Woordenschat

absent
instructie
anoniem
voorkomen
tijdstip
Zonder naam
afwezig
uitleg hoe je iets moet doen
periode
zorgen dat iets niet gebeurt
1 / 19
volgende
Slide 1: Sleepvraag
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

absent
instructie
anoniem
voorkomen
tijdstip
Zonder naam
afwezig
uitleg hoe je iets moet doen
periode
zorgen dat iets niet gebeurt

Slide 1 - Sleepvraag

uitgebreid
afwachten
voor vast
uniek

enig in zijn soort
uitvoerig
de kat uit de boom kijken
permanent

Slide 2 - Sleepvraag

Letterlijk of figuurlijk?

Een zilveren jubileum.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 3 - Quizvraag

Letterlijk of figuurlijk?

Een stalen gezicht.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 4 - Quizvraag

Is dit letterlijk of figuurlijk taalgebruik?
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 5 - Quizvraag

Letterlijk of figuurlijk?

Een zoet kind.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 6 - Quizvraag

Letterlijk of figuurlijk?

Een zure mandarijn
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 7 - Quizvraag

Letterlijk of figuurlijk?

zachte boter
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 8 - Quizvraag

Letterlijk of figuurlijk?

Een stalen spijker.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 9 - Quizvraag

Letterlijk of figuurlijk?

Een ijzeren wil.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 10 - Quizvraag

Moet je een spreekwoord
letterlijk of figuurlijk nemen?
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de betekenis van routes?
A
navigatie
B
De wegen ergens heen
C
doolhof
D
instructie

Slide 12 - Quizvraag

Wat is prioriteit?
A
Iets wat niet belangrijk is.
B
Controle
C
Voorrang, het belangrijkst
D
meemaken

Slide 13 - Quizvraag

Wat is handhaven?
A
schriftelijke verklaring
B
Vast en zeker
C
laten zien
D
In stand houden

Slide 14 - Quizvraag

Wat is individueel?
A
Samen
B
Eenzaam
C
Alleen
D
Een persoon

Slide 15 - Quizvraag

Gebruik de juiste vorm van het woord: 
gegarandeerd

Slide 16 - Tekstslide

Heb jij nog ........... op die laptop?

Slide 17 - Open vraag

Gebruik de juiste vorm van het woord: beleven

Slide 18 - Tekstslide

Een achtbaan is een toffe .............

Slide 19 - Open vraag