2 Zelfstandig naamwoord - der, die of das?

Zie hoofdstuk 2 Basisbuch
Zelfstandig naamwoord: der, die of das?
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Zie hoofdstuk 2 Basisbuch
Zelfstandig naamwoord: der, die of das?

Slide 1 - Tekstslide

kommst
lesen
beginnt
bleibe
kommt
arbeitet
ich
Sie
du
er
ihr
es

Slide 2 - Sleepvraag


Als een woord biologisch mannelijk is, is het lidwoord 
A
der
B
die
C
das

Slide 3 - Quizvraag


Als een woord biologisch vrouwelijk is, is het lidwoord 
A
der
B
die
C
das

Slide 4 - Quizvraag


Verkleinwoorden eindigen vaak op -chen (bijvoorbeeld Mädchen). Deze woorden zijn altijd
A
mannelijk, der
B
vrouwelijk, die
C
onzijdig, das

Slide 5 - Quizvraag


Een woord dat eindigt op -ung, -schaft of -keit is altijd  
A
mannelijk, der
B
vrouwelijk, die
C
onzijdig, das

Slide 6 - Quizvraag


Als een woord biologisch vrouwelijk is, is het lidwoord 
A
der
B
die
C
das

Slide 7 - Quizvraag


Een woord dat eindigt op -e is meestal wel
A
mannelijk, der
B
vrouwelijk, die
C
onzijdig, das

Slide 8 - Quizvraag


Als het lidwoord in het Nederlands het is, is het lidwoord in het Duits meestal wel
A
der, mannelijk
B
die, vrouwelijk
C
das, onzijdig
D
x

Slide 9 - Quizvraag

    JETZT DU!

Slide 10 - Tekstslide


Stier is mannelijk (der) omdat....
A
het eindigt op een e
B
je in het Nederlands het als lidwoord hebt
C
het biologisch mannelijk is
D
het eindigt op -ung

Slide 11 - Quizvraag


Geschwindigkeit (=snelheid) is vrouwelijk (die) omdat....
A
het eindigt op een e
B
je in het Nederlands het als lidwoord hebt
C
het biologisch vrouwelijk is
D
het eindigt op -keit

Slide 12 - Quizvraag


Problem is onzijdig (das) omdat....
A
het eindigt op een e
B
je in het Nederlands het als lidwoord hebt
C
het biologisch vrouwelijk is
D
het eindigt op -ung

Slide 13 - Quizvraag


Junge is mannelijk (der) omdat....
A
het eindigt op een e
B
je in het Nederlands het als lidwoord hebt
C
het biologisch mannelijk is
D
het eindigt op -ung

Slide 14 - Quizvraag


Frage is vrouwelijk (die) omdat....
A
het eindigt op een e
B
je in het Nederlands het als lidwoord hebt
C
het biologisch vrouwelijk is
D
het eindigt op -ung

Slide 15 - Quizvraag


Idee is vrouwelijk (die) omdat....
A
het eindigt op een e
B
het biologisch mannelijk is
C
het biologisch vrouwelijk is
D
het eindigt op -ung

Slide 16 - Quizvraag


Freundschaft is vrouwelijk (die) omdat....
A
het eindigt op een e
B
je in het Nederlands het als lidwoord hebt
C
het biologisch vrouwelijk is
D
het eindigt op -schaft

Slide 17 - Quizvraag


Tante is vrouwelijk (die) omdat....
A
het eindigt op een e
B
je in het Nederlands het als lidwoord hebt
C
het biologisch vrouwelijk is
D
het eindigt op -schaft

Slide 18 - Quizvraag

Vielen Dank!

Slide 19 - Tekstslide