Les maandag 27-03-2023

Leerdoel

  • Je kunt na afloop van de les de theorie van de optimale valutagebieden uitleggen en aangeven welke problemen zich dan bij de Europese Unie voordoen.
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Leerdoel

  • Je kunt na afloop van de les de theorie van de optimale valutagebieden uitleggen en aangeven welke problemen zich dan bij de Europese Unie voordoen.

Slide 1 - Tekstslide

Hoe gaan we dat doen?

  • Herhaling door middel van quizvragen rond valuta en monetair beleid.
  • Uitleg van de theorie optimale valutagebieden.
  • Documentaire: laatste kans voor de euro.

Slide 2 - Tekstslide

Het beleid van de overheid is gelijkgesteld aan de conjuncturele ontwikkeling. Welk beleid is van toepassing?
A
Anti-cyclisch (begrotings)beleid
B
Pro-cyclisch (begrotings)beleid

Slide 3 - Quizvraag

Kies de juiste automatische stabilisatoren in een economische neergang.
A
werkloosheidsuitkeringen
B
degressief belastingstelsel
C
hypotheekrenteaftrek
D
export

Slide 4 - Quizvraag

Wisselkoersen
Ontstaan door vraag en aanbod 

Appreciatie = stijging wisselkoers
Depreciatie = daling wisselkoers 

Slide 5 - Tekstslide

Verschuivingen ontstaan door:

* Veel vraag naar valuta door:
- Hoge rente
- Veel export 
* Op den duur niet aantrekkelijk, omdat de wisselkoers stijgt. 


* Veel aanbod valuta door:
- Lage rente 
- Veel import
* Op den duur aantrekkelijk, omdat de wisselkoers daalt.

Slide 6 - Tekstslide

= saldo betalings-balans-
Voorbeeld van een betalings-balans

Slide 7 - Tekstslide

Betalingsbalans en wisselkoers 
Positief saldo -> wisselkoers apprecieert -> export daalt import stijgt -> betalingsbalans in evenwicht

Negatief saldo -> wisselkoers deprecieert -> export stijgt import daalt -> betalingsbalans in evenwicht 
Alleen bij variabele wisselkoersen!

Slide 8 - Tekstslide

Frankrijk gaat 250 vliegtuigen verkopen aan Australië. Hierdoor:
A
daalt het aanbod van €
B
daalt de vraag naar €
C
stijgt het aanbod van €
D
stijgt de vraag naar €

Slide 9 - Quizvraag

Nederlandse vakantiegangers boeken minder vakanties naar Zuid-Afrika. Hierdoor:
A
daalt het aanbod van €
B
daalt de vraag naar €
C
stijgt het aanbod van €
D
stijgt de vraag naar €

Slide 10 - Quizvraag

China gaat meer mijnen (grondstoffen) overkopen in Afrika. Hierdoor:
A
daalt het aanbod van yuan
B
daalt de vraag naar yuan
C
stijgt het aanbod van yuan
D
stijgt de vraag van yuan

Slide 11 - Quizvraag

De import van EMU stijgt, wat gebeurt er met de euro?
A
meer vraag naar de euro, dus appreciatie van de euro
B
meer aanbod van de euro, dus depreciatie van de euro
C
meer vraag naar de euro, dus depreciatie van de euro.
D
meer aanbod van de euro, dus appreciatie van de euro.

Slide 12 - Quizvraag

De rente in de VS gaat omhoog.
Wat is het effect op de wisselkoers
$/€?
A
Veel vraag naar dollars, dus appreciatie $
B
Veel vraag naar dollars, dus depreciatie $
C
Veel aanbod van dollars, dus appreciatie $
D
Veel aanbod van dollars, dus depreciatie $

Slide 13 - Quizvraag

Saldo betalingsbalans EMU is positief, het effect op wisselkoers euro is ...?
A
vraag euro's > aanbod euro's: depreciatie €
B
aanbod euro's > vraag euro's: appreciatie €
C
vraag euro's > aanbod euro's: appreciatie €
D
aanbod euro's > vraag euro's: depreciatie €

Slide 14 - Quizvraag

De ECB streeft naar een inflatie van ongeveer 2%. Wat zal de ECB doen wanneer de inflatie te laag wordt?
A
Rente verlagen
B
Rente verhogen
C
Wachten tot dat het vanzelf weer beter gaat
D
Minder geld in omloop brengen

Slide 15 - Quizvraag

Door de rente te verlagen kan de ECB de economie in de eurozone stimuleren?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Er is hoogconjunctuur.
Wat moet de ECB doen om de inflatie laag te houden?
A
V verlagen
B
T verhogen
C
De rente verhogen
D
De rente verlagen

Slide 17 - Quizvraag

Stel: de ECB verhoogt de rente.
Wat gebeurt er dan met de koers
van de €?
A
de koers blijft gelijk
B
de koers stijgt
C
de koers daalt

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Vragen
  • Hoe werd vroeger het verschil in arbeidsproductiviteit gecompenseerd tussen verschillende landen in Europa?
  • Leg uit waarom met hedendaags rentebeleid van de Europese Unie dat niet meer kan.
  • Benoem wat de  overblijvende opties zijn en waarom dan eigenlijk de transfer-unie als enige overblijft?

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video