Studiewijzer bakkerij

Studiewijzer bakkerij
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
Consumptieve techniekPraktijkonderwijsLeerjaar 1-3

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Studiewijzer bakkerij

Slide 1 - Tekstslide

Doel
Materialen
Deeg
Beslag bereiden
Spuiten met een spuitzak
Bak technieken

Slide 2 - Tekstslide

Welke producten
kan je kopen in een bakkerij?

Slide 3 - Woordweb

Veilig werken in de bakkerij!
Gevaren kunnen zijn:
  1. Hete ovens
  2. Gladde vloeren
  3. Scherpe materialen
  4. Onhygienische ruimte
  5. Stoffen
  6. Licamelijk belasting (hitte)
  7. Machines

Slide 4 - Tekstslide

Welke van de 7 gevaren, vind jij het gevaarlijkst?
Hete ovens
Gladde vloeren
Werken met stoffen
Scherpe materialen
Licahamelijke belasting
Onhygienische ruimte
Machines

Slide 5 - Poll

1

Slide 6 - Video

00:59
Wat zou jij anders doen?
A
Netjes werken
B
Veiliger werken
C
Meer bloem gebruiken
D
Meer gooien met materialen

Slide 7 - Quizvraag

Deeg soorten

Slide 8 - Tekstslide

Deegsoorten
  • kookdeeg
  • zoetdeeg (123 deeg)
  • brooddeeg
  • bladerdeeg 

Slide 9 - Tekstslide

Wat maak ik van kookdeeg?
A
Croissants
B
Koffiebroodjes
C
Pistolets
D
Soesjes

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de juiste verhouding van een 1,2,3 zoetdeeg?
A
100gr bloem, 200 gr boter en 300 gr suiker
B
100 gr boter, 200 gr bloem en 300 gr suiker
C
100 gr suiker, 200 gr boter en 300 gr bloem
D
100 gr suiker, 200 gr bloem en 300 gr boter

Slide 11 - Quizvraag

Hoe heet het ingredient, waardoor brood rijst?
A
B
C
D

Slide 12 - Quizvraag

Waar wordt bladerdeeg "niet" voor gebruikt?
A
B
C
D

Slide 13 - Quizvraag

Beslag

Slide 14 - Tekstslide

Beslag soorten
  • cakebeslag
  • pannekoeken beslag
  • soezenbeslag 

Slide 15 - Tekstslide

Welke vind jij lekkerder; cake met of zonder appel? Geef je keuze!

Slide 16 - Poll

3

Slide 17 - Video

00:26
Welke soorten cake gaat hij maken?
A
warme, koude en de omgekeerde methode
B
hete, koude en de omgekeerde methode
C
lauwe, koude en de ijsmethode
D
op zijn kop, hete en koude methode

Slide 18 - Quizvraag

02:31
Waarom is de warme methode niet geschikt om een vulling in te doen?
A
vulling blijft er op liggen
B
vulling zakt naar de bodem
C
vulling blijft in het midden zitten
D
vulling lost op, door de warmte

Slide 19 - Quizvraag

03:43
Welke cake methode is geschikt voor een vulling?
A
omgekeerde en warme methode
B
alle drie de methodes
C
warme en koude methode
D
koude en omgekeerde methode

Slide 20 - Quizvraag

Samenvatting cakebeslag
  • warm beslag
Hierbij wordt de boter er gesmolten aan toegevoegd, ideaal voor normale cake
  • koud beslag
Hierbij wordt de boter luchtig geklopt en niet verwarmd, ideaal voor cake met vulling
  • Omgekeerde methode
Hierbij wordt als laatste de losgeklopte eieren er aan toegevoegd, ideaal voor cake met vulling

Slide 21 - Tekstslide

1

Slide 22 - Video

00:28
Waarom mag de melk, niet in 1 keer erbij?
A
Omdat het beslag te dun wordt
B
Om geen klontjes te krijgen
C
Omdat het recept niet klopt
D
Dan kan jezelf de rest op drinken

Slide 23 - Quizvraag

Werken met een spuitzak

Slide 24 - Tekstslide

Handleiding spuitzak 1
plaats het benodigde spuitmondje in de spuitzak

Slide 25 - Tekstslide

Handleiding spuitzak 2
Draai de spuitzak boven het spuitmondje enkele slagen en duw dit van bovenaf in het spuitmondje. Zo voorkom je dat tijdens het vullen de vulling er al uit loopt.

Slide 26 - Tekstslide

Handleiding spuitzak 3
Vouw de spuitzak tot ongeveer halverwege open. Plaats je linkerhand onder de vouw om de zak goed vast te kunnen houden.

Slide 27 - Tekstslide

Handleiding spuitzak 4
Vul de spuitzak met behulp van een spatel.  Als je het vasthouden tijdens het vullen lastig vindt, kun je de spuitzak ook over een litermaat hangen,

Slide 28 - Tekstslide

Handleiding spuitzak 5
Vouw de spuitzak terug omhoog en draai deze zodat de spuitzak op spanning komt te staan. Trek ook het spuitmondje terug zodat de vulling eruit kan.

Slide 29 - Tekstslide

Handleiding spuitzak 6
De spuitzak is klaar om te gebruiken. Houd met je rechterhand de zak bovenaan vast en oefen hiermee druk uit. Met je linkerhand kun je richten.

Slide 30 - Tekstslide

Masterclass spuitzak gebruiken

Slide 31 - Tekstslide

Maak een foto van rozet, die jij gespoten hebt, met de spuitzak!

Slide 32 - Open vraag

Bakkerij technieken

Slide 33 - Tekstslide

2

Slide 34 - Video

01:48
Wat is de reden dat gist en zout apart moeten zijn, bij het maken van een deeg?
A
is niet lekker
B
brood wordt te groot
C
gist werkt dan niet
D
wordt brood te zout

Slide 35 - Quizvraag

01:57
Hoe lang moet je deeg kneden?
A
10 min.
B
20 min.
C
15 min.
D
25 min.

Slide 36 - Quizvraag

2

Slide 37 - Video

01:24
Hoe controleer je, of je een goede bol hebt gemaakt?
A
het deeg veert niet terug
B
Er zit een gat in het deeg
C
Het deeg veert terug

Slide 38 - Quizvraag

02:52
Welke vormen, heeft zij aan het brood gegeven?
A
vierkant en rond
B
rechthoek en ruit
C
bol en punt
D
vierkant en punt

Slide 39 - Quizvraag

1

Slide 40 - Video

02:35
Maak een foto van je eigen vlechtbrood?

Slide 41 - Open vraag

Materialen in de bakkerij!

Slide 42 - Tekstslide

Waar is de garde?
A
B
C
D

Slide 43 - Quizvraag

Waar is de weegschaal?
A
B
C
D

Slide 44 - Quizvraag

Waar is de deegkrabber?
A
B
C
D

Slide 45 - Quizvraag

Waar is de spatel?
A
B
C
D

Slide 46 - Quizvraag

Waar zijn de spuitzak mondjes?
A
B
C
D

Slide 47 - Quizvraag

Waar is de bekken?
A
B
C
D

Slide 48 - Quizvraag

Waar is de silliconen bakmat?
A
B
C
D

Slide 49 - Quizvraag

Waar is de deegroller?
A
B
C
D

Slide 50 - Quizvraag

Wat weet je nog
allemaal van deze les?

Slide 51 - Woordweb

Waar wil je meer van weten
Deeg maken
Beslag maken
Materialen
Veilig werken in de bakkerij
Spuiten met een spuitzak

Slide 52 - Poll

Einde

Slide 53 - Tekstslide