MM2 1.2

1.2 westerse wereldrijken
deel 1
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
M&MMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1.2 westerse wereldrijken
deel 1

Slide 1 - Tekstslide

1. Introductie
2. Leervragen 1.2 (deel 1)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 2 - Tekstslide

Leervragen
 2 redenen noemen waarom Europese ondernemers steeds meer kolonies   wilden. 
Aan het eind van de les kan je...
uitleggen waarom en hoe europeanisering plaatsvond in de wereld. 
uitleggen wat imperialisme is en wanneer deze plaatsvond. 
uitleggen waarom in Japan geen europeanisering plaatsvond. 

Slide 3 - Tekstslide

door oorlogen was er weinig geld om te investeren
Ondernemers vonden molens nog prima werken
Er was geen ijzererts in NL
Er waren niet voldoende boten voor vervoer van grondstoffen
er was geen steenkool in NL
Napoleon gebruikte de grondstoffen voor Frankrijk
Om welke 2 redenen wat NL begin 18e eeuw nog niet geïndustrialiseerd?

Slide 4 - Sleepvraag

Hoe werd NL weer een koninkrijk?
A
Door de Bataafse revolutie in 1785 werd de regering afgezet
B
Napoleon vraagt de zoon van Willem V in 1815 om terug te keren als koning van NL.
C
De overwinnaars op Napoleon vragen in 1815 aan de zoon van Willem V om koning van NL te worden.
D
In 1815 komt de zoon van de gevluchte Willem V naar NL om de macht op te eisen als Koning van NL.

Slide 5 - Quizvraag

Waarom liet Koning Willem 1 spoorlijnen, kanalen en bruggen aanleggen?
A
om grondstoffen te vervoeren
B
om snel naar zijn paleizen te kunnen reizen
C
Om de bevolking tevreden te houden
D
Om werk te geven aan de werkloze mensen

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekend continuïteit?
A
Iets wat steeds in het nu is.
B
iets wat veranderd
C
iets dat op dezelfde plek blijft.
D
Iets wat hetzelfde blijft.

Slide 7 - Quizvraag

door oorlogen was er weinig geld om te investeren
Ondernemers vonden molens nog prima werken
Er was geen ijzererts in NL
Er waren niet voldoende boten voor vervoer van grondstoffen
er was geen steenkool in NL
Napoleon gebruikte de grondstoffen voor Frankrijk
Om welke 2 redenen wat NL begin 18e eeuw nog niet geïndustrialiseerd?

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Om welke 2 redenen wilde Europese ondernemers steeds meer kolonies?
A
Voor meer grondstoffen en meer macht in de wereld.
B
Voor meer macht in de wereld en voor nieuwe afzetmarkten.
C
Om zo meer wapens te kunnen verkopen en toegang tot meer grondstoffen.
D
Toegang tot grondstoffen en voor nieuwe afzetmarkten.

Slide 16 - Quizvraag

Waarom wilde Europese landen andere volken europeaniseren?
A
Ze vonden hun eigen Europese cultuur de beste cultuur.
B
Ze vonden dat het makkelijker als iedereen dezelfde taal sprak.
C
Dat was makkelijker voor het onderwijs makkelijker om overal dezelfde lesboeken te hebben.
D
Zo kon er 1 Europees wereldrijk gesticht worden.

Slide 17 - Quizvraag

Hoe vond europeanisering plaats?
A
Door Europees geld uit te geven in de kolonies.
B
Door het verspreiden van Europese cultuur, taal en geloof.
C
Door arbeiders uit de kolonies in de Europese fabrieken te laten werken.
D
Door in de kolonies fabrieken te bouwen.

Slide 18 - Quizvraag

Wat is imperialisme en wanneer vond deze plaats?
A
Het stichten van wereldrijken in Azië en Afrika door Europese landen tussen 1815 en 1914 door het enorm uitbreiden van hun kolonies .
B
Het stichten van wereldrijken door Europese landen in de Amerika en Azië tussen 1870 en 1914 door het enorm uitbreiden van hun kolonies .
C
Het stichten van wereldrijken in door Europese landen in Azië en Afrika tussen 1870 en 1914 door het enorm uitbreiden van hun kolonies .
D
Het stichten van wereldrijken in door Europese landen in Amerika en Afrika tussen 1870 en 1914 door het enorm uitbreiden van hun kolonies .

Slide 19 - Quizvraag

Waarom vond er in Japan geen europeanisering plaats?
A
Japan was veel te ver weg.
B
Japan had geen grondstoffen.
C
De japanners verzetten zich tegen de hun kolonisator.
D
Japan werd nooit gekolonialiseerd door Europese landen.

Slide 20 - Quizvraag

Aan de slag
STAP 1
klaar?
Huiswerk! 
Maken:
  • BK: bladzijde   17 t/m 19
  • KGT: bladzijde 18 t/m 20

Hoe?
  • Alleen
  • Vraag? Steek je vinger op
Goed zo!
Laat zien aan de docent!

Daarna: Lezen in je leesboek

Slide 21 - Tekstslide

1.1 Het leven van jager-verzamelaars
deel 2
1.2 westerse wereldrijken
deel 2

Slide 22 - Tekstslide

1. Introductie
2. Leervragen 1.2 (deel 2)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 23 - Tekstslide

Om welke 2 redenen wilde Europese ondernemers steeds meer kolonies?
A
Voor meer grondstoffen en meer macht in de wereld.
B
Voor meer macht in de wereld en voor nieuwe afzetmarkten.
C
Om zo meer wapens te kunnen verkopen en toegang tot meer grondstoffen.
D
Toegang tot grondstoffen en voor nieuwe afzetmarkten.

Slide 24 - Quizvraag

Waarom wilde Europese landen andere volken europeaniseren?
A
Ze vonden hun eigen Europese cultuur de beste cultuur.
B
Ze vonden dat het makkelijker als iedereen dezelfde taal sprak.
C
Dat was makkelijker voor het onderwijs makkelijker om overal dezelfde lesboeken te hebben.
D
Zo kon er 1 Europees wereldrijk gesticht worden.

Slide 25 - Quizvraag

Hoe vond europeanisering plaats?
A
Door Europees geld uit te geven in de kolonies.
B
Door het verspreiden van Europese cultuur, taal en geloof.
C
Door arbeiders uit de kolonies in de Europese fabrieken te laten werken.
D
Door in de kolonies fabrieken te bouwen.

Slide 26 - Quizvraag

Wat is imperialisme en wanneer vond deze plaats?
A
Het stichten van wereldrijken in Azië en Afrika door Europese landen tussen 1815 en 1914 door het enorm uitbreiden van hun kolonies .
B
Het stichten van wereldrijken door Europese landen in de Amerika en Azië tussen 1870 en 1914 door het enorm uitbreiden van hun kolonies .
C
Het stichten van wereldrijken in door Europese landen in Azië en Afrika tussen 1870 en 1914 door het enorm uitbreiden van hun kolonies .
D
Het stichten van wereldrijken in door Europese landen in Amerika en Afrika tussen 1870 en 1914 door het enorm uitbreiden van hun kolonies .

Slide 27 - Quizvraag

Waarom vond er in Japan geen europeanisering plaats?
A
Japan was veel te ver weg.
B
Japan had geen grondstoffen.
C
De japanners verzetten zich tegen de hun kolonisator.
D
Japan werd nooit gekolonialiseerd door Europese landen.

Slide 28 - Quizvraag

Leervragen
 uitleggen wat er wordt afgesproken op de conferentie van Berlijn en wat de  
 gevolgen daarvan zijn. 
Aan het eind van de les kan je...
 de gebieden noemen die tot het Nederlandse wereldrijk behoorden. 
 2 redenen noemen waarvoor de Nederlandse kolonies werden gebruikt. 
 uitleggen wat nationalisme in de kolonies is. 
 uitleggen wie streden voor de afschaffing van de slavernij en wanneer die 
 werd afgeschaft. 

Slide 29 - Tekstslide

1878: Conferentie van Berlijn
afspraak tussen Europese landen: verdeling Afrika

onder andere: België, Duitsland, Frankrijk, Verenigd koninkrijk, 

grenzen dwars door woongebied volken
Bevolking wordt met geweld in bedwang gehouden

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Wat is er afgesproken op de conferentie van Berlijn in 1887?
A
België, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk spreken af om Afrika onder elkaar te verdelen.
B
Nederland, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk spreken af om Afrika onder elkaar te verdelen.
C
België, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk spreken af om Azië onder elkaar te verdelen.
D
Nederland, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk spreken af om Azië onder elkaar te verdelen.

Slide 37 - Quizvraag

Wat zijn de gevolgen van de afspraken op de conferentie van Berlijn?
A
Europese landen bezetten grote delen van Azië met rechte grenzen dwars door woongebieden van volken. De bevolking wordt met geweld in bedwang gehouden.
B
Europese landen bezetten heel Afrika met rechte grenzen dwars door woongebieden van volken. De bevolking wordt met geweld in bedwang gehouden.
C
Europese landen bezetten heel Afrika met rechte grenzen dwars door woongebieden van volken. De bevolking wordt geholpen zich te ontwikkelen.
D
Europese landen betten Afrika, maar houden rekening met de woongebieden van volken, waardoor Afrika zich kan ontwikkelen.

Slide 38 - Quizvraag

Welke gebieden behoorden tot het Nederlandse Koninkrijk omstreeks 1900?
A
Nederlands-Indië, Nederlandse Antillen, Zuid-Afrika, Suriname
B
Nederland, Nederlands-Indië, Nederlandse Antillen, Suriname
C
Nederlands-Indië, Nederlandse Antillen, Zuid-Afrika, Suriname
D
Nederland, Nederlands-Indië, Nederlandse Antillen

Slide 39 - Quizvraag

Voor welke 2 redenen werden de Nederlandse kolonies gebruikt?
A
Voor de productie van grondstoffen voor de Nederlandse industrie en om slaven vandaan te halen.
B
om slaven vandaan te halen en voor nieuwe woongebieden voor de Nederlandse bevolking.
C
Voor nieuwe afzetmarkten om producten te verkopen en nieuwe woongebieden voor de Nederlandse bevolking.
D
Voor de productie van grondstoffen voor de Nederlandse industrie en als afzetmarkt om producten te verkopen.

Slide 40 - Quizvraag

Wat is nationalisme in de kolonies?
A
Het streven voor een eigen staat voor het eigen volk.
B
Het streven om de kolonies uit te breiden.
C
Het streven om de Europese cultuur over te nemen.
D
Het streven om alleen met je eigen nationaliteit te trouwen.

Slide 41 - Quizvraag

Hoe heten de mensen die streden voor afschaffing van de slavernij?
A
afschaffers
B
Abolieten
C
Abolitionisten
D
Patriotten

Slide 42 - Quizvraag

In welk jaar werd de slavernij in de Nederlandse kolonies afgeschaft?
A
1804
B
1814
C
1863
D
1878

Slide 43 - Quizvraag

Aan de slag
STAP 1
klaar?
Huiswerk! 
Maken:
  • BK: bladzijde   20-21-22
  • KGT: bladzijde 21 t/m 25

Hoe?
  • Alleen
  • Vraag? Steek je vinger op
Goed zo!
Laat zien aan de docent!

Daarna: Lezen in je leesboek

Slide 44 - Tekstslide

MM2 1.2

Slide 45 - Tekstslide