5.4 bewegen 2k remmen en botsen les 6

Bewegen 
hoofdstuk 6.4 eerste helft - kl
Remmen en botsen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bewegen 
hoofdstuk 6.4 eerste helft - kl
Remmen en botsen

Slide 1 - Tekstslide

Een auto rijdt weg bij een verkeerslicht.
Wat voor beweging is dit?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 2 - Quizvraag

Je moet op de fiets afremmen, omdat de spoorbomen dichtgaan.
Wat voor beweging is dit?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 3 - Quizvraag

Een marathonloper rent met een constante snelheid.
Wat voor beweging is dit?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 4 - Quizvraag

Wat voor soort beweging maakt een parachutist als hij zijn parachute opent?
A
Eenparig
B
Versneld
C
Vertraagd

Slide 5 - Quizvraag

In de afbeelding zie je de beweging van een fietser. Waar staat de fietser stil bij een stoplicht?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 6 - Quizvraag

In de afbeelding zie je de beweging van een fietser. Wat voor een beweging hoort bij nummer 2?
A
vertraagd
B
eenparig
C
versneld

Slide 7 - Quizvraag

In de afbeelding zie je de beweging van een fietser. Wat voor een beweging hoort bij nummer 5?
A
vertraagd
B
eenparig
C
versneld

Slide 8 - Quizvraag

In de afbeelding zie je de beweging van een fietser. Wat voor een beweging hoort bij nummer 7?
A
vertraagd
B
eenparig
C
versneld

Slide 9 - Quizvraag

Bekijk dit plaatje goed.

Slide 10 - Tekstslide

Wat voor beweging maakt het meisje op de scooter
A
Een eenparige beweging
B
Een versnelde beweging
C
Een vertraagde beweging
D
Ze geeft gas

Slide 11 - Quizvraag

Welke grafiek hoort bij een eenparige beweging ?

Slide 12 - Tekstslide

Welke grafiek(en) horen bij een eenparige beweging?
A
A en C
B
A en D
C
B en D
D
B en C

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Hoe heette de grafiek die je net zag?
A
Afstand-snelheidgrafiek
B
Afstand-tijdsgrafiek
C
Versnelling-tijdsgrafiek
D
Snelheid-tijdsgrafiek

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoelen Paragraaf 6.4
  • Je kunt uitleggen wat de remweg van een auto is.
  • Je kunt drie factoren noemen die de lengte van de remweg bepalen. 
  • Je kunt aan de hand van een grafiek uitleggen wat het verband is tussen de beginsnelheid en de remweg. 
  • Je kunt uitleggen wat het verband is tussen de massa en de remweg. 
  • Je kunt uitleggen wat bedoeld wordt met de reactietijd en de reactie-afstand. 
  • Je kunt de stopafstand berekenen die een auto nodig heeft om te stoppen.

Slide 19 - Tekstslide

Introductie
Waar moet je allemaal rekening mee houden als je moet remmen?
Wat heeft allemaal inlvoed?

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

De remweg
Als het rempedaal van een auto wordt ingetrapt, neemt de snelheid af. Tijdens het remmen legt de auto nog wel een bepaalde afstand af. Deze afstand wordt de remweg genoemd. Hoe langer de remweg, hoe groter de kans is op een ongeluk. Hoe lang de remweg is, hangt af van:
  • De beginsnelheid
  • De totale massa van de auto
  • De remkracht

Slide 22 - Tekstslide

 De beginsnelheid
De beginsnelheid is de snelheid op het moment dat de auto begint te remmen. Hoe groter de beginsnelheid, hoe langer de remweg.
De totale massa van de auto
Hoe groter de massa van een auto, hoe langer de remweg. Een volgeladen vrachtwagen heeft een langere remweg dan een lege.
De remkracht
Hoe dieper je het rempedaal intrapt, hoe groter de remkracht wordt en hoe korter de remweg. Maar je moet de rem niet zo diep intrappen dat de auto gaat slippen.

Slide 23 - Tekstslide

Remproeven
In de afbeelding kun je zien hoe lang de remweg is bij verschillende beginsnelheden. De gegevens in de grafiek zijn afkomstig van remproeven. Bij deze proeven is steeds dezelfde auto gebruikt. Ook is steeds even hard geremd. Alleen de beginsnelheid was elke keer anders.

Slide 24 - Tekstslide

Het verband tussen de (begin)snelheid en de remweg.

Slide 25 - Tekstslide

De beginsnelheid en de remweg
Bij 71 km/h is de remweg twee keer zo lang als bij 50 km/h. Bij 87 km/h is de remweg al drie keer zo lang en bij 100 km/h vier keer zo lang. Je ziet dat de remweg snel toeneemt als het gaspedaal iets verder wordt ingedrukt. Daarom is het belangrijk dat automobilisten een veilige snelheid aanhouden.

Slide 26 - Tekstslide

Omstandigheden
De grafiek geldt voor normale omstandigheden: goede remmen en banden, een normaal wegdek en droog weer. Een bestuurder kan minder hard remmen als de remmen versleten zijn of als het wegdek glad is door sneeuw of ijzel. De remweg wordt dan langer omdat de banden minder grip op de weg hebben.

Slide 27 - Tekstslide

Het wegdek en het weer hebben invloed op de remkracht en dus ook op de remweg. De snelheid van de auto is steeds 50 km/h.

Slide 28 - Tekstslide