4 HAVO HH Grammatik

Extra info PTA 4H

Let op!!!

De nadruk van dit PTA ligt op het toepassen v.d. grammatica.

De toets bestaat uit woordjes, een paar zinnen maar voornamelijk uit... Grammatica! Neem dit document goed door.

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Extra info PTA 4H

Let op!!!

De nadruk van dit PTA ligt op het toepassen v.d. grammatica.

De toets bestaat uit woordjes, een paar zinnen maar voornamelijk uit... Grammatica! Neem dit document goed door.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Voordat de naamvallen volgen... KEN DE REGELS VOOR DER/DIE/DAS UIT JE HOOFD!


en dan bedoel ik ook uit je hoofd... bekijk de volgende dia aandachtig..


Al die Kahoots zijn niet voor niks, doe er je voordeel mee!


 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Je vindt de naamvallen op je stencil....
Het helpt je echter ZOVEEL (!!!) wanneer je onderstaande info uit je hoofd kent!!!
  • 1e naamval/Nominativ = onderwerp
  • ALTIJD BIJ DE WW: SEIN, WERDEN, BLEIBEN

  • 2e naamval/Genitiv = bv. bep. van bezit
  • ALTIJD NA: wegen/trotz/während/statt/innerhalb/ausserhalb/infolge

  • 3e naamval/Dativ = meewerkend voorwerp
  • ALTIJD BIJ DE WW: HELFEN, DANKEN, GRATULIEREN
  • ALTIJD NA: mit/nach/bei/seit/von/zu/aus

  • 4e naamval/Akkusativ = lijdend voorwerp
  • ALTIJD BIJ DE WW: BITTEN, FRAGEN, ES GIBT
  • ALTIJD NA: durch/für/ohne/um/bis/gegen/entlang

Slide 8 - Tekstslide

Vorige dia goed bekeken?!
Ken de zinsdelen!!!!!!!

1e naamval = onderwerp + sein/werden/bleiben
2e naamval = ,,van"
3e naamval = meewerkend voorwerp + (o.a.) helfen/danken/gratulieren (+ voorzetsels)
4e naamval = lijdend voorwerp + (o.a.) fragen/bitten/es gibt (+ voorzetsels!)

Slide 9 - Tekstslide

Übung macht den Meister...
Gebruik je gele stencil.

  1. Ich habe ...... (jouw) Freund im Kino gesehen.
  2. Ich werde ...... (mijn) Freundin gratulieren.
  3. Anna bleibt ...... (mijn) beste Freundin.
  4. Ich möchte mit ...... (jullie) Schwestern mitfahren!

Slide 10 - Tekstslide

Antworten
1. deinen
--> wie/wat + gezegde + ow (óf hij/hem) regel.
Wie heb ik gezien? --> hem, dus! 4e naamval
2. meiner
--> ,,gratulieren" dús 3e naamval
3. meine
--> ,,bleiben" dús 1e naamval
4. euren
--> ,,mit" dús 3e naamval

 

Slide 11 - Tekstslide

,,Personalpronomen"
Eigenlijk hetzelfde kunstje.. gebruik je blad.
(de vóórkant dit keer!!!)

Denk aan de regels van de naamvallen....

Voorbeeld:
Ich möchte ...... (hem) herzlich gratulieren.
Antwoord: ihm
Want: ,,gratulieren" dús 3e naamval

Slide 12 - Tekstslide