Antwoord: Welke verpleegkundige intervensties zijn geschikt?
Dit zijn mogelijke verpleegkundige interventies:
1. Beoordeel hoe angstig de cliënt is.
2. Kom de eerste tijd nog even tegemoet aan de afhankelijkheidsbeehoeften van de cliënt als hij dit nodig heeft.
3. Geef de cliënt aan het begin van de behandeling ruimschoots de tijd voor zijn tiruele gedrag. Uit geen kritiek en keur het gedrag niet af.
4. Ondersteun de cliënt in zijn pogingen om de betekenis en het doel van zijn gedrag te ontdekken.
5. Geef de cliënt een gestructureerd activiteitenschema waarin voldoende tijd is opengelaten om de rituelen uit te voeren.
6. Sta de cliënt steeds minder tijd toe voor rituele handelingen naarmate hij meer betrokken raakt bij de activiteiten op de afdeling.
7. Geef positieve bekrachtinging voor niet-dwangmatig gedrag.
8. Leer de cliënt om situaties te herkennen die dwanggedachten of ritueel gedrag oproepen. Leg uit hoe hij deze gedachten en gedrachtspatronen kan onderbreken.