herhaling toetsvragen
1 / 17
Lesduur is: 10 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Diabetes type 1
Diabetes type 2
Alvleesklier maakt geen insuline
lichaamscellen ongevoelig voor insuline
Slide 2 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is hypoglycemie?
A
Weinig glucose in je bloed
B
Te weinig zuurstof in het bloed
C
Veel glucose in je bloed
D
Te veel zuurstof in het bloed
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Marit heeft type-2-diabetes mellitus. Soms krijgt ze het ineens warm, ze zweet, ze voelt zich moe, krijgt honger en gaat beven.
Wat kan de oorzaak zijn van deze symptomen bij diabetes mellitus?
Wat kan de oorzaak zijn van deze symptomen bij diabetes mellitus?
A
Hypo
B
Hyper
Slide 4 - Quizvraag
Hypoglykemie is een te laag bloedsuikergehalte. Kenmerken zijn: bleek, zweten, moe, hoofdpijn, honger, beven, slecht zien, duizelig en humeurig.
Iemand met diabetes kan ook een te hoog bloedsuikergehalte hebben. Dat is een hyperglykemie. Kenmerken daarvan zijn: dorst, veel plassen, droge tong, slaperig, moe.
Diabetes type-1
Diabetes type 2
Insuline
metformine
Voeding
lichaamsbeweging
Orale bloedglucose verlagende middelen
Slide 5 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een injectie glucagon wordt gegeven bij
A
een hypoglycemie
B
een hyperglycemie
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat betekenen de complicaties?
zenuwschade door diabetes
nierfalen door diabetes
beschadiging netvlies door diabetes
diabetische nefropathie
diabetische retinopathie
diabetische neuropathie
Slide 7 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Glucose -> Glycogeen
Glycogeen -> Glucose
Insuline
Glucagon
Slide 8 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Meest voorkomende hersenletsel is CVA. Maar waarvoor staat de afkorting CVA?
A
Cerebro vaccilair Accident
B
Cerebro varculair Accident
C
Cerebro Vasculair Accident
D
Cerebro Voculair Accident
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Afasie
Apraxie
Agnosie
Voorwerpen niet meer herkennen
Niet meer kunnen spreken en begrijpen van taal
Handelingen niet meer kunnen uitvoeren
Slide 10 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is COPD?
A
Een verzamelnaam voor de ziektes: longemfyseem en bronchitis
B
Een soort astma
C
Een chronische aandoening van de luchtpijp
D
Een bloedprop in de longen
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
wat is geen klacht van COPD
A
benauwdheid en prikkelhoest
B
kortademigheid
C
vermagering en verlies van spiermassa
D
benauwdheid
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Bij COPD is/zijn de ..... kapot
A
Luchtpijp
B
Bronchiën
C
Longblaasjes
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hartfalen is:
A
Verminderde pompfunctie hart
B
Hartkramp door zuurstofterkort
C
Een ander woord voor een hartaanval
D
Een beroerte
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een zorgvrager heeft hartfalen als gevolg van hypertensie. Welk symptoom wijst op hartfalen
A
Benauwdheid
B
Oligurie 's nachts
C
Bradycardie
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de oorzaak van Alzheimer
A
Ophoping van eiwitten in de zenuwcellen
B
Storing in de bloedvoorziening in de hersenen
C
Hersenen worden kleiner door onbekende oorzaak
D
Tekort aan Vitamine B1
Slide 16 - Quizvraag
Samenklontering van Amyloid
Tau eiwitkluwen
Gliacellen
Bloed-hersenbarrière
Alzheimer
Vasculaire dementie
Lewy Body
Frontotemporale dementie
komt op jongere leeftijd voor. is erfelijk
trillen, gebogen houding, stijve spieren
Langzaam denken, spreken en handelen
De meest voorkomende vorm van dementie.
Slide 17 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
