Volgende week proefwerk over deze leerdoelen!2.3 lezen
• de tekstdelen inleiding, kern en slot herkennen;
• de kenmerken van een inleiding;
• wat verwijswoorden zijn;
• de signaalwoorden herkennen die een tegenstelling aangeven;
• de signaalwoorden herkennen die een voorbeeld aangeven.
2.5 Woorden
• 25 nieuwe woorden uit je hoofd leren en gebruiken
• wat achtervoegsels zijn
2.7 grammatica
• De woordsoorten; werkwoorden, lidwoorden, zelfstandig naamwoorden, bijvoeglijk naamwoorden, voorzetsels.
Je moet in een zin de woordsoorten aan woorden kunnen koppelen.
2.8 Spelling
• hoe je de verleden tijd van een werkwoord goed spelt.
• In deze paragraaf leer je:
• hoe je het meervoud schrijft van woorden op -ie en -ee;
• 10 dicteewoorden