NED bezittelijke voornaamwoorden

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

NEDERLANDS

bezittelijk voornaamwoord 

Wat is en bezittelijk vnw?

Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is:

Dit is haar fiets- De fiets is van haar

Dit is zijn moeder- De moeder is van hem

Dat is jouw leraar - De leraar is van jou

Hoe schrijf je het?

Maar wanneer gebruik je nu jou of jouw? En wat is het verschil tussen me, mij en mijn? En u en uw?

Nog een ezelsbruggetje

Als jou/mij/u VOOR het zelfstandig naamwoord staat, is het bezittelijk en komt er een n of w achter:

mijn fiets

jouw auto

uw potlood

Omdat Luuk een lekke band heeft, wil hij ...... fiets lenen

1. mij
2. mijn

....... moeder heeft boterhammen voor ......... gesmeerd

1. mij,mij
2. mijn,mijn
3. mijn,mij
4. mij,mijn

Ik reed vandaag met ...... nieuwe auto langs ....... huis

1. mij,jou
2. mijn,jouw
3. mij, jouw
4. mijn, jou

maar hoe zit dat dan met

me en mij en mijn

Ik heb ..... vergist.

1. me
2. mij
3. mijn

Ik wil ..... verontschuldigen voor ...... lompe gedrag laatst

1. me, mij
2. mij, mijn
3. mijn, me
4. me, mijn

Ik bedenk ..... dat ik vergeten ben ..... boek mee te nemen

1. me, mijn
2. me, mij
3. mijn, me
4. mijn, mijn

....... vader heeft ..... gevraagd te komen

1. jou, me
2. jouw, me
3. jou, mijn
4. jouw, mijn

MAKEN

Taalblokken, spelling en grammatica 3F (!)

woordsoorten - verwijswoorden

Maak een printscreen van het resultaat en 

lever die in TEAMS opdrachten in.