Hoekensom driehoek

Wat heb je vorige les geleerd?
  • Hoe je een gelijkbenige driehoek herkent.
  • Hoe je een gelijkzijdige driehoek herkent.
  • Hoe je een rechthoekige driehoek herkent.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat heb je vorige les geleerd?
  • Hoe je een gelijkbenige driehoek herkent.
  • Hoe je een gelijkzijdige driehoek herkent.
  • Hoe je een rechthoekige driehoek herkent.

Slide 1 - Tekstslide

Wat leer je deze les?
  • Wat de hoekensom driehoek inhoud.
  • Hoe je een hoek in een driehoek kan berekenen a.d.h.v. de       hoekensom driehoek.

Slide 2 - Tekstslide

Hoekensom driehoek
Bij ELKE driehoek geldt: de drie hoeken zijn samen 180 graden.
Het maakt dus niet uit hoe de driehoek er uit ziet.

Waarom is dit zo? 
Dat kan je zien in het volgende filmpje.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Hoekensom driehoek
De driehoeken van een driehoek vormen dus samen een gestrekte hoek. En jij weet dat een gestrekte hoek altijd 180 graden is.

We gaan een voorbeeld opgave doen.

Slide 5 - Tekstslide

Correcte notatie!

Slide 6 - Tekstslide

De hoekensom van een driehoek is
A
90 graden
B
180 graden
C
270 graden
D
360 graden

Slide 7 - Quizvraag

Reken uit hoe groot hoek c is. Schrijf ook je berekening op!

Slide 8 - Open vraag

HOEKENSOM
Hoe groot is de bovenste hoek? Noteer ook je berekening

Slide 9 - Open vraag


Slide 10 - Open vraag

Schets

Slide 11 - Tekstslide

Berekening
  • 2 gelijke benen dus gelijkbenige driehoek.
  • Wat weet je dan van hoek D en hoek E?
  • Wat weet je al van hoek D?
  • Wat weet je van de zijde DF en EF?


Slide 12 - Tekstslide

Berekening
  • 2 gelijke benen dus gelijkbenige driehoek.
  • Wat weet je van de zijde DF en EF?
  • Even lang 
  • Wat weet je dan van hoek D en hoek E?
  • Even groot
  • Wat weet je al van hoek D?
  • 68 graden
Berekening: 

Slide 13 - Tekstslide

Berekening
Zijde DF en FE zijn evenlang, dus hoek D 
en hoek E zijn even groot.  Hoek D is 68 graden. 
Berekening: 
Hoek E = 68 graden (Basishoeken).
Hoek F = 180 - 68 - 68 = 44 graden (hoekensom driehoek)


Slide 14 - Tekstslide

Welke letter moet ik toevoegen om een driehoek te kunnen maken van D en F?
A
A
B
B
C
H
D
E

Slide 15 - Quizvraag

Einde van de les
  • Ik blijf aanwezig voor vragen. 
  • Je kunt gaan werken aan je taak. 
  • Tot morgen!

Slide 16 - Tekstslide