Het schrijfdossier - het betoog

Het schrijfdossier: het perfecte betoog schrijven
Leesvaardigheid + schrijfvaardigheid
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Het schrijfdossier: het perfecte betoog schrijven
Leesvaardigheid + schrijfvaardigheid

Slide 1 - Tekstslide

Programma les 1 + 2 
LESDOEL: ik herhaal mijn kennis van leesvaardigheid + ontdek hoe een betoog in elkaar steekt 

  • Wat kun je verwachten?                                 5-10 minuten
  • Voorbereidende opdrachten                       3 lesuren
  • Afsluiter

Slide 2 - Tekstslide

Wat kun je verwachten?
Periode 2: 
  • Blogsite maken 
  • Het schrijven van een betoog (weging 2)

Periode 3 / 4:
  • Het schrijven van een uiteenzetting (weging 3)

Dalton:
- Werken aan je taalverzorging + spelling    -->     s.o. 30 januari 
- wekelijks +- 20 minuten tijdens daltonuren taken spelling maken

Slide 3 - Tekstslide

Schrijfvaardigheid

  •  Algemene schrijfvaardigheid verbeteren; 
  • Hoe je een tekst goed opbouwt, gebruikmakend van een schrijfplan;
  • Hoe je een betoog schrijft; 
  • Hoe je een uiteenzetting schrijft;
  • Signaalwoorden gebruiken om je tekst te verduidelijken 


Leesvaardigheid

  • De 4 manieren van inleiden om de lezer te prikkelen; 
  • Wat een standpunt is en hoe deze wordt geformuleerd;
  • Argumentatie herkennen;  
  • Signaalwoorden & tekstverbanden herkennen 

DOELEN

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Aan de slag 
Classroom - het schrijfdossier - Opdracht 1 




HOE: eerste 10 minuten in stilte werken
KLAAR: ga vast verder met opdracht 2


Samen lezen & starten
Belangrijk:
je leert door de opdrachten te maken

Slide 6 - Tekstslide

Noteer één ding dat je vandaag te weten gekomen bent

Slide 7 - Open vraag

Het schrijfdossier
Leesvaardigheid + schrijfvaardigheid

Slide 8 - Tekstslide

Programma les 3  
LESDOEL: leren hoe je je jouw betoog perfect voorbereidt (en dat direct doen!) 

  • Terugblik                                                                                5-10 minuten
  • Aan de slag: opdracht 2 --> je betoog voorbereiden     
  • Afsluiter

Slide 9 - Tekstslide

(herhaling vorige les)
Waar voldoet een goed standpunt aan?
A
Hij moet controversieel zijn
B
Hij moet actueel en interessant zijn
C
Het bevat het werkwoord 'moeten'
D
Hij moet positief geformuleerd zijn

Slide 10 - Quizvraag

Waar voldoet een goed standpunt aan?
1. Controversieel 
Over een stelling moet je het met elkaar oneens kunnen zijn. Bovendien moet je als voorstander evenveel kans hebben om te winnen als de tegenstander. 

Fout: ‘Het vrouwenstemrecht moet worden ingetrokken.’ → Hier hebben de voorstanders het wel heel wat moeilijker dan de tegenstanders.  

Goed: ‘Het kiesrecht moet verdiend worden.’
Goed: ‘Eten en drinken moeten belastingvrij worden.’






Slide 11 - Tekstslide

Waar voldoet een goed standpunt aan?
2. Actueel & interessant 
Niets is slaapverwekkender dan te debatteren over een stelling die niemand interessant vindt. 

Fout: ‘Het seksleven van de eendagsvlieg moet worden behandeld bij het vak biologie.’ → En daar moeten we 12 minuten over praten? 

Goed: ‘Het lesprogramma van het vak biologie moet interessanter.’






Slide 12 - Tekstslide

Waar voldoet een goed standpunt aan?
3. Bevat het werkwoord 'moeten' 
Nu is er situatie X en dat moet veranderen naar situatie Y. Daarom moet het woord moeten erin voorkomen. 

Fout: ‘Kunst is onzinnig.’ → Er wordt geen verandering voorgesteld. 

Goed: ‘Kunst moet minder subsidie krijgen.’







Slide 13 - Tekstslide

Waar voldoet een goed standpunt aan?
4. Moet positief geformuleerd zijn 
Een positief geformuleerde stelling houdt in dat er geen ontkenning in voorkomt. Je gebruikt dus het woordje ‘niet’, ‘geen’, ‘nooit’ niet. Daarmee voorkom je dat het onduidelijk is waar je nu precies voor of tegen moet zijn.  

Fout: ‘De NS moet zorgen dat de treinen niet meer te laat komen.’ → Voor een tegenstander geldt dan dus ‘De NS moet niet zorgen dat de treinen niet meer te laat komen.’
Dat kan wel duidelijker. 

Goed: ‘De NS moet zorgen dat de treinen op tijd komen.’







Slide 14 - Tekstslide

Wat is een weerlegging?

Slide 15 - Woordweb

Opdracht 1: Vraag 15 - drie weerleggingen
(5)Sommige mensen beweren dat vapen nog steeds een minder schadelijk alternatief is voor traditioneel roken, want tot nog toe is niet bewezen dat vapen net zo schadelijk is. Toch zijn er steeds meer onderzoeken die laten zien dat ook vapen heel schadelijk is voor de gezondheid. Daarbij wist men in de beginjaren van de sigaret ook nog niet hoe schadelijk deze was. Het zou goed kunnen dat bij de vape hetzelfde gebeurt en dat er in de komende jaren steeds meer bewijs verzameld wordt dat vapen toch net zo schadelijk is als de sigaret. Ook stappen veel jongeren vanuit vapen over naar een echte sigaret, waardoor ze nog meer gezondheidsrisico lopen. 

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 1: Vraag 15 - drie weerleggingen
(5)Sommige mensen beweren dat vapen nog steeds een minder schadelijk alternatief is voor traditioneel roken, want tot nog toe is niet bewezen dat vapen net zo schadelijk is. Toch zijn er steeds meer onderzoeken die laten zien dat ook vapen heel schadelijk is voor de gezondheid(1). Daarbij wist men in de beginjaren van de sigaret ook nog niet hoe schadelijk deze was. (2)Het zou goed kunnen dat bij de vape hetzelfde gebeurt en dat er in de komende jaren steeds meer bewijs verzameld wordt dat vapen toch net zo schadelijk is als de sigaret. Ook stappen veel jongeren vanuit vapen over naar een echte sigaret, waardoor ze nog meer gezondheidsrisico lopen. 

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag 
Classroom - het schrijfdossier - opdracht 2





HOE: eerste 10 minuten in stilte werken
KLAAR: start opdracht 3 (als je schrijfplan is goedgekeurd!) 


Samen lezen & starten
Belangrijk:
Werk stap voor stap  

Slide 18 - Tekstslide

Wat is een weerlegging?

Slide 19 - Open vraag

Het schrijfdossier
Leesvaardigheid + schrijfvaardigheid

Slide 20 - Tekstslide

Programma les 4 
  • Terugblik                                                                                5-10 minuten
  • Aan de slag: schrijfplan           
  • Afsluiter

Slide 21 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een goed standpunt met daaronder een argument

Slide 22 - Open vraag

Hoe noem je het laatste argument?
Het is fijn dat de aarde opwarmt, want dan kunnen we in ons eigen land lekker veel zonnen (argument voor). Maar de kans dat je huidkanker krijgt, wordt daardoor wel een stuk groter (tegenargument).
Toch hoeft dat geen probleem te zijn, want als je je goed insmeert met een hoge factor verklein je die kans aanzienlijk. 

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag 
Classroom - het schrijfdossier - opdracht 3




HOE: eerste 10 minuten in stilte werken


Samen
schrijfplan invullen
Belangrijk: 
schrijfplan éérst goed laten keuren

Slide 24 - Tekstslide

Noteer jouw tegenargument + weerlegging

Slide 25 - Open vraag

Het schrijfdossier
Leesvaardigheid + schrijfvaardigheid

Slide 26 - Tekstslide

Programma  les 5   
LESDOEL: De perfecte inleiding schrijven 

  • Terugblik                                                                             5
  • Aan de slag:  schrijven inleiding                           
  • Afsluiter

Slide 27 - Tekstslide

Wat is een weerlegging?

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Video

Aan de slag 
Classroom - het schrijfdossier - opdracht 3 



RESULTAAT: klassikaal bespreken



- Houd je schrijfplan erbij
- Schrijf je perfecte inleiding
timer
10:00

Slide 30 - Tekstslide

Jouw inleiding
Check: 
- Wordt de lezer nieuwsgierig gemaakt?
- Komt je standpunt duidelijk naar voren?
- Geen argumenten in de inleiding
- Is je inleiding aantrekkelijk?
- Bestaat je inleiding uit minstens 3 zinnen?
Verbeter waar nodig
timer
5:00

Slide 31 - Tekstslide

Jouw inleiding
Wie wil? 

Slide 32 - Tekstslide

Programma les 6  
LESDOEL: leren hoe je een goede inleiding schrijft + het perfecte betoog afschrijven

  • Terugblik               
  • Zo schrijf je een goede inleiding                                   5 min. 
  • Aan de slag: schrijven verschillende inleidingen           
  • Afsluiter

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Aan de slag 
Classroom - het schrijfdossier - opdracht 3 





HOE: eerste 10 minuten in stilte werken



- Houd je schrijfplan erbij
- Kijk goed naar het beoordelingsmodel
- Schrijf je inleiding als laatst (volgende les uitleg!)

Slide 35 - Tekstslide

Programma les 6  
NOG AFMAKEN!

--> inleiding schrijven
--> nogmaals beoordelingsmodel checken 

Slide 36 - Tekstslide