4.6

B6: Planteneters, vleeseters en alleseters


Th4: Voeding en vertering

4.6 Planteneters, vleeseters en alleseters
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

B6: Planteneters, vleeseters en alleseters


Th4: Voeding en vertering

4.6 Planteneters, vleeseters en alleseters

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  1. Leerdoelen
  2. Uitleg basisstof 4.6
  3. Opdrachten maken
  4. Achterstallig werk maken
  5. Leren voor het tentamen op 3 oktober

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de delen van een tand of kies noemen met hun kenmerken
  • Je kunt omschrijven wat tandplak en tanderosie is
  • Je kunt bij zoogdieren het verband aangeven tussen de voedselkeuze, de lengte van het dramkanaal en de kenmerken van het gebit

Slide 3 - Tekstslide

Tanden en kiezen
Een volwassene heeft 28 (32) tanden en kiezen
  • Tanden: bijten het voedsel af:  Snijtand                                  Hoektand
  • Kiezen: malen het voedsel

Slide 4 - Tekstslide

Tanden bijten  het voedsel af
1 wortel
Kiezen: malen  het voedsel klein
2 of meer wortels
Kroon
Wortel

Slide 5 - Tekstslide

De tand
Benoem de onderdelen
Glazuur
Harde laag die de tand of kies beschermt
Tandvlees
Weefsel tussen de tanden
Tandholte
HIerin liggen bloedvaten en zenuwen
Cement
Bedekt het tandbeen, zet de tand vast in de kaak.
Tandbeen
Onder het glazuur, bedekt met cement
Kaakbeen
Bot van de onder/bovenkaak
Zenuw
In de tandholte. De zenuw zorgt voor tandpijn als je bv. gaatjes hebt
Bloedvat
In de tandholte
Kroon
Deel van de tand dat boven de kaak uitsteekt
Wortel
Deel van de tand dat in de kaak zit

Slide 6 - Tekstslide

Tandplak: Oorzaak
  • In je voedsel zitten bacteriën, speeksel maakt een deel hiervan dood, maar niet allemaal. 
  • Als je niet (goed) poetst vormt zich een dun laagje op tanden en kiezen: bacteriën, etensresten en speeksel

Slide 7 - Tekstslide

Tandplak: Gevolgen
  • Bacteriën zetten suikers om in zuren
  • Zuur lost glazuur op en je krijgt gaatjes  in je tanden. 
  • De aantasting van het gebit heet tandbederf
  • Bacteriën kunnen tandvleesontsteking veroorzaken tandplak kan tandsteen worden, verwijderen door tandarts

Slide 8 - Tekstslide

Gaatjes
Stap 1: Het glazuur wordt aangetast
Stap 2: Het tandbeen wordt aangetast
Stap 3: De hele kies wordt aangetast
Vanaf hier begint het pijn  te doen

Slide 9 - Tekstslide

Tandplak: Voorkomen
Tanden poetsen: verwijdert tandplak
Tandenpasta met fluoride: maakt glazuur steviger
Fluoridebehandeling bij tandarts
Niet te vaak per dag iets eten,  geef je tanden de kans om te herstellen. Vooral suikers en zuren (frisdrank) tasten het gebit aan. 

Slide 10 - Tekstslide

Planteneter
  • Planten zijn moeilijk te verteren. Ze hebben een celwand. Wij kunnen voedingsvezels niet verteren. 
  • Darmkanaal  20x de lichaamslengte (lang)
  • Kiezen zijn plooikiezen hiermee kunnen zij de voedingsvezels malen
  • Hoektanden ontbreken vaak

Slide 11 - Tekstslide

Alleseters
  • Darmkanaal 14 x de lichaamslengte (middellang)
  • Kiezen zijn knobbelkiezen -> 'knippen' en malen
  • Hoektanden altijd aanwezig

Slide 12 - Tekstslide

Vleeseters
  • Darmkanaal  is 5,5x de lichaamslengte (dus kort)
  • Kiezen zijn knipkiezen -> vlees in kleine stukjes 'knippen'
  • Hoektanden spits en scherp

Slide 13 - Tekstslide

Kort verteringskanaal: vlees wordt makkelijk verteerd.
Dikke darm
Maag
Blindedarm
Dunne darm
Dunne darm
Dunne darm
Maag
Maag
Blindedarm
Blindedarm
Dikke darm
Dikke darm
Lang verteringskanaal: voedingsvezels zijn moeilijk te verteren
Alleseters: middellang verteringskanaal
Vleeseters     Planteneters      Alleseters

Slide 14 - Tekstslide

Plooikiezen
Harde plooien van glazuur, voedsel (planten) worden heel fijn gemalen zodat celwanden kapot gaan. Planteneters hebben meestal geen hoektanden. 
Knipkiezen
"Knipt" het vlees in stukken, vlees wordt amper gekauwd. Grote hoektanden (soms passen ze niet in de bek) voor vastpakken en doden van prooi. 
Knobbelkiezen
Kunnen zowel kauwen als fijnmalen. Alleseters hebben hoektanden: soms groot (bv bavianen), soms klein (bv. mens) 

Slide 15 - Tekstslide

Planteneters, alleseters, vleeseters

Slide 16 - Tekstslide

Aan het werk!
Wat? 4.6 Planteneters, vleeseters en alleseters - opdrachten 42, 43, 46, 47 en 48.




Slide 17 - Tekstslide

Quizje!

Slide 18 - Tekstslide

Een varken is een...
A
Planteneter
B
Vleeseter
C
Alleseter
D
Afvaleter

Slide 19 - Quizvraag

Welk spijsverteringskanaalis van een planteneter?
A
Afbeelding A
B
Afbeelding B

Slide 20 - Quizvraag

Dit is het gebit van een
A
Alleseter
B
Vleeseter
C
Planteneter

Slide 21 - Quizvraag

Is dier A een planteneter of vleeseter? Heeft die een lang of kort darmkanaal?
A
Planteneter met een kort darmkanaal
B
Planteneter met een lang darmkanaal
C
Vleeseter met een kort darmkanaal
D
Vleeseter met een lang darmkanaal

Slide 22 - Quizvraag

Wat is C voor kies?
A
Plooikies
B
Valse kies
C
Knobbelkies
D
Knipkies

Slide 23 - Quizvraag

Wat voor soort kies heeft de planteneter?
A
Knipkies
B
Knobbelkies
C
Plooikies

Slide 24 - Quizvraag

Vleeseter
planteneter
Alleseter
Welke eigenschap hoort bij welk dier? Sleep het naar de juiste plaats
plooikiezen
geen hoektanden
kleine hoektanden
grote hoektanden
knip en scheurkiezen
korte darmen
lange darmen
niet kort niet lange darmen
knobbelkiezen

Slide 25 - Sleepvraag