Lesdoel 6

Lesdoel 6
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Lesdoel 6

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen
1. Je leert hoe je met handige percentages rekent

Slide 2 - Tekstslide

Het rekenen via 1 in een verhoudingstabel lukt altijd.

Maar soms is het niet de handigste manier. 
Soms is de tussenstap met handige percentages een makkelijkere manier.

Slide 3 - Tekstslide

welke handige percentages ken je al?

bv 50% =    dus is delen door 2

schrijf deze op in je schrift
21

Slide 4 - Tekstslide

Handige percentages
50%  dan deel het totaal door 2
33,3% dan deel het aantal door 3
25% dan deel het totaal door 4
20% dan deel het totaal door 5
10% dan deel het totaal door 10
12,5 dan is deel het aantal door 8

Slide 5 - Tekstslide

quizvragen
inloggen in LessonUp

Slide 6 - Tekstslide

10%, 20%, 25% en 50% zijn handige percentages.
Bij 20% kan ik het totaal delen door...?
A
10
B
4
C
2
D
5

Slide 7 - Quizvraag

Handige percentages:

1/4 deel =
A
40 %
B
50%
C
12,5 %
D
25 %

Slide 8 - Quizvraag

Handige percentages

1/5 deel =
A
10 %
B
20 %
C
5 %
D
25 %

Slide 9 - Quizvraag




Om 50% te berekenen deel je het totale aantal door ...

Om 25% te berekenen deel je het totale aantal door ...

Om 20% te berekenen deel je het totale aantal door ...

Om 10% te berekenen deel je het totale aantal door ...
10
4
2
5

Slide 10 - Sleepvraag

Handige percentages

5 % =
A
1/20 deel
B
1/50 deel
C
1/2 deel
D
1/5 deel

Slide 11 - Quizvraag

Handige percentages

12,5 % =
A
1/2 deel
B
1/4 deel
C
1/8 deel
D
1/5 deel

Slide 12 - Quizvraag

'Handige percentages'
Als je 75 % van iets wilt uitrekenen dan kun je ....
A
Delen door 75
B
Delen door 3 keer 4
C
Delen door 4 keer 3
D
keer 75 doen

Slide 13 - Quizvraag

'Handige percentages'
Als je 33,3 % van iets wilt uitrekenen dan kun je ....
A
Delen door 6
B
Delen door 33,3
C
Delen door 3
D
Keer 6 doen

Slide 14 - Quizvraag

50% van 350 is?
A
175
B
300
C
400
D
7

Slide 15 - Quizvraag

Het huren van een vakantiehuis kost eigenlijk €1200,- per week, maar nu geldt er 25% korting?
Hoeveel moet er nog worden betaald voor het vakantiehuis
A
975 euro
B
300 euro
C
900 euro
D
1200 euro

Slide 16 - Quizvraag

Je kunt rekenen met handige percentages

Wat is 3/4 deel van 128 euro?
A
32
B
90
C
94
D
96

Slide 17 - Quizvraag

Kun je met handige percentages rekenen?
A
Ja , ik kan zelf aan de slag 😃
B
Nee, ik wil nog samen een opgave maken🙃

Slide 18 - Quizvraag

theorie blz 241 
! leren !

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Wat gaan we doen..
Algemene begrippen
Werken met vehoudingstabel

Slide 21 - Tekstslide

Algemene begrippen
Percentage
Geheel
Deel

Slide 22 - Tekstslide

Percentage
 “Per cent” is Frans voor “per honderd”.  Percentage is een berekening van een bepaalde hoeveelheid per 100.

Het aantal procenten van iets wordt meestal het percentage genoemd. ‘Procenten uitrekenen’ en ‘percentage uitrekenen’ betekenen dus hetzelfde.


Slide 23 - Tekstslide

Geheel
Het geheel of totaal komt overeen met 100%

Het geheel is kan per situatie anders zijn. Verschillende klassen.

Slide 24 - Tekstslide

Deel
Het deel is het getal dat we vergelijken met het geheel.

Het deel kan per situatie verschillend zijn. Verschillende klassen andere aantallen.

Slide 25 - Tekstslide

Verhoudingstabel
Om percentages en aantallen te berekenen maken we gebruik van verhoudingstabellen. De verhoudingstabellen zien er in de basis altijd hetzelfde uit. 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Percentage en Aantallen
Percentage en aantallen berekenen. 

Dit gaan we doen aan de hand van voorbeelden. De uitkomsten van deze berekeningen gaan we gebruiken om situaties met elkaar te vergelijken

Slide 28 - Tekstslide

Voorbeeld aantallen berekenen
In klas 2A zitten 30 leerlingen. 40% van de leerlingen heeft als hobby voetbal. 

Hoeveel leerlingen uit klas 2A heeft als hobby voetbal?

Maak een tabel en vul in wat je al weet

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

1 in de middelste kolom!

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Antwoord
Er zijn dus 12 leerlingen in klas 2A die als hobby voetbal hebben.

Slide 33 - Tekstslide

In klas 2B zitten 25 leerlingen. 44% heeft als hobby voetbal. Hoeveel leerlingen zijn dit?

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Tekstslide

Maken opgaven 
lesdoel 5 opgave 14
lesdoel 6 opgaven 3-4-5-7-9-10-14

Slide 36 - Tekstslide