14.2 Voedsel produceren

Welkom
- Huiswerk in de agenda zetten.
- Les over §14.2
- Huiswerk; 
3,5,6,8,10,13,14,15,17,18,19,20
Leerdoelen
Je kunt:
- de verschillende soorten boerenbedrijven opnoemen.
- uitleggen op welke manieren boeren veel voedsel
kunnen produceren.
- uitleggen welke gevolgen de akkerbouw en veeteelt. 
- uitleggen welke regels nadelige gevolgen proberen
te voorkomen.
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom
- Huiswerk in de agenda zetten.
- Les over §14.2
- Huiswerk; 
3,5,6,8,10,13,14,15,17,18,19,20
Leerdoelen
Je kunt:
- de verschillende soorten boerenbedrijven opnoemen.
- uitleggen op welke manieren boeren veel voedsel
kunnen produceren.
- uitleggen welke gevolgen de akkerbouw en veeteelt. 
- uitleggen welke regels nadelige gevolgen proberen
te voorkomen.

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een primaire levensbehoefte?
A
telefoon
B
warmte
C
water
D
auto

Slide 2 - Quizvraag


Wat zie je op het plaatje?
A
voedselketen
B
voedselweb
C
voedselkringloop

Slide 3 - Quizvraag

Wie zijn de producenten van het voedselkringloop
A
planten
B
dieren
C
schimmels
D
bacteriën

Slide 4 - Quizvraag

Tot welke groep behoren bacteriën in de voedselkringloop?
A
consumenten
B
afvaleters
C
reducenten
D
producenten

Slide 5 - Quizvraag

14.2. Theorie highlights
Niet alle begrippen komen aan bod. Alleen de complexere informatie wordt besproken. 'Simpelere' begrippen bestudeer je dus ook nog thuis!

Slide 6 - Tekstslide

Voedsel produceren
                                       Wie maken ons voedsel? Blz 222

  • Akkerbouwers: Voedingsgewassen; graan, mais, aardappelen
  • Tuinbouwers: Groente en fruit
  • Veehouders: Vlees, melk, eieren, wol

Slide 7 - Tekstslide

Voedsel produceren
  • De productie van voedsel kost veel ruimte
  • Meer dan de helft van Nederland!
  • Vroeger veel gemengde bedrijven (kringloop) blz 223
  • Nu meer specialisatie

Slide 8 - Tekstslide

Gesloten kringloop
blz 223

Slide 9 - Tekstslide

Veel van hetzelfde
 Monocultuur: één soort (voedings)gewas op een grote akker

Intensieve veehouderij: veehouders houden zoveel mogelijk vee op één ruimte (bio-industrie)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

De meeste moderne agrarische bedrijven werken als volgt. Blz 224;
1) Veel van het zelfde produceren
2) Opbrengst verhogen
3) Ziekte en schade voorkomen
4) Supergewassen en supervee telen


Slide 12 - Tekstslide

Waarom zijn er regels voor boeren?

Slide 13 - Tekstslide

Waar streven de boeren naar?

Slide 14 - Tekstslide

Opbrengst verhogen
Mest - opbrengst van akker verhogen (mineralen voor groei)

krachtvoer - voer met éxtra eiwittenen mineralen -> vee groeit sneller. 

Slide 15 - Tekstslide

Supergewassen en supervee 
*Veredelen
kruisen van rassen om betere/gewenste eigenschappen te krijgen. 

*Fokken
het kruisen van dieren voor optimale opbrengst;  dieren voortplanten met beste eigenschap ; meer vlees, meer melk.

Slide 16 - Tekstslide

Streven naar maximale opbrengst


Dit heeft gevolgen voor het milieu
(Filmpje)

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Waarom zijn er regels voor boeren? Blz 227 
Veeteeltbedrijven: meer mest dan nodig. -> mestoverschot. ->
Teveel mestverspreiding over land ->
overbemesting. - meer mineralen dan grond/planten nodig heeft - mineralen komen in grondwater in natuurgebieden - > vermesting (eutrofiëring!!!!) -> milieuproblemen.

Slide 19 - Tekstslide

Waarom zijn er regels voor boeren? 
Wat is het effect van een mestoverschot op soorten?

Slide 20 - Tekstslide

Eutrofiëring
Eutrofiëring = vermesting
-> milieuproblemen:
1. sommige planten gaan extreem hard groeien/andere verdwijnen. Bijv: heide
2. Waterbloei -> snelle groei van algen/kroos -> afbraak door bacteriën kost véél zuurstof
-> alle dieren in sloot dood. 

Slide 21 - Tekstslide

Eutrofiëring

Slide 22 - Tekstslide

Eutrofiëring

Slide 23 - Tekstslide

Eutrofiëring

Slide 24 - Tekstslide

Baltic sea (oostzee)

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Verzuring van de bodem blz 227

Boeren mogen niet méér mineralen op land brengen dan hun gewassen op kunnen nemen. Daarom- verplicht hun ‘mineralenboekhouding’ bijhouden.

Ammoniak: stinkende gas in mest -> veroorzaakt verzuring. 

Slide 27 - Tekstslide

Gifophoping (gewasbeschermingsmiddelen)

Slide 28 - Tekstslide

 Gifophoping
Gif niet verdeeld, 1 organisme
=> Dodelijk




Gif verdeeld over veel
organismen => Niet dodelijk
Gif verdeeld  over een paar
organismen => Nog Niet dodelijk

Slide 29 - Tekstslide

Regels voor het welzijn van dieren

- Kunnen uiten van natuurlijk gedrag
-> Goede leefomstandigheden creëren.

Belemmering natuurlijk gedrag?
-> abnormaal gedrag; bv kippen pikken elkaar/ varkens bijten in stalen hekken.
-> Dus: Regels over minimale hoeveelheid ruimte + licht. 

Slide 30 - Tekstslide

Dus...
Waarom zijn er zoveel regels voor boeren


1. Overbemesting/mestoverschot: regels voor bemesting
2. Gifophoping: regels voor gewasmeschermingsmiddelen
3. Welzijn van de dieren: regels voor het welzijn van de dieren.

Slide 31 - Tekstslide

Welkom
- Huiswerk in de agenda zetten.
- Les over §14.2
- Huiswerk; 
3,5,6,8,10,13,14,15,17,18,19,20
Leerdoelen
Je kunt:
- de verschillende soorten boerenbedrijven opnoemen.
- uitleggen op welke manieren boeren veel voedsel
kunnen produceren.
- uitleggen welke gevolgen de akkerbouw en veeteelt. 
- uitleggen welke regels nadelige gevolgen proberen
te voorkomen.

Slide 32 - Tekstslide

Wat moet er op de plek van het kruisje komen te staan en hoe heet deze kringloop?

Slide 33 - Tekstslide

Boeren moeten zich aan regels houden om milieuvervuiling tegen te gaan.
Wat zijn de gevolgen van ammoniak uit dierlijke mest?
A
Vermesting door nitraat
B
Verzuring door salpeterzuur
C
Vermesting en Verzuring

Slide 34 - Quizvraag

wat zijn de primaire levensbehoeften?
A
kleding, voedsel, onderwijs en muziek
B
voedsel, water, werk en telefoon
C
voedsel, water, kleding en onderdak
D
deze biologielessen

Slide 35 - Quizvraag

Waarmee kun je vergelijken hoeveel van de aarde iedereen gebruikt?
A
Door te kijken naar je secundaire levensbehoeften
B
Ecologische voetafdruk
C
Koolstofkringloop
D
Door naar duurzaamheid te kijken

Slide 36 - Quizvraag

Hoe verhogen akkerbouwers de opbrengst?
A
Mest
B
Krachtvoer
C
Meer water geven
D
Gemengd bedrijf

Slide 37 - Quizvraag

Hoe heet het troebel worden van het water als gevolg van vermesting?
A
mestinjectie
B
turbulentie
C
uitspoeling
D
waterbloei

Slide 38 - Quizvraag

EUTROFIËRING ONTSTAAT DOOR
A
teveel voedingsstoffen
B
te weinig voedingsstoffen
C
teveel dieren in het water
D
alle drie antwoorden zijn goed

Slide 39 - Quizvraag

Eutrofiëring in water.
Waardoor sterven uiteindelijk de waterdieren zoals vissen?
A
Door gebrek aan zonlicht
B
Door gebrek aan zuurstof
C
Door gebrek aan voedsel

Slide 40 - Quizvraag