§1 schaal

§1 schaal
ik weet wat schaal betekent.

ik weet wat een vergrotingsfactor is en ik kan ermee rekenen.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

§1 schaal
ik weet wat schaal betekent.

ik weet wat een vergrotingsfactor is en ik kan ermee rekenen.

Slide 1 - Tekstslide

SCHAAL

Net als bij tekeningen worden kaarten en voorwerpen op schaal getekend of gemaakt. 

Slide 2 - Tekstslide

SCHAAL
In werkelijkheid is de Eiffeltoren 6000 keer  zo groot als de sleutelhangers. 

De schaal is 1: 6000

Je spreekt dit uit als: 1 staat tot 6000.

Slide 3 - Tekstslide

1 : 6000
LET OP!

De maat bij de schaal is altijd in CM.

1 : 6000
Als de tekening 1 cm is, is de werkelijkheid 6000 cm.





Slide 4 - Tekstslide

Even oefenen
Het model van de motor is op  schaal gemaakt. In werkelijkheid is de motor 15 keer zo groot.

Wat is de schaal van het model?

Hoe spreek je dit uit?

Slide 5 - Tekstslide

Even oefenen

Wat is de schaal van het model?
1 : 15

Hoe spreek je dit uit?
1 staat op 15

Slide 6 - Tekstslide

De modelauto is gemaakt op schaal
 1 : 18

Hoeveel keer groter is de auto in werkelijkheid?


18 keer groter.

Slide 7 - Tekstslide

Vergrotingsfactor
De auto is in werkelijkheid 18 keer groter.

De vegrotingsfactor is 18.

Het getal waarmee vermenigvuldigd wordt, is de vergrotingsfactor. 

Slide 8 - Tekstslide

Vergrotingsfactor
Bij berekeningen met een schaal kun je een pijlenketting gebruiken. 

Boven de pijl komt de vegrotingsfactor.

1   : 18
in tekening      x 18    in werkelijkheid

Slide 9 - Tekstslide

Even oefenen
De tekening is gemaakt op schaal 
1 : 120.

Welke vergrotingsfactor hoort bij deze tekening?

 
120

Slide 10 - Tekstslide

Even oefenen
De werkelijke lengte van de muur kun je met een pijlenketting berekenen.



4  x 120 = 480 cm

Voor en achter de pijlenketting staat altijd dezelfde maat. 



 

Slide 11 - Tekstslide

huiswerk 
maak   § 6,1

Slide 12 - Tekstslide