Over taal, les 10, voor- en achtervoegsels

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn eigenlijk voor-en achtervoegsels?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor- en achtervoegsels
Onmogelijk 
Herkauwen
Fantasierijk 
Beweegbaar

Voor- en achtervoegsels helpen je om achter de betekenis van een woord te komen.  Ze hebben een vaste betekenis. 
On = niet (niet mogelijk)
Her = opnieuw
Rijk = met veel (met veel fantasie)
Baar = Het kan bewegen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg over voorvoegsels
Sommige woorden bestaan uit een woord en voorvoegsel. Een voorvoegsel helpt je om de betekenis van een woord te vinden. Het staat voor het woord.

Openen --> heropenen --> opnieuw openen--> her = weer, opnieuw
Nodig --> onnodig --> niet nodig --> on = niet 
Lukt --> mislukt --> niet gelukt --> mis = verkeerd, fout       


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg
Een achtervoegsel bestaat niet als los woordje. Het kan soms wel een betekenins hebben.


-loos = zonder, bv. kleurloos
- (t)je = klein
- achtig = een beetje als, bv. blauwachtig
Achtervoegsel

Slide 7 - Tekstslide

Verwerking
Zet uw leerlingen aan het werk met de verwerkingsopdrachten.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies