C23: Online Netwerken "LinkedIn"
1 / 24
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Integratietesten richten zich op:
A
Het testen van individuele eenheden van de software.
B
Het testen van de interactie tussen verschillende componenten.
C
Het valideren van het systeem tegen de acceptatiecriteria.
D
Het testen van het systeem als geheel.
Slide 2 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het belangrijkste verschil tussen unittesten en systeemtesten?
A
Unittesten testen individuele eenheden, terwijl systeemtesten het volledige systeem testen.
B
Unittesten worden uitgevoerd door ontwikkelaars, terwijl systeemtesten worden uitgevoerd door gebruikers.
C
Unittesten zijn geautomatiseerd, terwijl systeemtesten handmatig worden uitgevoerd.
D
Unittesten hebben betrekking op functionele vereisten, terwijl systeemtesten zich richten op niet-functionele vereisten.
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Tijdens een acceptatietest wordt het systeem getest:
A
Om te controleren of de individuele componenten correct met elkaar integreren.
B
Om te valideren of het systeem voldoet aan de verwachtingen en acceptatiecriteria van de gebruikers.
C
Om te identificeren of er fouten zijn in de code van het systeem.
D
Om te bepalen of het systeem voldoet aan de functionele en niet-functionele vereisten
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het doel van een systeemtest?
A
Het testen van de interactie tussen verschillende componenten.
B
Het valideren van het systeem tegen de acceptatiecriteria.
C
Het testen van individuele eenheden van de software.
D
Het testen van het systeem als geheel om te controleren of het correct werkt.
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Laat nog even de opdracht zien in CL doorloop ik met ze.
Maak de opdracht Acceptatietest nog af!!
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Netwerken wat versta je eronder?
Slide 11 - Woordweb
Netwerken betekent dat je nieuwe mensen leert kennen en contact houdt met anderen. Dat kan zowel in je privéleven als op je werk. Bij netwerken gaat het erom dat je goede banden opbouwt met mensen en dat je dingen met elkaar deelt, zoals informatie, ervaringen en kansen.
Als je privé netwerkt, betekent dat dat je contact onderhoudt met je vrienden, familie en kennissen. Je deelt dingen die je interessant vindt en praat over wat je hebt meegemaakt.
Als je op je werk netwerkt, gaat het erom dat je contacten legt met mensen in je vakgebied of bij andere bedrijven. Dat kan bijvoorbeeld door naar evenementen te gaan waar je andere professionals ontmoet. Het doel is om waardevolle contacten te maken die je kunnen helpen met je carrière, nieuwe klanten kunnen brengen of je kunnen adviseren.
Netwerken kan veel voordelen hebben. Het kan je helpen bij het vinden van een baan, het krijgen van nuttige informatie en tips, en het ontdekken van nieuwe mogelijkheden. Het kan ook leuk zijn, omdat je nieuwe mensen leert kennen en van elkaar kunt leren.
Belangrijk is dat netwerken niet alleen draait om wat jij ervan kunt krijgen, maar ook om wat jij voor anderen kunt betekenen. Het gaat erom dat je elkaar helpt en ondersteunt. Het opbouwen van goede relaties is het belangrijkste bij netwerken.
Slide 12 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Waar wordt Facebook voornamelijk voor gebruikt?
A
Sociale Netwerken
B
Carriére
C
Informatie voorziening
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waar wordt Linkedin voornamelijk voor gebruikt?
A
Sociale Netwerken
B
Carriére
C
Informatie voorziening
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waar wordt Instagram voornamelijk voor gebruikt?
A
Sociale Netwerken
B
Carriére
C
Informatie voorziening
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 21 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 23 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 24 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
