In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Hoofdletters: Schrijf je ze zo?
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Aan het einde van deze les kunnen leerlingen hoofdletters correct gebruiken.
Slide 2 - Tekstslide
Introduceer het leerdoel van de les en benadruk het belang van het correct gebruiken van hoofdletters.
Wat weet jij al over het gebruik van hoofdletters?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn hoofdletters?
Hoofdletters zijn grote letters die aan het begin van een zin, een naam of een titel worden gebruikt.
Slide 4 - Tekstslide
Beschrijf wat hoofdletters zijn en geef voorbeelden van waar ze worden gebruikt.
Wanneer gebruik je hoofdletters?
Je gebruikt hoofdletters aan het begin van een zin, een naam, een titel en bij sommige specifieke woorden zoals 'Nederland' en 'God'.
Slide 5 - Tekstslide
Leg uit wanneer leerlingen hoofdletters moeten gebruiken en geef voorbeelden van specifieke woorden die met een hoofdletter worden geschreven.
Oefenen: Zinnen corrigeren
Lees de zinnen en corrigeer ze waar nodig: 'ik ga naar school. Mijn juf heet juf de vries.'
Slide 6 - Tekstslide
Laat leerlingen hun schrijfvaardigheid oefenen door zinnen te corrigeren waar nodig.
Oefenen: Namen en titels
Schrijf de namen en titels met hoofdletters: 'de koningin van nederland, jan jansen de derde, het boek de avonturen van tom sawyer'
Slide 7 - Tekstslide
Laat leerlingen hun kennis toepassen door namen en titels correct te schrijven met hoofdletters.
Oefenen: Schrijf een verhaal
Schrijf een kort verhaal van vijf zinnen met minimaal drie woorden die met een hoofdletter moeten worden geschreven.
Slide 8 - Tekstslide
Laat leerlingen creatief zijn en hun schrijfvaardigheid oefenen door een kort verhaal te schrijven.
Extra uitdaging
Schrijf een brief aan de burgemeester van jouw stad waarin je minimaal vijf woorden met een hoofdletter gebruikt.
Slide 9 - Tekstslide
Geef leerlingen een extra uitdaging om hun schrijfvaardigheid te verbeteren.
Samenvatting
We hebben geleerd wat hoofdletters zijn, wanneer je ze moet gebruiken en we hebben geoefend met het schrijven van zinnen, namen, titels en een verhaal.
Slide 10 - Tekstslide
Vat de belangrijkste punten van de les samen en bevestig het leerdoel.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 11 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 12 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 13 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.