les 7 Classificatiesystemen-verdieping

Zorgplan

Classificatiesystemen - verdieping
(thema 15 expertcollege)
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Zorgplan

Classificatiesystemen - verdieping
(thema 15 expertcollege)

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:
  • heb je kennis gedeeld over het classificatiesysteem op jouw werkplek
  • heb je kennis gemaakt met meerdere classificatiesystmen
  • kan je benoemen wie Gordon is en herken je de patronen waarin zij alle levensbehoeftes heeft verdeeld​
  • In grote lijnen vertellen wat OMAHA is
  • in grote lijnen vertellen wat NANDA is.

Slide 2 - Tekstslide

Pitch 
Verdiep je op je werk/stageplek in het classificatiesysteem dat daar gebruikt wordt.
   
Tijdens de les op 3 april ga jij in een pitch van 5 minuten aan de hand van een casus aan de rest van de klas duidelijk maken hoe het werken met dit classificatiesysteem in de praktijk werkt.
Je mag dit alleen of met zijn tweetjes doen. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is volgens jou ook al weer een classificatiesysteem?

Slide 4 - Open vraag

Classificaties
Je krijgt tijdens je werk als verzorgende te maken met veel verschillende soorten informatie, zoals:

  • de algemene gegevens van de zorgvrager;
  • informatie over de diagnose van de zorgvrager;
  • informatie over de behandeling van de zorgvrager.
Het is belangrijk dat je alle informatie duidelijk ordent, zodat je een goed overzicht hebt. Om informatie goed te kunnen ordenen, gebruik je classificaties. Een ander woord voor classificatie is indeling. Een classificatie is een hulpmiddel waarmee jij als verzorgende je taken kan uitvoeren en ordenen.

Slide 5 - Tekstslide

Veel gebruikte classificaties
In de gezondheidszorg maken we gebruik van verschillende classificatiesystemen. Veelgebruikte classificatiesystemen in de Nederlandse zorg zijn:

  • NANDA;
  • NIC;
  • NOC
  • ICF;
  • Omaha-systeem;
  • RAIview;
  • ICNP;
  • AAIDD;
  • Schalock/ISS.

Slide 6 - Tekstslide

Majory Gordon ​
Verpleegkundige theoretici en professor
Ordeningsprincipe: de 11 gezondheidspatronen van Gordon ​

  • De gezondheidspatronen zijn volgens Gordon functioneel omdat ze de gedragingen weergeven van mensen in hun behoefte in het welbevinden. 
  • Deze gedragingen zijn er op gericht om individuele en sociale behoeften te vervullen en om het individu zo gezond mogelijk te houden​
  • Wordt gebruik als standaard anamnese structuur door veel instelling​.










Slide 7 - Tekstslide

Hebben jullie weleens van de gezondheidspatronen gehoord en welke kennen jullie?

Slide 8 - Open vraag

De gezondheidspatronen van Gordon
1. Patroon van gezondheidsbeleving en instandhouding​

2. Voeding/stofwisselingspatroon​
3. Uitscheidingspatroon​
4. Activiteitenpatroon​
5. Slaap/rustpatroon​
6. Cognitie/waarnemingspatroon​
7. Zelfbelevingspatroon​
8. Rollen/relatiepatroon​
9. Seksualiteit/voortplantingspatroon​
10. Stressverwerkingspatroon
11. Waarden/overtuigingspatroon 









Slide 9 - Tekstslide

Mevrouw Lucas gebruik een rollator om zich te verplaatsen​​

Onder welk patroon valt dit?
A
Gezondheidsbeleving en instandhouding
B
Activiteitenpatroon
C
Uitscheidingspatroon
D
Stressverwerkings-patroon

Slide 10 - Quizvraag

Mevrouw Lucas weegt ongeveer 66KG en is 1 meter en 74 cm lang.​

Onder welk patroon val dit?
A
Gezondheidsbeleving en instandhouding
B
Activiteitenpatroon
C
Uitscheidingspatroon
D
Stressverwerkings-patroon

Slide 11 - Quizvraag

Mevrouw Lucas geeft regelmatig aan dat zij pijn heeft in haar onderrug. ​

Onder welk patroon val dit?
A
Gezondheidsbeleving en instandhouding
B
Cognitie en waarnemeningspatroon
C
Rollen en relatiepatroon
D
Waarden en overtuigingspatroon

Slide 12 - Quizvraag

Verschillen in classificaties
  • Sommige van deze classificatiesystemen kan je gebruiken voor een deel van het zorgproces, zoals de NOC (doelen) en de NIC (interventies). Je kan met deze classificatiesystemen dus niet het gehele zorgproces ordenen. 
  • Andere classificatiesystemen gaan juist wel over het hele zorgproces, zoals het Omaha-systeem. 
  • De verschillende classificatiesystemen werken niet allemaal hetzelfde. en kunnen elkaar dus niet zomaar vervangen. 

Slide 13 - Tekstslide

2

Slide 14 - Video

01:21
Beschrijft kort wat het Omaha System is

Slide 15 - Open vraag

01:59
Alle zorg instellingen gebruiken dezelfde classificaties/systemen
A
waar
B
niet-waar

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het OMAHA-systeem 

Het Omaha System is een classificatie die zorgprofessionals helpt bij het identificeren en vastleggen van aandachtsgebieden, acties en uitkomsten van en voor cliënten.​


Iedere zorgverlener spreekt dezelfde taal. 

Slide 17 - Tekstslide

Het NANDA-classificatiesysteem
Het NANDA-classificatiesysteem gebruiken we voor het proces van klinisch redeneren en is het meest gebruikte classificatiesysteem in Nederland.

Sinds 2003 worden in de praktijk de NANDA-, NIC- en NOC-systemen vaak samen gebruikt door verpleegkundigen. Als je de NANDA, NIC en NOC samen gebruikt, noemen we dit systeem de NNN-classificatie. Met het NNN-classificatiesysteem kan je een groter deel van het zorgproces classificeren, dan als je maar een van de drie systemen zou gebruiken.

Slide 18 - Tekstslide

NANDA
De NANDA beschrijft de verpleegkundige diagnoses. Om de diagnoses te kunnen beschrijven heeft de NANDA een PES-opbouw.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Vragen?

Rond deze lesperiode af door:
de bpv opdracht in de praktijk te maken, de e-learnings te maken en een certificaat hiervan samen met de reflectie voor 10 april in te leveren (zie studiewijzer!)

Succes!

Slide 21 - Tekstslide