Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2
In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
1.2 westerse wereldrijken
deel 1
Slide 1 - Tekstslide
1. Herhaling
2. Leervragen 1.2 (deel 1)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning
Slide 2 - Tekstslide
Welke nieuwe energiebron werd er ontdekt?
A
waterkracht
B
olie
C
steenkool
D
stoom
Slide 3 - Quizvraag
Welke 2 grondstoffen waren veel nodig bij de eerste frabrieken?
A
Steenkool en ijzer
B
olie en ijzer
C
bakstenen en olie
D
olie en bakstenen
Slide 4 - Quizvraag
Waarom liet Koning Willem 1 spoorlijnen aanleggen, kanalen graven en bruggen bouwen?
A
om grondstoffen te vervoeren
B
om snel naar zijn paleizen te kunnen reizen
C
Om de bevolking tevreden te houden
D
Om werk te geven aan de werkloze mensen
Slide 5 - Quizvraag
Hoe werd NL weer een koninkrijk?
A
Door de Bataafse revolutie in 1785 werd de regering afgezet
B
Napoleon vraagt de zoon van Willem V in 1815 om terug te keren als koning van NL.
C
De overwinnaars op Napoleon vragen in 1815 aan de zoon van Willem V om koning van NL te worden.
D
In 1815 komt de zoon van de gevluchte Willem V naar NL om de macht op te eisen als Koning van NL.
Slide 6 - Quizvraag
Wat betekend continuïteit?
A
Iets wat steeds in het nu is.
B
Iets wat veranderd
C
Iets dat op dezelfde plek blijft.
D
Iets wat hetzelfde blijft.
Slide 7 - Quizvraag
Leervragen
2 redenen noemen waarom Europese ondernemers steeds meer kolonies wilden.
Aan het eind van de les kan je...
uitleggen waarom en hoe europeanisering plaatsvond in de wereld.
uitleggen wat imperialisme is en wanneer deze plaatsvond.
uitleggen waarom in Japan geen europeanisering plaatsvond.
Slide 8 - Tekstslide
Kolonialisme
Ondernemers wilden steeds meer kolonies:
Goedkope grondstoffen
Gebruiken als afzetmarkt
Tussen 1870 en 1914 breidden Europese landen hun koloniale gebieden enorm uit. Dit deden ze in Azië en Afrika
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Koloniën
Afrika
Afrika werd verdeeld tussen
Verenigd koninkrijk
Frankrijk
Duitsland
Italië
België
Portugal
Azie
Frankrijk krijgt Vietnam, Laos en Cambotja (Indochina)
Verenigd Koninkrijk veroverde India, Pakistan, Nepal, Bangladesh en Myanmar (Brits-Indië)
Nederland bereide macht uit in Indonesië (Nederlands-Indië)
Slide 11 - Tekstslide
Europeanisering
De Europeanen vonden de culturen minder goed dan hun eigen cultuur en manier van leven.
Europeanen wilden graag hun cultuur overbrengen naar andere landen. Dit noem je europeanisering.
Bijv: het overbrengen van taal, geloof en gebruiken
Slide 12 - Tekstslide
Imperialisme
Het veroveren van kolonies ging vrij eenvoudig, omdat er dankzij de industrie goede wapens en stoomschepen waren.
Europese landen hielden een soort wedstrijd wie de meeste en grootste kolonies had. De Europese landen kregen zo wereldrijken en breidden hun macht uit. Dit noemen we
imperialisme
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
16e - 19e eeuw
Er wordt met Aziatische en Afrikaanse gebieden gehandeld voor grondstoffen.
De gebieden werden overgenomen om er aan geld aan te verdienen.
Vanaf 19e eeuw
Het uitbreiden van eigen gebied in Azië en Afrika door Europese landen. Waardoor de grondstoffen in het bezit van het rijk komt. Economische redenen.
Kolonialisme
Imperialisme
Slide 15 - Tekstslide
Imperialisme in Azië
Vanaf 1500:
Handelsposten en kleine kolonies
Rond 1900:
Europeanen heersen over grote kolonies.
Japan is nooit een kolonie geworden en gaat juist zelf gebieden veroveren.
In China kreeg Europa wel invloed, maar werd geen kolonie
Slide 16 - Tekstslide
Afsluiting
Slide 17 - Tekstslide
Om welke 2 redenen wilde Europese ondernemers steeds meer kolonies?
A
Voor meer grondstoffen en meer macht in de wereld.
B
Voor meer macht in de wereld en voor nieuwe afzetmarkten.
C
Om zo meer wapens te kunnen verkopen en toegang tot meer grondstoffen.
D
Toegang tot grondstoffen en voor nieuwe afzetmarkten.
Slide 18 - Quizvraag
Waarom wilde Europese landen andere volken europeaniseren?
A
Ze vonden hun eigen Europese cultuur de beste cultuur.
B
Ze vonden dat het makkelijker als iedereen dezelfde taal sprak.
C
Dat was makkelijker voor het onderwijs makkelijker om overal dezelfde lesboeken te hebben.
D
Zo kon er 1 Europees wereldrijk gesticht worden.
Slide 19 - Quizvraag
Hoe vond europeanisering plaats?
A
Door Europees geld uit te geven in de kolonies.
B
Door het verspreiden van Europese cultuur, taal en geloof.
C
Door arbeiders uit de kolonies in de Europese fabrieken te laten werken.
D
Door in de kolonies fabrieken te bouwen.
Slide 20 - Quizvraag
Wat is imperialisme en wanneer vond deze plaats?
A
Het stichten van wereldrijken in Azië en Afrika door Europese landen tussen 1815 en 1914 door het enorm uitbreiden van hun kolonies .
B
Het stichten van wereldrijken door Europese landen in de Amerika en Azië tussen 1870 en 1914 door het enorm uitbreiden van hun kolonies .
C
Het stichten van wereldrijken in door Europese landen in Azië en Afrika tussen 1870 en 1914 door het enorm uitbreiden van hun kolonies .
D
Het stichten van wereldrijken in door Europese landen in Amerika en Afrika tussen 1870 en 1914 door het enorm uitbreiden van hun kolonies .
Slide 21 - Quizvraag
Waarom vond er in Japan geen europeanisering plaats?
A
Japan was veel te ver weg.
B
Japan had geen grondstoffen.
C
De japanners verzetten zich tegen de hun kolonisator.
D
Japan werd nooit gekolonialiseerd door Europese landen.
Slide 22 - Quizvraag
Aan de slag
STAP 1
Klaar?
Vooruitblik
Maak 1.2 helemaal af!
Goed zo!
Laat het zien aan de docent.
Daarna: Lezen in je leesboek
Slide 23 - Tekstslide
1.1 Het leven van jager-verzamelaars
deel
1.2 westerse wereldrijken
deel 2
Slide 24 - Tekstslide
1. Herhaling
2. Leervragen 1.2 (deel 2)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning
Slide 25 - Tekstslide
Om welke 2 redenen wilde Europese ondernemers steeds meer kolonies?
A
Voor meer grondstoffen en meer macht in de wereld.
B
Voor meer macht in de wereld en voor nieuwe afzetmarkten.
C
Om zo meer wapens te kunnen verkopen en toegang tot meer grondstoffen.
D
Toegang tot grondstoffen en voor nieuwe afzetmarkten.
Slide 26 - Quizvraag
Waarom wilde Europese landen andere volken europeaniseren?
A
Ze vonden hun eigen Europese cultuur de beste cultuur.
B
Ze vonden dat het makkelijker als iedereen dezelfde taal sprak.
C
Dat was makkelijker voor het onderwijs makkelijker om overal dezelfde lesboeken te hebben.
D
Zo kon er 1 Europees wereldrijk gesticht worden.
Slide 27 - Quizvraag
Hoe vond europeanisering plaats?
A
Door Europees geld uit te geven in de kolonies.
B
Door het verspreiden van Europese cultuur, taal en geloof.
C
Door arbeiders uit de kolonies in de Europese fabrieken te laten werken.
D
Door in de kolonies fabrieken te bouwen.
Slide 28 - Quizvraag
Wat is imperialisme en wanneer vond deze plaats?
A
Het stichten van wereldrijken in Azië en Afrika door Europese landen tussen 1815 en 1914 door het enorm uitbreiden van hun kolonies .
B
Het stichten van wereldrijken door Europese landen in de Amerika en Azië tussen 1870 en 1914 door het enorm uitbreiden van hun kolonies .
C
Het stichten van wereldrijken in door Europese landen in Azië en Afrika tussen 1870 en 1914 door het enorm uitbreiden van hun kolonies .
D
Het stichten van wereldrijken in door Europese landen in Amerika en Afrika tussen 1870 en 1914 door het enorm uitbreiden van hun kolonies .
Slide 29 - Quizvraag
Waarom vond er in Japan geen europeanisering plaats?
A
Japan was veel te ver weg.
B
Japan had geen grondstoffen.
C
De japanners verzetten zich tegen de hun kolonisator.
D
Japan werd nooit gekolonialiseerd door Europese landen.
Slide 30 - Quizvraag
Leervragen
uitleggen wat er wordt afgesproken op de conferentie van Berlijn en wat de
gevolgen daarvan zijn.
Aan het eind van de les kan je...
de gebieden noemen die tot het Nederlandse wereldrijk behoorden.
2 redenen noemen waarvoor de Nederlandse kolonies werden gebruikt.
uitleggen wat nationalisme in de kolonies is.
uitleggen wie streden voor de afschaffing van de slavernij en wanneer die
werd afgeschaft.
Slide 31 - Tekstslide
Conferentie van Berlijn
Er ontstaat strijd tussen Europese landen om het meeste gebied te krijgen.
1878 Conferentie van Berlijn:
Afspraken over de verdeling van Afrika
Er wordt geen rekening gehouden met de volken die er al leven
Gebruik van geweld om de bevolking onder de duim te houden.
Slide 32 - Tekstslide
Het Nederlandse wereldrijk
Kolonies in Amerika:
Suriname en de Nederlandse Caribische) eilanden.
Slaven werkten er op katoenplantages.
Kolonie in Azië:
Nederlands-Indië.
Boeren moesten er suiker en koffie voor Nederland verbouwen. Er waren rubber- en tabaksplantages
Slide 33 - Tekstslide
Nationalisme
Mensen in de kolonies kwamen in opstand, ze wilden een eigen natie: nationalisme.
Natie= een eigen staat voor het volk
Slide 34 - Tekstslide
Het Nederlandse wereldrijk
Eduard Douwes Dekker was tegen slavernij en mensenhandel. Hij was een abolitionist.
Nederland schafte pas laat de slavernij af in 1863. De rest van Europa tussen 1800 en 1850.
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Video
Afsluiting
Slide 37 - Tekstslide
Wat is er afgesproken op de conferentie van Berlijn in 1887?
A
België, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk spreken af om Afrika onder elkaar te verdelen.
B
Nederland, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk spreken af om Afrika onder elkaar te verdelen.
C
België, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk spreken af om Azië onder elkaar te verdelen.
D
Nederland, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk spreken af om Azië onder elkaar te verdelen.
Slide 38 - Quizvraag
Wat zijn de gevolgen van de afspraken op de conferentie van Berlijn?
A
Europese landen bezetten grote delen van Azië met rechte grenzen dwars door woongebieden van volken. De bevolking wordt met geweld in bedwang gehouden.
B
Europese landen bezetten heel Afrika met rechte grenzen dwars door woongebieden van volken. De bevolking wordt met geweld in bedwang gehouden.
C
Europese landen bezetten heel Afrika met rechte grenzen dwars door woongebieden van volken. De bevolking wordt geholpen zich te ontwikkelen.
D
Europese landen betten Afrika, maar houden rekening met de woongebieden van volken, waardoor Afrika zich kan ontwikkelen.
Slide 39 - Quizvraag
Welke gebieden behoorden tot het Nederlandse Koninkrijk omstreeks 1900?
A
Nederlands-Indië, Nederlandse Antillen, Zuid-Afrika, Suriname
B
Nederland, Nederlands-Indië, Nederlandse Antillen, Suriname
C
Nederlands-Indië, Nederlandse Antillen, Zuid-Afrika, Suriname
D
Nederland, Nederlands-Indië, Nederlandse Antillen
Slide 40 - Quizvraag
Voor welke 2 redenen werden de Nederlandse kolonies gebruikt?
A
Voor de productie van grondstoffen voor de Nederlandse industrie en om slaven vandaal te halen.
B
om slaven vandaan te halen en voor nieuwe woongebieden voor de Nederlandse bevolking.
C
Voor nieuwe afzetmarkten om producten te verkopen en nieuwe woongebieden voor de Nederlandse bevolking.
D
Voor de productie van grondstoffen voor de Nederlandse industrie en als afzetmarkt om producten te verkopen.
Slide 41 - Quizvraag
Wat is nationalisme in de kolonies?
A
Het streven voor een eigen staat voor het eigen volk.
B
Het streven om de kolonies uit te breiden.
C
Het streven om de Europese cultuur over te nemen.
D
Het streven om alleen met je eigen nationaliteit te trouwen.
Slide 42 - Quizvraag
Hoe heten de mensen die streden voor afschaffing van de slavernij?
A
afschaffers
B
Abolieten
C
Abolitionisten
D
Patriotten
Slide 43 - Quizvraag
In welk jaar werd de slavernij in de Nederlandse kolonies afgeschaft?