PTA oefenen

Bakkerij
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
HbrMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Bakkerij

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leren voor het PTA bakkerij

Slide 2 - Tekstslide

eerst ga ik toets doornemen 
dan de dias 
daarna spritsen bakken in de bakkerij

uitleg ik ga de onderdelen van het pta met jullie bespreken. de antwoorden op deze onderdelen moet je zelf vinden. als alles genoteerd is begin in met de deegsoorten en dan de begrippenlijst. die aansluit bij de dia's dan even 5 minuten rust daarna en dan gaan we materialen herkenning doen en de bakkerij in.
Leerdoelen voor vandaag;

  • Herhaling deegsoorten
  • Bakkerij begrippen leren
  • Bakkerij materialen leren
  • Herhaling spuit technieken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Type hier een titel
Soorten boterdegen
3 traditionele manieren:
- Zetdeeg(kruimeldeeg)
- Wrijfdeeg
- Roerdeeg

Verschillen in de manier waarop de boter wordt verwerkt.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie
Zetdeeg = zo stevig dat je het kan uitrollen
--> kruimeldeeg, tijdens het maken ontstaan er kruimels

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Theorie
Roerdeeg = koeken die uitvloeien tijdens het bakken
--> hele dunne koekjes

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kruimeldeeg= er ontstaan kruimels bij het maken van deeg

1 grote deegbak die je kan rollen tot een deegpil
Wrijfdeeg= maak je door te wrijven over de werkbank

Kan je niet uitrollen 
Spuiten met een spuitzak

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie
Wrijfdeeg= luchtig gewreven deeg
--> met een spuitzak op een bakplaat spuiten

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

vaktaal
Wrijfdeeg= grondstoffen mengen door te wrijven
Spuitzak
Zacht en luchtig= boter is wit van kleur
Citroenrasp= citroenschil met suiker
Manchet= omgevouwen bovenkant van de spuitzak

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bakkerij begrippen 


Ambachtelijk; vakmensen, handwerk, familiebakkerijen, kleine bakkerijen (de Warme Bakker)

Industrieel; bakkerijfabrieken, grote ketens, weinig vakmensen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij een ambachtelijke bakkerij werken weinig vakmensen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Soorten bakkersbedrijven
Bake-offbakkerijen (afbakken);
voorgebakken broodjes worden afgebakken en verkocht.

Make-offbakkerijen (afmaken);
Halffabricaten afwerken tot bijvoorbeeld gebak.

Instorebakkerij(in een supermarkt); koude bakker
Een bakkerij in een supermarkt

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten bakkersbedrijven
Bij koude bakkers gaat het om de verkoop van niet zelf vervaardigd brood en banket, eventueel in combinatie met de vervaardiging van (kleine) broodproducten via een opwarmoven en/of de verkoop van chocolade en suikerwerk. 

Bij warme bakkers gaat het om de verkoop van zelf vervaardigd brood en banket.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Productgroepen
Groot- en klein brood; Groot moet gesneden worden voordat per persoon te verdelen is, kleinbrood is voor 1 persoon. 

Krokant- en zacht brood; Krokante broodsoorten hebben een wat dikkere, knapperige korst. Zachte broodsoorten hebben een dunne, zachte korst.

Gevuld- en ongevuld brood; Gevuld brood kan een zoete of hartige vulling hebben. Ongevuld brood heeft geen vulling.




Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Productgroepen
Zoet gevuld en hartig gevuld brood;
Zoete vullingen zijn bijvoorbeeld krenten, rozijnen en gekonfijte vruchten. Denk aan het koffiebroodje van meneer Zwartenkot.
Hartige vullingen zijn bijvoorbeeld gehakt, vleeswaren, groenten en kaas. Denk aan het frikandelbroodje van meneer Vreeburg.

Getoerd gerezen deeg; ongevuld:
Dit zijn broodjes die gemaakt zijn met een getoerd deeg; Nederlandse toer, Franse toer of snelle toer. Denk aan croissants.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Assortiment
Breed assortiment; veel verschillende producten
Voorbeeld: broden, croissant, banket etc.
Smal assortiment = verkoopt geen verschillende productgroepen, maar juist allemaal
producten uit één groep. Bijvoorbeeld een bakker. Hij verkoopt alleen producten uit de groep 'brood en gebak' Een bakker heeft dus een smal assortiment.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Assortiment
Diep assortiment; veel verschillende soorten van een product
Voorbeeld: Croissant; chocolade-, ham/kaas, kaas croissant

Ondiep assortiment; een bedrijf biedt weinig verschillende producten aan van een
bepaalde groep.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Warenwet
De Warenwet heeft als doel:
  • Het beschermen van de volksgezondheid    het beschermen van de veiligheid van de consument (geldt ook voor niet-levensmiddelen)
  •     Het bevorderen van de eerlijkheid in de handel.

De Warenwet stelt eisen aan:
  • De samenstelling van eet- en drinkwaren
  • De hygiëne
  • De afwezigheid van giftige bestanddelen in eet- en drinkwaren
  • De hulpstoffen die bij de bereiding mogen worden gebruikt.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Microbiologische gevaren: bacteriën, schimmels, virussen en parasieten.
Chemische gevaren: oftewel schadelijke stoffen: dioxines,
zware metalen, schimmelgifstoffen, resten bestrijdingsmiddelen,
enzovoorts.
Fysische gevaren: glas, botdeeltjes, scherpe metaal- of
houtdeeltjes, enzovoorts.
Macro biologische gevaren: dit is de levende/dode groep
macro-ingrediënten. Hieronder vallen organismen die
met het blote oog te zien zijn, zoals ratten, muizen, vliegen,
overige insecten of delen van deze organismen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) houdt toezicht op de naleving van de Warenwet.

Controleurs van de NVWA controleren de hele productieketen. Van grondstof tot eindproduct en van inkoop tot verkoop.

Afhankelijk van de inspectiehistorie en de grootte van het bedrijf varieert de boete voor het overtredingen van € 1.360 tot € 9.000.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar staan de letters van HACCP voor;

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Materialen in de bakkerij!

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Basisreceptuur
Zoek de veschillen

Slide 28 - Tekstslide

Vorige week besproken. 
Bloem is altijd 100% 
Roerdeeg hoog in vet en suiker. 

Aan de slag!
Maak alle opdracht voor het PTA
daarna gaan we de bakkerij in


Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies