(2M) het klimaat verandert paragraaf 3

Planning:
  • Nakijken
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 3 H5
  • maken opdracht 2 t/m 6
  • nabespreken paragraaf 3
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • het verschil beschrijven tussen het natuurlijke en het versterkte broeikaseffect.
  • twee belangrijke broeikasgassen noemen
  • beschrijven wat oorzaken zijn van het versterkte broeikaseffect.
  • gevolgen beschrijven van het versterkte broeikaseffect in de wereld en in Nederland.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Planning:
  • Nakijken
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 3 H5
  • maken opdracht 2 t/m 6
  • nabespreken paragraaf 3
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • het verschil beschrijven tussen het natuurlijke en het versterkte broeikaseffect.
  • twee belangrijke broeikasgassen noemen
  • beschrijven wat oorzaken zijn van het versterkte broeikaseffect.
  • gevolgen beschrijven van het versterkte broeikaseffect in de wereld en in Nederland.

Slide 1 - Tekstslide

nakijken

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

uitleg/aantekeningen

Slide 4 - Tekstslide

Natuurlijk broeikaseffect
De atmosfeer zorgt voor warmte op aarde:
hoe?! 

1. Zonlicht gaat door de atmosfeer heen en verwarmt het aardoppverlak. 

2, Het aardoppervlak verwarmt de atmosfeer erboven

3.  Sommige gassen: Broeikasgassen houden deze warmte tegen.              Co2! (Koolstofdioxide).  en methaan.

Slide 5 - Tekstslide

Natuurlijk broeikaseffect
Het Natuurlijk broeikaseffect betekent:

Het vasthouden van warmte in de atmosfeer door gassen zoals CO2 en methaan.  Hierdoor is het op aarde warm genoeg om te leven. 

Slide 6 - Tekstslide

Natuurlijk broeikaseffect
Versterkt broeikaseffect

Het vasthouden van warmte door de atmosfeer. 



Extra broeikasgassen door de mens. Waardoor de aarde meer warmte vast houd. 

door: 
- Verkeer
-Verbranden van fossielen brandstoffen zoals steenkool. 
- Vee houden 



Slide 7 - Tekstslide

Koolstof vind je overal op aarde!
In de lucht, als koolstofdioxide (CO2), 
In de bodem,   
in de zee, 
in bomen en planten,  
in dieren en mensen.

Dit wordt uitgewisseld met  elkaar  ->  Kringloop 

Slide 8 - Tekstslide

Koolstof vind je overal op aarde!
In de bodem  -> opnemen: plantenresten omgezet in                                                      steenkool/olie (Door druk en tijd)  
                            -> uitstoten: vulkaanuitbarstingen
in bomen en planten
                            -> Nemen koolstof op (fotosynthese)  stoten                                                zuurstof uit.
                             -> Bij verbranding komt koolstof weer vrij



Slide 9 - Tekstslide

Koolstof vind je overal op aarde!
in dieren en mensen.  - Nemen koolstof op met eten.
                                              - Stoten koolstofdioxide uit met ademen.
                                               
in Zee                                - koolstofdioxide lost op in water. 
                                           Het zeewater wordt hier zuurder van.



Slide 10 - Tekstslide

Kringloop van koolstof 
overnemen
  • Koolstof komt voor in de dampkring, bodem, planten, water en dieren.
  • Wordt in de kringloop uitgewisseld (kringloop)
  • Mensen en dieren halen koolstof uit voedsel en ademen koolstofdioxide uit.  
  • Planten halen koolstofdioxide uit de lucht -> fotosynthese -> zuurstof 
  • koolstofdioxide lost op in water 
Koolstofdioxide = Koolstof + zuurstof. 

Slide 11 - Tekstslide

Koolstofkringloop
Net als bij water is er ook een kringloop van koolstof. 

Koolstof komen we als bestanddeel van stoffen overal op aarde tegen.
In de lucht als koolstofdioxide (CO2),  in de bodem als fossiele brandstoffen (steenkool, olie), in de zee ligt veel koolstof opgeslagen, in bomen en planten, in dieren en mensen.  

Kortom: koolstof komt overal voor. Net als water is koolstof
altijd in 
beweging, alhoewel koolstof tijdelijk is 
opgeslagen (in bijvoorbeeld bomen, sedimenten
en dergelijke). De verplaatsing van koolstof tussen
de atmosfeer, de zee, het land, bomen en dieren
noem je de koolstofkringloop. Door fossiele
brandstoffen te verbranden, wordt er koolstof
uit de bodem gehaald en aan de atmosfeer
toegevoegd

Slide 12 - Tekstslide

Gevolgen wereldwijd en voor Nederland
Het klimaat wordt wereldwijd warmer
 a. langere hittegolven
 b. hogere temperaturen
 c. Zeespiegelstijging. 
                      Dit komt door:
                     - Smelten van gletsjers en landijs.
                     - Warmer water neemt meer ruimte in dan kouder water

d. Hardere en meer neerslag
                  hoe warmer >> hoe meer verdamping >> meer neerslag 

Slide 13 - Tekstslide

Gevolgen wereldwijd en voor Nederland
Het klimaat wordt wereldwijd warmer
 e. Langere droge periodes en langere natte periodes
                  het wordt minder afgewisseld, waardoor er           
                  wateroverschotten of juist water te korten ontstaan.

f.   Andere dieren en planten die kunnen leven.
           in NL  - eikenprocessierups
                       - planten die meer warmte nodig
                          hebben zoals wijndruiven en
                           zonnebloemen





Slide 14 - Tekstslide

zelfstandig werken
lezen paragraaf 3 H 5
maken opdracht 2 t/m 6
gebruik hierbij:
  • tekstboek blz. 76/77
  • werkboek blz. 101/102/103
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
timer
1:00

Slide 15 - Tekstslide

herhalen/nabespreken

Slide 16 - Tekstslide

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
timer
1:00
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

vandaag heb ik geleerd:
timer
1:00

Slide 18 - Open vraag

vandaag vind ik nog moeilijk:
timer
1:00

Slide 19 - Open vraag