N2A 2 april

Welkom!
1
2
Je boek

Groter scherm, je
 telefoon en laders
leerlingaccount
@noorderlicht.nl
klascode  
oofie
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
1
2
Je boek

Groter scherm, je
 telefoon en laders
leerlingaccount
@noorderlicht.nl
klascode  
oofie

Slide 1 - Tekstslide

lessonup.app

inloggen met  leerlingaccount @noorderlicht.nl
Surf    naar

Slide 2 - Tekstslide

Lesplan

Verder met   H4  Lezen

kernzin, hoofd- en bijzaken




Slide 3 - Tekstslide


Einde les
Weet je kernzin,
hoofdzaak en bijzaken,
hoofdgedachte,
alinea's








Slide 4 - Tekstslide

Deel  1

Tekst  5    blz. 182

Slide 5 - Tekstslide

Met chauffeur Adrie over de A3

Tekst  5
B e r o e p e n t e s t


Waar gok je dat Tekst  5   over gaat aan de hand van de titel?

Slide 6 - Tekstslide



Waarop was je gok gebaseerd?
A
op de titel Tekst 5
B
op titel en de ondertitel

Slide 7 - Quizvraag



Hoe noem je bij NED het centrale onderwerp van een tekst?
A
de hoofdgedachte
B
de hoofdgedachte

Slide 8 - Quizvraag



Wat wordt bij NED bedoeld met het 'hoofdgedachte' ?

A
centrale onderwerp van een tekst
B
een gedachte
C
een idee

Slide 9 - Quizvraag



'Hoofdgedachte' betekent

Slide 10 - Open vraag


Hoeveel alinea's heeft Tekst 5?

Slide 11 - Open vraag

Niet alle informatie in een tekst is even belangrijk.

De belangrijkste informatie noem je hoofdzaak.

Minder belangrijke dingen worden genoemd: bijzaken .

In een alinea staat de hoofdzaak meestal in de eerste zin, of in de laatste zin. 
Hoofdzaak en bijzaken
Die zin is de kernzin.

Slide 12 - Tekstslide

Lees   Tekst  5


Welke alinea's  horen bij de inleiding? 

Welke alinea's zijn het slot? 

Slide 13 - Tekstslide



Noteer de kernzin van alinea 2

Slide 14 - Open vraag



Wat zijn de andere zinnen in alinea 2 ?
A
bijzaakzinnen met uitleg en voorbeelden
B
bijzaakzinnen met voorbeelden
C
bijzaakzinnen met uitleg

Slide 15 - Quizvraag

Alinea 4

Wat is de kernzin?

Slide 16 - Open vraag

Alinea 5

Hoe is al. 5 opgebouwd?
A
eerst de kernzin, daarna voorbeelden
B
eerst de kernzin, daarna komt er uitleg
C
eerst voorbeelden, aan het eind de kernzin

Slide 17 - Quizvraag



Alinea 2 r. 10-11

"Meestal slaap ik in een hotel, met 's ochtends uiteraard een goed ontbijt."
A
is de hoofdzaak
B
is een bijzaak

Slide 18 - Quizvraag



Alinea 4 r. 21

"Ik koop echt nooit een vette hap."
A
is de hoofdzaak
B
is een bijzaak

Slide 19 - Quizvraag



Alinea 5 r. 23

"Volgens Derks heeft het beroep ook heus wel nadelen."
A
is de hoofdzaak
B
is een bijzaak

Slide 20 - Quizvraag

Alinea 4 r. 20

"Sommige sjoofs leven op tankstationvoedsel"

Wat bedoelt Derks met 'sjoofs'?

Slide 21 - Open vraag

Alinea 4
'leven op tankstationvoedsel'

Welke andere aanduiding daarvoor staat er in de alinea?

Slide 22 - Open vraag


Noem een voorbeeld van 'een vette hap'

of benzinepompstationvoedsel

Slide 23 - Open vraag

Einde les
tot de volgende keer

Slide 24 - Tekstslide


tijd voor vragen


Slide 25 - Tekstslide