welvaart en groei hoofdstuk 1 test
Dit is de waarde van alle in een land geproduceerde goederen en diensten
A
bbp
B
ppb
C
bnp
D
nbp
1 / 12
Onderdelen in deze les
Dit is de waarde van alle in een land geproduceerde goederen en diensten
A
bbp
B
ppb
C
bnp
D
nbp
Slide 1 - Quizvraag
Met welke 2 methoden kunnen we het bbp berekenen?
Slide 2 - Open vraag
Het bbp van Nederland is de bruto toegevoegde waarde van bedrijven + bruto toegevoegde waarde van de overheid
A
niet waar
B
waar
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Bij de subjectieve methode tel ik alle primaire inkomens bij elkaar op.
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen welvaart in enge zin en welvaart in ruime zin
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
De economische kringloop gaat over een ......periode.
A
middellange (5 jaar)
B
zeer korte (1 maand)
C
korte (1 jaar)
D
lange (10 jaar)
Slide 8 - Quizvraag
De gezinnen ontvangen Y (inkomen) als beloning. Waaraan geven zij dit uit?
Slide 9 - Open vraag
Het totaal aan geld dat naar bedrijven stroomt is;
Slide 10 - Open vraag
Voor gezinnen geldt;
Y =
Y =
A
O + C + I
B
C + B + S
C
E + S + C
D
C + B + I
Slide 11 - Quizvraag
Wat geeft de betalingsbalans van een land weer?
A
alle in- en uitgaande goederen van een land
B
alle in- en uitgaande beleggingen van een land
C
alle financiële transacties tussen een land en het buitenland
D
alle geldstromen die te maken hebben met de productiefactoren
