, 9, 10 en 11

Slide 10 - Tekstslide

Volgende les
Volgende les: 
Gaan we verder met stillezen
Als je de vragen niet heb afgekregen is dat huiswerk
Gaan we de vragen nakijken

Slide 11 - Tekstslide