Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
K4 - maandag 23-9 (meervoud zn)
K4 - maandag 23 september
1 / 22
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
In deze les zitten
22 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
K4 - maandag 23 september
Slide 1 - Tekstslide
Vorige les
6.3 werkwoordspelling: wanneer een t, d of dt?
Opdracht 4 en 5 gemaakt
Vandaag
6.3 opdracht 4 en 5 bespreken
Starten met 6.3 meervoud van zelfstandige naamwoorden
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
6.3 opdracht 4 en 5 bespreken
Opdracht 4:
Staat het werkwoord in de tegenwoordige tijd of in de verleden tijd? Of wordt er een voltooid deelwoord gebruikt?
Opdracht 5:
Vul de juiste vorm van het werkwoord in. De tijd is gegeven: tt, vt of vd.
Slide 4 - Tekstslide
Antwoorden opdracht 4
Antwoorden opdracht 5
Slide 5 - Tekstslide
Zelfstandig naamwoord
Mens, dieren en planten
Dingen die je kan zien (stoel, deur, zon, auto)
Dingen die je
niet
kan zien (geloof, hoop, liefde)
Je kan er 'de, 'het' of 'een' voor zetten
Je kan er een verkleinwoord of meervoud van maken
(hek - hekje- hekken)
Eigen namen (Johan, Utrecht, december, Noordzee)
Slide 6 - Tekstslide
Meervoud zelfstandig naamwoord (ZNW)
Meestal plak je een +s of +en achter het woord.
een lepel - twee lepel
s
een bord - twee bord
en
Slide 7 - Tekstslide
Meervoud zelfstandig naamwoord (ZNW)
Meestal plak je een +s of +en achter het woord.
Maar let wel op
Soms moet je een klinker (a-e-i-o-u) weghalen.
een noot - twee n
o
ten
Soms moet je er een medeklinker bij zetten.
een mes - twee me
ss
en
Slide 8 - Tekstslide
Wat is het meervoud van:
plant
Slide 9 - Open vraag
Wat is het meervoud van:
druppel
Slide 10 - Open vraag
Meervoud zelfstandig naamwoord (ZNW)
Woorden die eindigen op a - i - o - u - y krijgen +'s
opa - opa's
ski - ski's
accu - accu's
hobby - hobby's
Slide 11 - Tekstslide
Wat is het meervoud van:
taxi
Slide 12 - Open vraag
Meervoud zelfstandig naamwoord (ZNW)
Woorden die eindigen op ee krijgen +ën
ree - reeën
idee - ideeën
traptree - traptreeën
Slide 13 - Tekstslide
Meervoud zelfstandig naamwoord (ZNW)
Een woord dat eindigt op een s, krijgt meestal een z .
huis - huizen
kies - kiezen
haas - hazen
Slide 14 - Tekstslide
Meervoud zelfstandig naamwoord (ZNW)
Een woord dat eindigt op een f, krijgt meestal een v .
staaf - staven
erf - erven
Slide 15 - Tekstslide
Meervoud zelfstandig naamwoord (ZNW)
Sommige krijgen +eren
kind - kinderen
rund - runderen
ei - eieren
blad -bladeren
Slide 16 - Tekstslide
Alles door elkaar oefenen
Slide 17 - Tekstslide
Wat is het meervoud van:
raaf
Slide 18 - Open vraag
Wat is het meervoud van:
relatie
Slide 19 - Open vraag
Wat is het meervoud van:
oma
Slide 20 - Open vraag
Wat is het meervoud van ree?
Slide 21 - Open vraag
6.3 opdracht 9,10 en 13
Slide 22 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Les 1 week 46 Meervoud zelfstandige naamwoorden
November 2022
- Les met
23 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Meervoud zelfstandignaamwoord
November 2022
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Meervoud zelfstandige naamwoorden
Maart 2022
- Les met
39 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
Meervoud zelfstandige naamwoorden
September 2024
- Les met
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
Les 1 week 46 Nederlands
November 2021
- Les met
36 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
H631 2.8 spelling
November 2021
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
K4- woensdag 25/9 (samenstelling + overzicht 6.3)
September 2024
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Campus 1 LES 16 Woorden onderzoeken
Oktober 2022
- Les met
21 slides
Nederlands
Secundair onderwijs