Personal pronouns

Personal Pronouns
(persoonlijke voornaamwoorden)
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Personal Pronouns
(persoonlijke voornaamwoorden)

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

I
you (ev)
he
she
it
we
you (mv)
they
zij (mv)
ik
jullie
hij
jij/u
wij
zij (ev)
het

Slide 3 - Sleepvraag

Choose the correct personal pronoun.
_____ is from London. (zij)
A
she
B
they
C
he
D
we

Slide 4 - Quizvraag

Choose the correct personal pronoun.
_____ are very good friends. (wij)
A
he
B
they
C
you
D
we

Slide 5 - Quizvraag

Choose the correct personal pronoun.
_____ like school. (ik)


A
i
B
I
C
you
D
we

Slide 6 - Quizvraag

Personal pronouns 

Slide 7 - Tekstslide

Personal Pronouns
(voorwerpsvorm)

Me
You (ev)
Her
Us
You (mv)
Them
Him
It
Jou
ons
Hen/Hun
Me/Mij
Jullie
Hem
Haar
Het

Slide 8 - Sleepvraag

Can you please give the money to........
A
my
B
me
C
I
D
mine

Slide 9 - Quizvraag

Don't listen to.........! They don't know anything.
A
they
B
us
C
them
D
he

Slide 10 - Quizvraag