Alles wat je doet, zoals lachen en naar iets kijken, is gedrag. Ook geluiden maken, slapen, geurstoffen afgeven en zelfs gewoon stilstaan zijn voorbeelden van gedrag.
Slide 2 - Tekstslide
Ethologie
Studie van gedrag
Ethogram -> Hulpmiddel om gedrag te bestuderen.
Bevat beschrijvingen van handelingen van het dier.
Een ethogram wordt voorafgaand aan de observatie gemaakt.
Slide 3 - Tekstslide
Gedragsonderzoek
Ethogram
Protocol
Slide 4 - Tekstslide
Prikkel
Inwendige prikkel
Uitwendige prikkel
Slide 5 - Tekstslide
Respons
Slide 6 - Tekstslide
Gedrag ontstaat als respons op een prikkel
Prikkel
Intern
Extern
Gedrag
Handelingen
Respons
Slide 7 - Tekstslide
Aangeboren en aangeleerd gedrag
Aangeboren gedrag (nature/erfelijk)
Aangeleerd gedrag (nurture)
Slide 8 - Tekstslide
Verschillende vormen van leren
- Gewenning
Slide 9 - Tekstslide
Verschillende vormen van leren
- Gewenning
- Inprenting
Herkennen van ouders
Slide 10 - Tekstslide
Verschillende vormen van leren
- Gewenning
- Inprenting
- Trail and error / proefondervindelijk leren
Slide 11 - Tekstslide
Verschillende vormen van leren
- Gewenning
- Inprenting
- Trail and error / proefondervindelijk leren
- Conditionering
Met belonen en straffen
Slide 12 - Tekstslide
Samenwerken
Daar is een taakverdeling voor nodig!
Bijen hebben werksters, een koningin en darren met eigen functie
Slide 13 - Tekstslide
Sociaal gedrag
= gedrag van soortgenoten ten opzichte van elkaar
signaal = handeling die als prikkel werkt voor de volgende handeling van een soortgenoot.
Communicatie = afgeven van signalen
Slide 14 - Tekstslide
Taakverdeling
Sommige dieren vertonen ander gedrag dan hun soortgenoten. Alle individuen in de groep hebben hierdoor een betere overlevingskans.
Slide 15 - Tekstslide
Territoriumgedrag
Territorium = gebied rond de nestplaats
Territoriumgedrag = gedrag om het territorium af te bakenen en te verdedigen tegen indringers.
Territorium gedrag uit zich in dreiggedrag. Dreiggedrag heeft kenmerken van aanvalsgedrag als van vluchtgedrag.
Slide 16 - Tekstslide
Territoriumgedrag
Dreiggedrag = gedrag bedoeld om indringers te verjagen
Slide 17 - Tekstslide
Territoriumgedrag
Aanvalsgedrag = gedrag waarbij een dier gaat vechten met een ander dier
Slide 18 - Tekstslide
Paringsgedrag
Baltsgedrag = om partner aan te trekken en te motiveren voor paring
Slide 19 - Tekstslide
Broedzorg
Het verzorgen van eieren en jongen
Slide 20 - Tekstslide
Verantwoorde behuizing
Om natuurlijk gedrag te stimuleren is er steeds meer aandacht voor verantwoorde behuizing van dieren
Slide 21 - Tekstslide
Nadelen onverantwoorde huisvesting
- Verwondingen
Slide 22 - Tekstslide
Rangorde in groepen
De plaats van een dier in de groep
Sterkste en meest dominante dier bovenaan
Bij kippen = pikorde
Slide 23 - Tekstslide
Imponeer
gedrag
Dreiggedrag waarin een dier zich zo groot en indrukwekkend mogelijk maakt.
Slide 24 - Tekstslide
Leren speelt een grote rol
Gedrag wordt beïnvloed door normen en waarden
Gedrag bij mensen
Slide 25 - Tekstslide
Normen en waarden
Waarden: een opvatting over wat belangrijk is. Bijvoorbeeld: eerlijkheid.
Normen: gedragsregels die gebaseerd zijn op waarden. Bijvoorbeeld: niet stelen, niet liegen, niet spieken.
Soms botsen normen, bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting en geen discriminatie.
Slide 26 - Tekstslide
Communicatie
Is bij mensen ver ontwikkeld.
Uitgebreide taal.
Ook muziek, schrijven, film gelaatsuitdrukkingen.
Gebaren en omgangsvormen
Slide 27 - Tekstslide
Rolgedrag en rolpatroon
Gedrag dat bij een bepaalde rol hoort = rolpatroon
Slide 28 - Tekstslide
Overeenkomsten
Verschillen
- Beide worden bepaald door erfelijke factoren en aangeleerd gedrag
- Beide zijn gevoelig voor sleutelprikkels en supranormale prikkels
- Beide vertonen territoriumgedrag, imponeergedrag en dreiggedrag
- Het gedrag bij mensen wordt sterker bepaald door leerprocessen
- Mensen kunnen hun gedrag beter beoordelen aan de hand van normen en waarden