bezittelijke voornaamwoorden

Wat is het?
Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is en staat vóór het bezit:
Dit is haar fiets
Dit is zijn moeder
Dat is jouw leraar 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat is het?
Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is en staat vóór het bezit:
Dit is haar fiets
Dit is zijn moeder
Dat is jouw leraar 

Slide 1 - Tekstslide

Nog een ezelsbruggetje
Als jou/mij/u VOOR het zelfstandig naamwoord staat, is het bezittelijk en komt er bij mij, jou en u een n of w achter:
mijn fiets
jouw auto
uw potlood

Slide 2 - Tekstslide

Welke bezittelijk voornaamwoorden ken je nog meer?


timer
3:00

Slide 3 - Tekstslide

Omdat Luuk een lekke band heeft, wil hij ...... fiets lenen
A
mij
B
mijn

Slide 4 - Quizvraag

....... moeder heeft boterhammen voor ......... gesmeerd
A
mij,mij
B
mijn,mijn
C
mijn,mij
D
mij,mijn

Slide 5 - Quizvraag

Ik reed vandaag met ...... nieuwe auto langs ....... huis
A
mij,jou
B
mijn,jouw
C
mij, jouw
D
mijn, jou

Slide 6 - Quizvraag

maar hoe zit dat dan met
me en mij en mijn

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

nu jij!

Slide 9 - Tekstslide

Ik heb ..... vergist.
A
me
B
mij
C
mijn

Slide 10 - Quizvraag

Ik wil ..... verontschuldigen voor ...... lompe gedrag laatst
A
me, mij
B
mij, mijn
C
mijn, me
D
me, mijn

Slide 11 - Quizvraag

Ik bedenk ..... dat ik vergeten ben ..... boek mee te nemen
A
me, mijn
B
me, mij
C
mijn, me
D
mijn, mijn

Slide 12 - Quizvraag

....... vader heeft ..... gevraagd te komen
A
jou, me
B
jouw, me
C
jou, mijn
D
jouw, mijn

Slide 13 - Quizvraag

Extra oefenen?
Ga naar studiemeter, 2f, taalverzorging, stijlkwesties, jouw/jou, mij/mijn, u/uw en maak de oefeningen

Slide 14 - Tekstslide