4.4. Een onrustige opstand

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

4.2. Burgers en bestuur LES-1

4.4 EEN ONRUSTIGE OPSTAND

OPSCHUDDING IN DER NEDERLANDEN

PLANNING

LEERDOELEN
TERUGBLIK
HISTORISCH SUDOKU
TOETS NABESPREKEN
BLOOKET?
AFSLUITEN

LEERDOELEN

LEERDOEL 1: Aan het einde van de les kun voorbeelden noemen waarom de Nederlanders bij voorbaat ontevreden zijn over Filips II.

LEERDOEL 2: Je kunt verschillende soorten oorzaken en gevolgen onderscheiden.

WOORDWEB, TERUGBLIK NAAR VORIGE LEERSTOF 

Wat: Maak een woordweb over 4.3 Keizerlijke Karel.

Hoe: Zelfstandig, gebruik kernwoorden en verbanden.

Hulp: Niet duidelijk? Vraag de docent.

Tijd: Let op de timer, je hebt 20 minuten.

Uitkomst: Herhaal en verbind leerstof van vorige lessen.

Klaar: Lees alvast 4.4 'Een onrustige opstand', focus op 4.4.1.

HERHALING, WOORDWEB

4.3 KEIZERLIJKE KAREL

PERSONEN

GEBEURTENISSEN

BEGRIPPEN

WOORDWEB, TERUGBLIK NAAR VORIGE LEERSTOF 

Wat: Maak een woordweb over 4.3 Keizerlijke Karel.

Hoe: Zelfstandig, gebruik kernwoorden en verbanden.

Hulp: Niet duidelijk? Vraag de docent.

Tijd: Let op de timer, je hebt 20 minuten.

Uitkomst: Herhaal en verbind leerstof van vorige lessen.

Klaar: Lees alvast 4.4 'Een onrustige opstand', focus op 4.4.1.

IN BOTSING MET EEN NIEUWE VORST

FILIPS II ONPOPULAIR 

1. Oorlogen: Hoge kosten, leiden tot belastingverhogingen.
2. Centralisatie: Voortzetting van Karel V's beleid.

SPAANSE EDELEN: Bestuurlijke rollen in Nederlanden.

1. Margaretha van Parma: Aangesteld als landvoogdes.
2. Protestantisme groeit: Ondanks bloedplakkaten en vervolging.

SMEEKSCHRIFT DER EDELEN 

Verzoek om verzachting van anti-protestantse maatregelen.

1. Versoepeling: Tijdelijke stop op vervolging leidt tot opleving protestantisme.
2. Onvrede met Filips II: Groeit onder Nederlandse bevolking.

DENKEN ALS EEN HISTORICUS 

OORZAKEN EN GEVOLGEN;

Directe en indirecte oorzaken: 

1. Directe oorzaken zijn gebeurtenissen, 
2. Indirecte oorzaken zijn processen.

1. Economische: Economisch is alles wat met arbeid en geld te maken heeft
2. Religieuze: Religieus is alles wat met geloof te maken heeft
3. Politieke: Politiek is alles wat met organisatie en bestuur te maken heeft.
4. Sociale: Sociaal is hoe mensen in een samenleving met elkaar omgaan.

ECONOMISCH

RELIGIEUS 

POLITIEK

SOCIAAL

Hoe mensen in een samenleving met elkaar omgaan

Alles wat met geloof te maken heeft

Alles wat met arbeid en geld te maken heeft

Alles wat met organisatie en bestuur te maken heeft

DENKEN ALS EEN HISTORICUS 

BEDOELDE EN ONBEDOELDE GEVOLGEN 

Sommige gevolgen, zoals gebiedswinst na een oorlog, zijn BEDOELD. Maar andere gevolgen, zoals lijden aan een onbekende ziekte na een ontdekkingsreis, zijn ONBEDOELD. Sommige gevolgen worden pas na jaren duidelijk, terwijl andere gevolgen al meteen zichtbaar zijn.

AAN HET WERK

WAT: Lees paragraaf 4.4.1 "In botsing met een nieuwe vorst" uit hoofdstuk 4 "Opschudding in de Nederlanden" en voltooi de oorzaak en gevolg opdracht.

HOE: Zelfstandig werken met het ontvangen werkblad.

HULP: Vraag de docent bij onduidelijkheden.

TIJD: Controleer de timer om te zien hoeveel tijd je hebt.

UITKOMST: Voltooi de opdracht volgens de instructies op het werkblad.

KLAAR: Als je klaar bent, ga verder met opdrachten 1A, 1B, en 2C.

WAT WAS EEN ONBEDOELD GEVOLG VAN FILIPS II'S BELEID IN DE NEDERLANDEN?

1. De versterking van de katholieke kerk
2. De Beeldenstorm
3. De invoering van de Bloedplakkaten
4. Het behoud van de monarchale controle

WELKE CATEGORIE PAST HET BESTE BIJ DE INVOERING VAN DE BLOEDPLAKKATEN DOOR FILIPS II?

1. Economisch
2. Religieus
3. Politiek
4. Sociaal

AFSLUITEN