accentwoorden

Welk woord is goed geschreven?
A
zee egel
B
zeeëgel
C
zee-egel
D
zeeegel
1 / 20
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welk woord is goed geschreven?
A
zee egel
B
zeeëgel
C
zee-egel
D
zeeegel

Slide 1 - Quizvraag

Schrijf het missende woord:
Sinds vorige week is ............... huis helemaal klaar.
(het huis is van Dylan)

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Schrijf het missende woord:
De kinderen spelen nog vaak met ............... legotrein.
(de legotrein is van opa)

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Schrijf het missende woord:
Gisteren werd .........>>>. portemonnee gevonden.
(de portemonnee is van Laurens)

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Hoe schrijf je op de goede manier
de telefoon van José?
A
Josés telefoon
B
José's telefoon
C
Josés' telefoon
D
Josees telefoon

Slide 8 - Quizvraag

Hoe schrijf je op de goede manier
de geschiedenis van Enschede?
A
Enschedes geschiedenis
B
Enschede's geschiedenis
C
Enschedes' geschiedenis
D
Enschedé's geschiedenis

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Welke woorden zijn goed geschreven?
En welke woorden zijn fout geschreven?
naäpen
weeïg
geoefend
reünie
petroleüm
naief
goed
goed
goed
fout
fout
fout

Slide 11 - Sleepvraag

Welk woord is goed geschreven?
A
elektriciën
B
meeëten
C
officiëel
D
coördinatie

Slide 12 - Quizvraag

Welk woord is fout geschreven?
A
geautomatiseerd
B
geeuropeaniseerd
C
geijzeld
D
gevarieerd

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Welke woorden zijn goed geschreven?
En welke woorden zijn fout geschreven?
canapee
trofé
ponies
lolly's
baby'tje
ponietje
goed
goed
goed
fout
fout
fout

Slide 15 - Sleepvraag

Welk woord is goed geschreven?
A
crepe
B
crêpe
C
crépe
D
crèpe

Slide 16 - Quizvraag

Welk woord is goed geschreven?
A
barriere
B
barriêre
C
barriére
D
barrière

Slide 17 - Quizvraag

Welk woord is goed geschreven?
A
cliche
B
clichê
C
cliché
D
clichè

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Welke woorden zijn goed geschreven?
En welke woorden zijn fout geschreven?
Lars fiets
Peters computer
Hamza's jas
s' ochtends
's nachts
AOWer
goed
goed
goed
fout
fout
fout

Slide 20 - Sleepvraag