Schrijven Verslag 1 met ChatGPT: + Taalverzorging 3.5 Aan elkaar of los? + Herhaling Tekstopbouw
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2
In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 20 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Nieuwe theorie: Aan elkaar of los?
HOOFDREGEL: Zo veel mogelijk aan elkaar zolang het niet voor lees- of uitspraakproblemen zorgt.
Let op de BETEKENIS:
rode wijnflessen (flessen die rood van kleur zijn).
rodewijnflessen (flessen waar rode wijn in zit/gezeten heeft)
Slide 2 - Tekstslide
Zo veel mogelijk aan elkaar
HOOFDREGEL: Zo veel mogelijk aan elkaar en........
als een werkwoord begint met een voorzetsel (opschrijven, invoegen, aanhalen, overhoren, enz)
als woorden gecobineerd zijn met: er-, hier-, daar- en waar- + voorzetsel (erop, hierin, waaraan, daarover, enz.).
Slide 3 - Tekstslide
Wat is de goede schrijfwijze? Cacaobonen worden door machines .............
A
fijn gestampt
B
fijngestampt
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de goede schrijfwijze? Elk jaar doe ik mee aan de ....................................
A
goede doelenactie
B
goededoelenactie
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de goede schrijfwijze? Je mag niet rechts ............................
A
in halen
B
inhalen
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de goede schrijfwijze? ........................ wordt niet verkocht aan jongeren onder de achttien jaar.
A
Sterke drank
B
Sterkedrank
Slide 7 - Quizvraag
Herhalen - de beste manier van leren
Leren leren
Slide 8 - Tekstslide
Een goede tekstopbouw heeft:
A
een inleiding en een slot
B
een titel
C
een titel, inleiding, middenstuk en slot
D
deelonderwerpen
Slide 9 - Quizvraag
Een pakkende titel
Slide 10 - Tekstslide
Boven een inleiding lees ik de titel 'inleiding'.
A
Ja
B
Nee
Slide 11 - Quizvraag
Een pakkende inleiding
Slide 12 - Tekstslide
Een pakkende onderschrift
De leesvaardigheid onder scholieren blijft dalen, bleek deze week. Zorgwekkend, vinden Nederlandse bedrijven. Want laaggeletterdheid op de werkvloer is nu al een probleem, vooral voor de veiligheid. „Wie bij grote machines in de buurt komt, moet de instructies kennen."
Slide 13 - Tekstslide
Het middenstuk van een tekst is...
A
altijd aan het einde van een tekst
B
het kleinste gedeelte van een tekst
C
het grootste gedeelte van een tekst
D
bestaat altijd uit één klein stukje
Slide 14 - Quizvraag
Mogelijke deelonderwerpen?
Slide 15 - Tekstslide
Deelonderwerp 1
Deelonderwerp 2
Slide 16 - Tekstslide
Wat is het nut van de slotalinea?
A
Er is dan een einde aan de tekst.
B
De schrijver kan daar zijn mening kwijt.
C
Er wordt nog even kort samengevat waar de tekst over gaat.
D
Een slotalinea heeft geen nut.
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Taalverzorging 3.5 aan elkaar of los?
Opdr 4 + 5 (80%)
Opdracht Verslag met Chat GPT. Je hebt hiervoor TWEE lessen.